Redactioneel

Prof. dr. Jan Hoogland blikt in dit nummer terug op de jaarserie Schade aan de ziel. De artikelen in de jaarserie lieten op diverse terreinen de gevolgen zien van onze moderne levenswijze. “Volwassenen die kinderen willen voor hun eigen welbevinden. De prestatiedrang die het gehele onderwijs in de greep heeft gekregen. Het streven naar perfectie in het gehele leven. Uit alles blijkt dat de modernisering van de samenleving een enorme toename aan mogelijkheden heeft teweeggebracht, maar het tegelijk ook steeds moeilijker heeft gemaakt voor mensen om te leren omgaan met het (blijvende) menselijke tekort (…) Meer dan ooit wordt duidelijk dat onze moderne levenswijze, die ons bijna als vanzelf en ongemerkt van onze eigen christelijke levenskunst heeft afgesneden, wel eens bijzonder schadelijk zou kunnen zijn voor onze ziel.”

Voor Hoogland liggen in het woord ‘levenskunst’ belangrijke kiemen die de schade aan de ziel kunnen beperken. “Het jaarthema Schade aan de ziel roept als vanzelf het thema levenskunst wakker. Ik zie in de hernieuwde belangstelling voor dit thema belangrijke aanknopingspunten voor de ontwikkeling van een christelijke visie op de actualiteit.” Met ‘levenskunst’ wil Hoogland “aansluiting houden (en misschien opnieuw vinden) bij de rijke, eeuwenoude, christelijke traditie”. En hij is van mening dat “juist van de ontwikkeling van christelijke vormen van levenskunst een belangrijke wervende kracht uit kan gaan op die mensen die ook zoeken naar verdieping van hun verstrooide, moderne bestaan”. Als een mooi voorbeeld van christelijke levenskunst noemt Hoogland een klein boekje van J.H. Bavinck, Zielszorg aan eigen ziel. In dit bevindelijke boekje laat Bavinck zien dat een christen op zijn eigen ziel moet letten, wil hij of zij niet verdorren. Kern van dat verdorren is dat “wij te weinig de grootheid van Christus zien”.

Het artikel van drs. J. Zuur, hervormd predikant in Den Haag, trekt in zekere zin de lijnen uit Hooglands artikel door. Zuur wil laten zien hoe reformatorische bevindelijkheid bron kan zijn van hedendaagse spiritualiteit. Zuur is van mening dat de gereformeerde bevinding niet iets is van een afgesloten tijdperk maar ook in de wereld van nu relevant is. Al moet die gereformeerde bevindelijkheid niet zijn kracht zoeken in het vormen van een enclave, maar midden in de wereld leven en ademen. Maar, en daar draait het om, midden in de wereld, betekent niet dat er geen eigen levenswijze meer beoefend zou moeten worden. Het woord ‘oefenen’ is volgens Zuur van belang wil het geloof het houden. “We moeten ons oefenen om innerlijk sterk te zijn tegen de boze die op ons aanrukt.”

Dat de boze ook in de twintigste eeuw nog werkelijk rondgaat, blijkt uit het artikel van Johan Snel. Snel bespreekt het boek van Frank Westerman over de sovjet-auteurs onder Stalin. Ingenieurs van de ziel heet het. Noemde Luther de duivel niet de aap van God? Dan was Stalin de aap van de duivel.