Ongemakkelijke waarheid

Wat is nu eigenlijk een ongemakkelijke waarheid? Als Rutte weer eens een berichtje in de media afdoet als een berichtje in de media, dan was hij kennelijk nog niet klaar voor dat berichtje. Als hij er vervolgens op gewezen wordt dat dergelijke berichtjes regelmatig de ondergang van bewindslieden inluiden, zegt hij 'touché', en vervolgt zijn dag. Echt ongemakkelijk wordt het niet.

Wapenveld heeft het op zich genomen om de zwarte bladzijden van onze geschiedenis eens te inspecteren. Ik maak me zorgen over de redactie. Is dit een gesublimeerde hang naar zelfkastijding van bevindelijk gereformeerden, een reflex van het geloof waarin alleen boetedoening kan leiden tot vergeving? De duistere demonen van het eeuwig 'verdoemd, verdoemd' lijken ingewisseld voor het vrolijk 'maar wij zien heus wel onder ogen dat we ook gebreken hebben' – maar ondertussen, zo calvinistisch als de pest. Na 65 jaar een juichnummer uitbrengen, het zal Wapenveld niet gebeuren. Het lijkt erop dat een groepje stiekem ex-gereformeerden wil bewijzen dat ze toch echt wel aan zondebesef doen en toch niet op grote wielen de hemel in menen te fietsen. Voer voor psychologen.

Soms bewonder ik mensen om de kracht waarmee ze ongemakkelijke waarheden het hoofd bieden. In het museum in Philadelphia, waar pompeus de Amerikaanse onafhankelijkheid en superioriteit worden uitgestald, speelt een video. Daarop wordt verteld dat George Washington slaven had. De staat Pennsylvania stond reizigers toe hun slaven voor zes maanden aan te houden – bij een langer verblijf in de noordelijke staat moesten slaven worden vrijgelaten. Zo spaarde Pennsylvania de kool en de geit – slavernij was verboden, maar de staat vervreemdde zich niet te zeer van de zuidelijke staten. George Washington reisde eens in de vijf, zes maanden met zijn huishouding de staat uit – ook tijdens het opstellen van de onafhankelijkheidsverklaring. Een bijzonder ongemakkelijke waarheid voor de Verenigde Staten, het land dat zo trots is op zijn stichters. Toch, of juist daarom, draait die video daar.

Hoewel ik niet vies ben van reflectie (je leert toch altijd weer wat over de interessantste persoon op de wereld), ben ik niet zo fanatiek als het aankomt op collectief schuldbesef. Ik ben mijn buurmans opa niet, en voor je het weet verzand je in discussies over tijdgebonden waarheid, verlopen termijnen en hoeveel excuses zijn nu eigenlijk genoeg. En gedeeld zondebesef kan zomaar een grote schaamlap zijn – om persoonlijk niet te handelen. Maar oei, daar zeg ik alweer dat uw zondebesef niet voldoet – en duw u nog dieper in de put van ellende. Een oproep tot meer vrolijkheid leidt algauw tot een diepe depressie. We betreden een gevaarlijk land. Hic sunt leones.

Ongemakkelijke waarheden, zoals dat Pilatus eigenlijk wel wist dat Jezus niets had misdaan. De olifanten in de kamer. De dingen die we liever niet weten – maar ja, The truth does not change according to our ability to stomach it, om nog maar eens een Amerikaanse uit de kast te trekken (Flannery O'Connor) – die waarheden. Ik ken ze niet een-twee-drie, anders zou ik ze gelijk vertellen, maar weet wel dat deze waarheden ons kunnen helpen. Ik weet wel een paar methoden om ze te ontdekken (en vervolgens uit de weg te gaan natuurlijk). Past u vooral op voor de waarheden waar je iets aan kunt doen. Zinnen waar het woord ‘eigenlijk’ in voorkomt, die zinnen moet je in de gaten houden. Eigenlijk zou niemand meer dan een of twee ton moeten verdienen. Eigenlijk zou niemand honger moeten lijden. Eigenlijk zouden we wat minder met de auto moeten rijden. Eigenlijk is het gek dat er meer ophef wordt gemaakt over twaalf man bij Charlie Hebdo dan honderdachtenveertig Keniase studenten.