Redactioneel

Als afsluiting van de jaarserie over geloofsoverdracht spreekt Wapenveld met Emiel Hakkenes en Bas Plaisier. Beide zijn oude bekenden omdat Emiel Hakkenes als redacteur bij Trouw in 2008 een boek schreef over Plaisier als kerkleider. Hakkenes schreef recent een boek over de geschiedenis van zijn familie. Hij stelde zich de vraag in hoeverre hij zich nog verbonden weet met hun geloof. Voor Hakkenes zelf is de relevantie van het christelijk geloof verdwenen. Binnen het schrijvend gilde van kerkverlaters van Maarten ’t Hart tot Franca Treur heeft hij een unieke eigen positie. Hakkenes heeft een open en welwillende houding tegenover kerk en geloof waar veel kerkmensen nog wat van kunnen leren.

In het gesprek laten we het verhaal van Hakkenes schuren met China-ervaring van Bas Plaisier, de voormalige scriba van de Protestantse kerk. Hij verbleef de afgelopen jaren in Hong Kong en was getuige van de enorme groei van het christendom in China. Hakkenes neem dit alles volstrekt serieus, maar het lukt hem niet om aan te haken. ‘Ik onderken het belang van religie wel, maar herken het niet.’ Plaisier ontdoet niettemin de vraag naar de geloofsoverdracht van de tobberigheid die dit thema vaak omgeeft: ‘Probeer de Geest niet na te rekenen. Ik heb steeds meer de neiging om de vragen over de toekomst van de kerk in ons land uit handen te geven.’

In dit nummer schrijft de founding father van het gouden moment, Wim ter Horst, zelf een bijdrage. Zijn gouden moment is een ontroerend verhaal. Hij vertelt hoe hij, net na de watersnoodramp van 1953, iets ontwaarde van het geheim van het christelijk geloof,

Wapenveld-redacteur Wim Dekker bespreekt de recente studie van Teus van de Lagemaat over de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse kerk. Hij kraakt een kritisch noot over het individualiseringsbegrip dat Van de Lagemaat gebruikt in zijn studie. Met enig gevoel voor ironie stelt Dekker dat de creativiteit binnen de Gereformeerde Bond bij het zoeken naar kerkelijke vernieuwing beperkt is: ‘De creativiteit lijkt niet verder te gaan dan het in eigentijds taalgebruik omzetten van klassieke geschriften: herstelde Statenvertaling, herstelde oude psalmberijming, herstelde formulieren, herstelde belijdenisgeschriften (en binnenkort een herstelde Hervormde zangbundel).’

De Amerikaanse schrijfster Marilynne Robinson schrijft romans, waarin op een fijnzinnige manier grote christelijke thema’s midden in het menselijke bestaan worden neergezet. Geen enkel vooroordeel bij Amerikaanse christelijke romans wordt door haar bevestigd. Ook Amerikaanse recensenten weten niet goed raad met deze calvinist: ‘In her new novel, Lila, Marilynne Robinson has written a deeply romantic love story embodied in the language and ideas of Calvinist doctrine. She really is not like any other writer.’ In het voorjaar zal Lila, haar nieuwste roman, in vertaling op de Nederlandse markt verschijnen. Wapenveld kan daar niet op wachten en heeft daarom aan Arjan Plaisier gevraagd het boek voor ons te lezen. In een andere literaire bijdrage zet Menno van der Beek de bijna vergeten schrijver Boeli van Leeuwen terug op de boekenplank.

Als redactie van Wapenveld hebben we het voorrecht regelmatig reacties te ontvangen op de inhoud van ons blad. Recent ontvingen we een bericht van Chris Janse, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en trouw lezer van ons blad. Hij wees erop dat in het recente artikel van Cors Visser ‘Randstadrefo’s en Barneveldse baptisten’ ten onrechte wordt gesteld dat Janse vindt dat christenen niet in een grote stad thuishoren. In de door Visser genoemde publicaties is een dergelijke uitspraak inderdaad niet te vinden. Janse wil juist benadrukken dat het van belang is dat orthodoxe christenen in de grote stad present zijn en blijven. Waarvan akte.