Redactioneel

Bij onderzoeken naar instituten die op het vertrouwen van de Nederlanders kunnen rekenen, scoren steevast politici en inmiddels ook kerken laag, maar doen de wetenschap en artsen het onverminderd goed. Dat zegt wat in een samenleving waarin gezondheid als een van de belangrijkste factoren wordt beschouwd. Artsen worden gezien als degenen die ons helpen die diep gekoesterde wens zo lang mogelijk waar te maken: zo lang mogelijk jong en gezond – en daarna een zwitserlevenouderdom, zonder lichamelijke ongemakken. Redenen te over om dit nummer van Wapenveld te laten cirkelen rond vragen van ziekte, medische wetenschap en de dood.
In de openingsbijdrage plaatst Aart Nederveen vanuit de praktijk van het academisch ziekenhuis een aantal serieuze vraagtekens bij ons grote vertrouwen in de medische wetenschap. Natuurlijk, artsen leveren voortreffelijk werk en tal van mensen worden goed geholpen, maar het optimisme van een Abraham Kuyper over de vooruitgang in de medische wetenschap kunnen we niet zonder meer delen. Nederveen laat zien dat ook evidencebasedmedicinegestempeld wordt door de belangen en overtuigingen van de onderzoeker. Daarnaast is de invloed van de farmaceutische industrie fors. Het belangrijkste punt dat gemaakt wordt, is echter dat medische wetenschappers zich moeten beperken tot hun eigenlijke stiel en zich – althans zonder grondige kennis – moeten onthouden van filosofische en theologische uitspraken. Dat is geen overbodig advies in een tijd waarin Dick Swaab met zijn Wij zijn ons brein furore maakt.
De zorg voor de zieken staat ook centraal in het artikel van Wim van den Dool. Hij biedt aan de hand van de regels van Augustinus en Benedictus wijsheid uit de christelijke traditie voor de omgang met ziekte. Waar de huidige medische wetenschap reductionistisch is, vooral de ziekte en veel minder de zieke ziet, ligt bij beide kerkvaders de nadruk op de totale persoon. De zorg voor zieken is bij hen ten diepste een dienen van Christus in eigen persoon.
In de meditatie van Bert de Leede wordt de volgende stap gezet: als zijn laatste bijdrage aan de serie over de werken van barmhartigheid vraagt hij aandacht voor het begraven van de doden. Hij verbindt Bijbelse noties volop met de dilemma’s van kerken anno 2011: het begraven van zij die voor euthanasie hebben gekozen en het leiden van diensten rond crematies. Bij alle begrip voor de afweging van de pastoor van Liempde, komt De Leede toch tot een ander antwoord: de verkondiging van Gods liefde juist daar waar andere keuzes worden gemaakt dan de kerkelijke ethiek dat doet.
Het gedenken van de rechtvaardigen behoort ook tot de christelijke deugden. Zo staan wij in dit nummer met ontroering stil bij het verscheiden van Ab Noordegraaf. Jarenlang heeft hij zich voor Wapenveld ingezet, eerst als redactielid – en tot dit nummer als scribent en voornamelijk recensent. Dankbaar presenteren wij hier de laatste twee recensies van zijn hand, die getuigen van het feit hoe hij tot op het laatst het debat in kerk en theologie bleef volgen en daar zijn eigen bescheiden en genuanceerde kanttekeningen bij plaatste. Jan van der Graaf schetst Noordegraaf in een fraai in memoriam in al zijn veelzijdigheid als prediker en theoloog.
Onder het motto ‘Bert over Bert’ gaat, tenslotte, De Leede in gesprek met Bert van Veluw over diens boek Waar komt het kwaad vandaan? Naast waardering worden daarbij ook stevige vragen gesteld.
Wellicht heeft u het in het colofon al opgemerkt, de redactie is uitgebreid met prof. dr. Stefan Paas, bijzonder hoogleraar kerkplanting en kerkvernieuwing aan de VU en universitair docent missiologie in Kampen. Zijn scherpe analyses en inspirerende visies zullen Wapenveld beslist geen kwaad doen. Welkom!