Redactioneel

De lezing van prof. A. van de Beek levert in dit nummer van Wapenveld nog een verrassende nalezing op van prof. C. Graafland. Graafland voelt zich bijzonder aangesproken door Van de Beeks opmerking dat de gereformeerde theologie de laatste eeuw geen vernieuwing heeft laten zien. Hij deelt deze opvatting omdat een afgerond systeem - en dat is de gereformeerde orthodoxie in zijn ogen - geen vernieuwing toelaat. Zelf gooit hij het, na veertig jaar te zijn bezig geweest met de gereformeerde theologie, over een andere boeg: de Schrift en de Schrift alleen moet het doen.

Graaflands verhaal past in de serie Vitaal Gereformeerd. De redactie heeft besloten de scribenten in deze serie zelf te laten bepalen of en zo ja hoe men wil reageren op deze bijdrage. Na afloop van de serie wordt dan bezien welke punten er nog over zijn voor nadere discussie. Bespreking van De eeuw van mijn vader van Geert Mak levert een andere bijdrage op in de jaarserie. Mijn conclusie is dat Maks boek een spiegel biedt waarin gekeken moet worden. De transformatie-processen die het leven van zijn ouders tekenden, raken nu de gereformeerde gezindte. Ook hier loopt de negentiende eeuw ten einde.

Prof. H.W. de Knijff laat zien waar het in de Engelse literatuur van de negentiende eeuw om ging. Die literatuur is minder saai dan menigeen denkt. In ieder geval heeft De Knijff ervan genoten. De victoriaanse tijd leverde een respectabele synthese op tussen christendom en cultuur. Een synthese die voor ons zijn kracht heeft verloren. Maar dat wil niet zeggen dat wij een betere in huis hebben.

In Het wonder van de losse olifanten doet Willem Jan Otten verslag van zijn weg naar de doop. Een moderne bekeringsgeschiedenis. Gijsbert van den Brink bespreekt dit verslag en legt het zwaartepunt bij Ottens inzet bij de acte van het geloven. ‘Wanneer ik met een geloofloze over geloof praat dan heeft hij het over iets anders.’ Terwijl een gelovige heel goed weet wat ongeloof is. Wat Otten bijvoorbeeld opmerkt over dorheid - tijden waarin de artikelen van het Credo je nietszeggend schijnen - is van grote diepgang. Men is niet met Otten klaar door hem honend met alle standpunten van de paus - Otten werd rooms-katholiek - te confronteren.

Noordegraaf zet zijn liederen-serie voort met de bespreking van een lied uit vroeger tijden. Ineens besef je hoe diep en breed de christelijke traditie is. Filosoof Peter Blokhuis analyseert op een licht ironische doch diepgaande wijze een foldertje van een bank. Ook banken blijken na te denken over het leven. Zinnen als ‘Straks lekker doorleven’ en ‘Later hebt u zelf in de hand’, we kijken er niet meer van op. Maar ze geven wel aan dat we in vreemde tijden leven. Ook in Wapenveldtreft u een foldertje aan, van een nieuw te verschijnen tijdschrift. In ruil voor deze geste zal er een Wapenveld-foldertje met het nieuwe tijdschrift worden meegezonden.