Evenwicht op het hellend vlak

Column

U kent hem wel: de hellend-vlakredenering. Wie één stap doet op het verkeerde pad, gaat onherroepelijk verder. Vooral in het kerkelijk leven is deze redenering een bekende. Neem bijvoorbeeld het verval van de gereformeerde kerken in de vorige eeuw. Het begon in Assen met Geelkerken en de zijnen en het eindigde met Kuitert en Den Heyer. Wie begint met het stellen van kritische vragen bij de Schrift, eindigt in ongeloof. De hellend-vlakredenering is ook heel verhelderend om de vergaande consequenties van voor het oog misschien onschuldige uitspraken te doorzien. Nog onlangs moest de inmiddels voormalige ChristenUnie-voorman Veling dit ervaren. Hij had een verstandig woord gezegd over het kopen van een ijsje op zondag. Iets in de trant van dat je daar mensen niet op kan afrekenen. Alsof hij niet had moeten weten dat Kuitert dat in de jaren ’60 ook al eens had gedaan en nu met gereformeerde hartstocht een tamelijk godloos christendom verdedigt. Wie een ijsje koopt op zondag, begeeft zich onherroepelijk op een hellend vlak.

Nog los van het feit dat zich in deze tijden in elke gereformeerde koelkast in de zomermaanden overvloedig ijs bevindt, blijft het voor mij een raadsel waar de hellend-vlakredenering haar legitimatie vandaan haalt. In ieder geval niet uit het vakgebied waar het hellend vlak eigenlijk thuishoort: de natuurkunde.

In de zestiende eeuw heeft onze landgenoot Simon Stevin als één van eerste wetenschappers goed nagedacht over het hellend vlak. Zelfs zonder wiskunde te gebruiken, wist hij met een ingewikkeld gedachte-experiment aan te tonen dat er sprake kan zijn van evenwicht op een hellend vlak. Eenvoudig gezegd: voorwerpen blijven stil liggen op een hellend vlak als je ze maar genoeg tegenhoudt. In de eeuwen na Simon Stevin kwamen natuurwetenschappers tot de conclusie dat er op voorwerpen allerlei krachten kunnen werken, waarvan de zwaartekracht er maar één is. Als er genoeg andere krachten in het spel zijn om de zwaartekracht te compenseren, vindt er helemaal geen beweging plaats op een hellend vlak. Gelukkig maar, want anders zou het in de bergen met al die omlaag vallende stenen nog gevaarlijker worden als het al is.

Toch herinner ik me dat ik op de middelbare school bij natuurkunde sommetjes moest maken, waarin karretjes met grote vaart naar beneden roetsten. Dat kwam dan omdat er niet genoeg wrijvingskracht was om ze tegen te houden. En sommetjes waarin er niets gebeurt, zijn natuurlijk een beetje saai. Zodoende zullen de meeste middelbare scholieren vooral hebben onthouden dat op het hellend vlak voorwerpen met wielen thuishoren, die pijlsnel naar beneden gaan.

Ik ben blij met de scherpe blik van Simon Stevin, die trouwens volgens Jan en Annie Romein behoort tot de erflaters van onze beschaving. Zo gevaarlijk is het hellend vlak in de fysica niet. Sterker nog, de vermeende wetmatigheid dat je op een hellend vlak peilsnel doorschiet, bestaat helemaal niet. Het is een goed idee om met deze onbekende en vergeten kennis uit de fysica de hellend-vlakredenering te verrijken. Om dat te bereiken stel ik voor de wrijvingskracht in alle sommetjes op de middelbare school over een hellend vlak met een factor 10 te vermenigvuldigen. Dat zal tot gevolg hebben dat de meeste karretjes gewoon stil blijven staan. Deze mogelijkheid van evenwicht op een hellend vlak lijkt me een bevrijding voor theologen en politici die zich telkens maar weer moeten verantwoorden over wat hun volgende stap zal zijn. Ze mogen zich vanaf nu beperken tot het verantwoorden van hun uitspraken en daden van het moment. En wie de les van Simon ter harte neemt, zal merken dat een christen, die altijd verkeerd op het hellend vlak van geloof en wereld, zelfs zijn leven lang in evenwicht kan blijven.