Redactioneel

‘Een tijdschriftartikel is in wezen een mythische reconstructie van wat er werkelijk gebeurde in het onderzoek.’ Aan het woord is niet een lezer van Wapenveld, maar Ruud Abma in zijn boek De publicatiefabriek dat gewijd is aan de betekenis van de affaire-Stapel. Naast een meeslepend betoog over hoe deze Tilburgse hoogleraar jarenlang in staat was om verzonnen onderzoek te publiceren, biedt Abma een sterke analyse van wetenschappelijk onderzoek. Er bestaat niet zoiets als dé wetenschappelijke methode die lijnrecht naar de waarheid leidt. Daarbij komt dat de sociale psychologie waarin Stapel actief was, geen weerstand heeft weten te bieden aan de prikkel tot het uitvoeren van experimenteel onderzoek geschoeid op natuurlijkwetenschappelijke leest. Met gevoel voor understatement schrijft Abma: ‘Het vakgebied zou aan geloofwaardigheid winnen als het zich meer met de complexiteit van het sociale leven in natura zou bezighouden.’

Het betoog van Abma sluit naadloos aan bij het protest dat zich begint af te tekenen tegen de hersenmythe. Wie tegenwoordig een boekhandel binnenloopt kan bij de non-fictie beststellers kiezen uit een tiental breinboeken. Ook aan de jonge lezers is inmiddels gedacht, die er immers ook alleen maar beter van worden als ze begrijpen dat hun amygdala opspeelt als ze zich angstig voelen. Voor De Groene Amsterdammer was begin dit jaar de maat vol. Het blad kopte met een artikel over neurononsens en het simplisme van de breincultuur: wij zijn meer dan ons brein. Wapenveld-redacteur Ella Lobregt-van Buuren pakt dit thema op naar aanleiding van enkele recente boeken die zich te weer stellen tegen de eenzijdig focus in de psychiatrie op het brein. Lobregt is zelf werkzaam als GZ-psycholoog en heeft dus van binnenuit te maken met de natuurwetenschappelijke wind die is opgestoken. Als redactie willen we in de toekomst deze trend vervolgen door mensen te vragen om te reflecteren op hypes, kansen en blikvernauwingen in hun eigen werkomgeving.

Over wat wetenschap wel en niet mag, schrijft ook Jan van der Stoep. Van der Stoep, lector aan de Christelijke Hogeschool in Ede, overziet het terrein van sociale wetenschappen en religie. De spanning tussen geloof en sociale wetenschappen die we als redactie hebben gesignaleerd in de jaarserie zou volgens hem weleens mee kunnen vallen. Hij geeft een theoretische onderbouwing van wat Miranda Klaver in een interview met haar in het vorige nummer al aangaf: de existentiële ontmoeting met God laat zich niet deconstrueren door de sociale wetenschappen, hoe vanzelfsprekend dat soms ook lijkt.

Recent is het nieuwe liedboek van de protestantse kerken uitgekomen. Het is een lijvig boekwerk geworden met meer liederen dan ooit. Discussiëren over het zingen van psalmen en gezangen is de specialité de la maison van Nederlandse protestanten. Journalist en dichter Hilbrand Rozema kiest zijn eigen benadering en geeft een fascinerende analyse van het auteursregister in het ‘oude’ liedboek.  Het register biedt hem uitzicht op de wereldkerk en de christelijke traditie. Of het betoog van Rozema een waardeoordeel inhoudt van het nieuwe liedboek  – zonder auteursregister  –, mag de lezer zelf beoordelen. In ieder geval is het moeilijk na lezing van dit artikel niet nieuwsgierig te worden naar de dichters en vertalers van de nieuwe liederen in het liedboek. Pieter Jan Dijkman en Geerten Boogaard houden orthodoxe christenen in dit nummer een spiegel voor: ze moeten zich wat minder opwinden over de seculiere agenda van links.

Na het vertrek van Peter van Dijk als redacteur binnen de redactie (waar u ook in dit nummer gelukkig weer weinig van merkt), zijn we op zoek gegaan naar een opvolger. Wij zijn erg blij dat we Enny de Bruijn uit Barneveld kunnen verwelkomen in de redactie. Zij is redacteur cultuur bij het Reformatorisch Dagblad. Haar proefschrift over Jacob Revius ontving lovende reacties binnen en buiten de christelijke kring. Het is een van die zeldzame proefschriften waarin leesbaarheid voor een breed publiek en diepgang elkaar versterken in plaats van tegenwerken. Als dat niet bij Wapenveld past!