Een vogeltje in het gras

Gouden moment

Bij de jaarserie ‘Geheimen openleggen’ worden gouden momenten geplaatst, een term gemunt door prof. W. ter Horst. Door een gebaar, een woord, een versje kan de volwassene het kind inwijden in de geheimen van geloof, hoop en liefde.

Mijn moeder las aan mijn bed uit de kinderbijbel: ‘Stil! Daar zit een vogeltje in het gras. Zijn kleine schitteroogjes kijken vrolijk rond. De zon schijnt zo blij, en door de bladeren ruist de wind. Het is zo mooi in de tuin, zo mooi! Daar fladdert een vlindertje, vlug op en neer, vlug heen en weer. Daar klimt een klein torretje omhoog aan een grasspriet. God heeft ze alle gemaakt. En Hij zorgt voor hen. Maar toen, toen kwam het allermooiste. God maakte de mens.’ Ik leerde God en Zijn verhaal door haar kennen, maar Hij bleef een verre Schepper.

De dag dat mijn oudste broer na een zoektocht van een verdoemend God naar een verzoenende Vader voor mij stond en zei: ‘Weet jij wel dat Jezus ook voor jou aan het kruis ging?’ besloot ik dat zijn woorden waarheid waren. Jezus was ook voor mij aan het kruis gestorven tot vergeving van al mijn zonden.

Het was een gouden dag; ik verkondigde dat woord, waar mijn hart vol van was, aan leeftijdsgenoten op de jeugdvereniging en was hevig teleurgesteld toen bleek dat zij wilden afwachten tot de Heere ook hen dat geloof - dat ik zo makkelijk verkregen had; had ik wel genoeg zondebesef? - zou schenken.

‘De bezoldiging van de zonde is de dood…’, dat was wat ik geregeld in de kerk hoorde, maar de zin ‘… de genadegift van God is het eeuwige leven’ kwam daar niet achter aan. Die las ik later zelf in de Romeinenbrief en ik verwonderde me met blijdschap dat die in één adem gezegd werd met de voorgaande. De Schepper, het kruis, bezoldiging van de zonde en genadegift van eeuwig leven; het zijn begrippen die, tot mijn eigen verwondering en door tijden van hevige twijfel, zijn blijven staan.

Later pas ontdekte ik dat zonde niet iets algemeens was, waarvan ik door het kruis in één klap verlost werd, maar een gebrokenheid in mijn handelen die uit de gebrokenheid van mijn wording voortkwam. De boeken van Simone Pacot hebben daarbij veel voor mij betekend. Ik begon, door Gods genade, zicht te krijgen op meer dan alleen de symptomen van woede, teleurstelling, angst en liet, in de woorden van Pacot, ‘de eigenlijke problemen niet langer onaangeroerd’. Bekering werd voor mij terugkeren van de dwaalweg die ik had ingeslagen, bijvoorbeeld met betrekking tot mijn beeld van God, mijn idee over zonde, mijn begrip van verlossing. Dat sloot aan bij een woord dat al lang geleden in mij aan het werk was gegaan: ‘Gij kunt niet zien (weten), tenzij gij wederom geboren wordt’.

Door de theologische studie van mijn man en zijn bestudering van de eerste brief van Petrus kwam het begrip redding in het teken van het proces van bevrijding te staan. Daarmee kregen de woorden ‘Tot vergeving (wegneming) van zonden’ meer betekenis in mijn denken en doen evenals de woorden uit Romeinen. Vergeving wordt voor mij steeds meer werkelijkheid in het nu van de eeuwigheid. Het betekent de weg van de dood (die voortkomt uit de genoemde gebrokenheid) verlaten om vervolgens met de hulp van Vader in elk facet van het gebroken leven opnieuw geboren te worden.

Mijn verlangen naar harmonie, dat al in mijn kinderjaren aanwezig was, is, naar de woorden van Andrew Murray, Gods verlangen dat hij mij (de schepping) gegeven heeft. In die zin is het zoeken van de wil van God geen móeten doen, maar beantwoorden aan het Verlangen.

Janne IJmker schreef jeugdboeken en de historische romans 'Achtendertig nachten' en 'Afscheid van een engel', www.janneijmker.nl.