‘And no religion too’

Op radio 2 is nu misschien de jaarlijkse top 2000 weer bezig, met steevast hoog genoteerd de hit Imagine van John Lennon.  De tekst is bekend. Ik citeer: Imagine there’s no heaven, It’s easy if you try, No hell below us, Above us only sky, Imagine all the people, Living for today… Imagine there’s no countries, It isn’t hard to do, Nothing to kill or die for, and no religion too – Imagine all the people, Living life in peace… You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one, I hope someday you’ll join us, and the world we be as one… Imagine no possessions, I wonder if you can, No need for greed or hunger, A brotherhood of man, Imagine all the people, sharing all the world…

Onschuldig, zoet, op het naïeve af. Maar toch blijf ik altijd haken aan: ‘…and no religion too’. 

Wat is er aangenaam aan een wereld zonder religie? Het antwoord ligt in de eerste helft van het regeltje ‘Nothing to kill or die for’.

Als je landsgrenzen en godsdiensten afschaft, rest er vrijwel niets meer waarvoor mensen bereid zijn te doden en te sterven. Het is een opvatting die in Lennons tijd misschien nog wat provocatief klonk, maar die je nu dagelijks hoort en leest. Waarbij voor het gemak vergeten wordt dat zowel het fascisme als het communisme, de ideologieën die in de recente geschiedenis toch de meeste doden op hun conto konden schrijven, juist bijzonder afkerig waren van religie.  

Wat me zo fascineert aan de simpele tekst van Lennon, is dat die zelf veel weg heeft van een religieuze tekst. Er maar één element dat ontbreekt wil de tekst werkelijk religieus genoemd kunnen worden, en dat is: dankbaarheid. Lennon lijkt het doodnormaal te vinden dat mensen over het vermogen beschikken om dingen ‘weg’ te kunnen denken, om dingen te kunnen fantaseren die er niet zijn, om zich een wereld te kunnen voorstellen die heel anders is dan de feitelijke wereld, en bij die voorstelling dan ook nog te kunnen geloven dat de wereld op deze manier ‘omgedacht’ veel eerlijker, beter, mooier en liefdevoller zou zijn dan de feitelijke wereld op dit moment is.

Lennon neemt zijn eigen verbeelding en morele gevoel als uitgangspunt, en komt niet op het idee dat hij dit ook als gaven zou kunnen beschouwen, die hij dan natuurlijk ook met veel meer schroom zou inzetten, uit eerbied voor de geestelijke vrijheid van anderen. Degenen die hetzelfde dromen als Lennon, ja, die deugen – maar o, wee als je bijvoorbeeld wél aan landsgrenzen hecht, alleen al omdat je houdt van verschillen in taal, cultuur, landschap en architectuur: dan ben je een blokkade op de weg naar een solidaire, vreedzame wereld. Iemand met ideeën die volgens hem juist maar beter kunnen worden weggedacht. In de oren van een oppervlakkige luisteraar zou dat zelfs kunnen klinken als een verkapte oproep tot –.

Volgens mij is het idealistische optimisme waartoe Lennon uitnodigt, in de kiem even meedogenloos als hiërarchisch geordende, uitsluitende en gewelddadige geloofssystemen kunnen zijn. ‘Wil jij niet meedoen met onze droom? Wil jij oude gehechtheden niet opgeven? Dan moet je het zelf maar weten, maar dan heb je je lijden wel aan jezelf te danken…’ Al zal hij het niet zo hebben bedoeld.

Lennon werd jong vermoord, en dat geeft dit liedje extra diepte en betekenis. Vandaar misschien dat het ieder jaar zo hoog in de top 2000 staat. Zelfs stijgt. De onschuldige zanger is wreed omgebracht door een gefrustreerde fan die kennelijk niet kon omgaan met zoveel goedheid, zachtheid, vredelievendheid. Een bekend gegeven, al tweeduizend jaar. Maar de tragiek grijpt daarom nog niet minder aan. Je kunt religie dus wel willen afschaffen, maar de ontroering door en om mensen van goede wil – die blijft. Net als de verontwaardiging, elke keer dat het duister het op het licht gemunt heeft. Godzijdank.