Ik beloof je nog veel meer vreugde

Brief aan mijn kleinkind (10)

Beste Tjeerd en Suzanne,

Wat een heerlijk bericht hebben jullie de wereld in te sturen, de geboorte van een klein meisje; ruim zeven pond baby en de moeder maakt het goed. ‘Het is bij de geboorte van onze kleinen alsof we de Schepper op heterdaad betrappen’,  schreef iemand ons bij de geboorte van onze zoon, en dat kwam dicht bij onze ervaring.

 

Welkom in de nieuwe wereld van het ouderschap. Het allermooiste dat mij overkwam in mijn leven? Nee, dat is de vader van onze vier prachtige kinderen. Maar ouderschap is wel de grootste verrassing, de grootste inspanning en de meest uitdagende taak die je in je leven kunt krijgen – en het houdt nooit meer op. Ik bedoel jullie geen schrik aan te jagen, het is alles waard. Het is op veel momenten verrukkelijk, en ook uitputtend en confronterend, en leerzaam. Je kunt je daar nu niets bij voorstellen. Geniet vooral van het nieuwe, het prille van deze eerste tijd; drink vooral in hoe mooi ze is: de zachte ronde wangetjes, die bos haartjes – vast van haar vader –, die wonderdiepe ogen, de lichte ademzuchtjes en de voetjes! Ik raak nooit uitgekeken op babyvoetjes: zo zacht, zo ongeschonden nog; later zullen ze getekend zijn door het vele dat ze hebben moeten dragen. Ik moet altijd als ik de voeten van oude mensen in het ziekenhuis zie – ach!, ingegroeide nagels, likdoorns, eelt, vergroeiingen – denken aan hoe die voeten waren toen ze klein waren, en nog geen mensenleven meegingen. Ik koop daarom graag piepkleine sokjes voor pasgeborenen, met de wens dat het krachtige voetjes zullen zijn die ze dragen zullen.
Ik hoop dat jullie een poosje op de roze, of zachtblauwe, wolk zitten, en niet uitgekeken raken op je kleine wonder. Maar je zult er geregeld af vallen: misschien al heel snel als je alleen met haar thuis bent en de schrik je bevangt: laten ze me nu echt met haar alléén? Ja, dat doen ze, wen er maar aan, dit is pas het begin.
Een van de mythes van onze tijd is dat je genoeg aan elkaar hebt, als gezin, dat je autonoom en vrij de klus van het samenleven en grootbrengen wel aankunt.
Het is niet waar.
In ons gezin hebben we een uitspraak van Hillary Clinton omarmd: It takes a village to raise a child – Er is een heel dorp voor nodig om een kind groot te brengen. Dat is waar en dat is heerlijk: je kunt het niet alleen, je hoeft het niet alleen te doen. Jullie komen beiden uit families waarin naar je kindje is uitgezien. Prijs jezelf er maar gelukkig om. Je zult het soms heerlijk vinden je kleine dochter toe te vertrouwen in andere verwelkomende armen, om weer even alleen Tjeerd en Suzanne te zijn, samen. Niet met steeds je oren op steeltjes of je kleine meisje je misschien nodig heeft. Breng haar vooral in de huizen van haar grootouders, ooms en tantes, vrienden, en doe dat met regelmaat. Dat is goed voor haar, voor hen en voor jullie. Het is goed voor de liefde,  goed om geloof en hoop gaande te houden en goed voor je moed en uithoudingsvermogen.

Heerlijk en ingewikkeld
Het deed me goed te horen dat jullie je kleine dochter de geloofsgemeenschap binnenbrengen en haar laten dopen. Dat is een ander deel van je familie, van het dorp dat nodig is om jullie terzijde te staan bij het grootbrengen van je kind.
Ten eerste betekent het heilig sacrament van de doop dat God de Vader zijn belofte op je kleine dochter legt: je bent van Mij. Hij verzekert jullie ervan dat je er niet alleen voor staat, en nodigt je uit om van Hem het ouderschap af te kijken. Hij is trouw en weet wat liefhebben is. Er zullen dagen komen waarin dat grote troost en rust zal betekenen. Omgekeerd doen jullie ook beloftes over hoe je vorm wilt geven aan je opvoeding, en zal de gemeente om je heen beloven jullie daarbij te steunen; om precies te zijn: de gemeente adopteert jullie, als gezin. Dat wordt niet altijd begrepen, maar dat is een groot en heerlijk geheimvol geschenk. Jullie, ouders, getrouwd of alleengaand, en kinderen staan er niet alleen voor. Herinner je geloofsgemeenschap aan deze beloftes, je zult elkaar nodig hebben. Dat zal je behoeden voor de valkuil van schuldgevoelens en eenzaamheid, soms zelfs van wanhoop, ook als je een goed stel bent.

   Durf hulp nodig te hebben en te vragen, wacht daar niet mee tot het water je aan de lippen staat. Ouderschap is heerlijk en dikwijls ook ingewikkeld. Iemand zei: Vader en moeder worden betekent dat je bereid bent je kind lief te hebben, ook als zij wegen gaat die jij niet voor mogelijk had gehouden, zo ver bij jou vandaan, misschien zal ze je hart breken. Met de doop zegt God: Bij alles wat gebeurt en gebeuren kan, Ik ben met jullie, alle dagen. Geslachten gaan, geslachten zullen komen. Dat weten we. Maar de psalm zingt verder: Wij zijn in uw ontferming opgenomen[1]. Dat geeft bodem aan je bestaan, aan je ouderschap. Aan haar dochterschap.
Maar vandaag is er vooreerst de vreugde om de kleine prinses in haar witte wieg, met liefde klaargemaakt door haar moeder. En ik beloof je nog veel meer vreugde. Ik herinner me zo goed het onverwachte gevoel van grote trots toen onze oudste voor het eerst haar eigen paspoort en vliegticket geregeld had om haar eerste grote reis alleen te maken. Dat betekende ook weemoed, maar vooral trots. Ik herinner me het eerste volwassen gesprek met onze zoon op het terras van een vakantiehuisje op Terschelling. De verrukking toen mijn man onze prachtige dochter de kerk in bracht, de mooiste bruid die ik ooit zag. De moed waarmee onze krachtige jongste haar grenzen verkent. Het zijn steeds momenten van grote dankbaarheid: dat onze kleintjes zo sterk geworden zijn. Godlof, Godlof. Het is zo verschrikkelijk de moeite waard.

Vrede, alle goeds,

Margriet

 

Met toestemming overgenomen uit Het kleine meisje van de hoop, door Margriet van der Kooi, Boekencentrum, 2016. Hoewel het hier strikt genomen geen ‘Brief aan een kleinkind’ maar aan kinderen betreft, acht de redactie het artikel heel goed passen binnen deze serie. Ds. M.A.T. van der Kooi-Dijkstra is geestelijk verzorger in verscheidene ziekenhuizen en als predikante verbonden aan de PKN in Woerden.