'Seksualiteit laat zich nimmer geheel verfunnen.'

Balans van de eeuw: interview met Carl C. Rohde over seksualiteit
Vorige week liep ik duwend achter mijn winkelkarretje in de Albert Heijn van Ede op weg naar de kassa. Deze werd even versperd ter hoogte van de tijdschriftenkast. Een moeder van goed dertig, kindje van 6, pakte een Donald Duck en voor zichzelf een Privé. Haar man liet zijn blik over de planken gaan. 'Hè, de nieuwe Playboy is er al. Pak die ook effe.'

Deze week zat ik aan het einde van de avond in de trein. Naast mij, aan de andere kant van het gangpad, zat een knul van ruim twintig. Hij las een tijdschrift. Op een gegeven moment sloeg hij een bladzijde om. Hij draaide het tijdschrift een kwartslag om de foto, die twee pagina's besloeg, goed te kunnen bekijken. Een goede minuut bestudeerde hij nauwgezet de vormen van een naakte, blonde vrouw van zo'n jaar of dertig. Vervolgens bladerde hij weer door en las verder.

Toen wij binnen de redactie discussieerden over de invulling van de serie 'Balans van de eeuw', dachten wij natuurlijk eerst aan grote politieke en kerkelijke thema's. Niettemin viel op een gegeven moment het woord seksualiteit. Al pratend leek het thema de moeite waard te zijn. Allen hadden wij de seksuele revolutie of liberalisering aan ons voorbij zien trekken. Op straat, in de kranten, op televisie, op internet en op het werk. Allen herinnerden wij ons de gevoelens van verbazing en ontzetting in eigen kring rond de boeken van Wolkers, Reve en vele andere literaire boeken in de jaren '70. Allen herkenden wij de nog steeds niet te stillen honger naar informatie over seksualiteit binnen en buiten kerkelijke kring, zichtbaar wordend in tijdschriften van allerlei signatuur.

Carl C. Rohde

Besloten werd tot een interview met Carl C. Rohde. Rohde (1953) is als universitair docent verbonden aan de werkgroep massacommunicatie en PR van de Universiteit Utrecht. Hij is tevens publicist. In 1997 promoveerde hij op de cultuursociologische studie Het vertoog van waardigheid; een cultuursociologische studie naar het dierbare en verhevene in de westerse beschaving. Dit boek wordt gesierd met een omslag waarop twee foto's van Madonna's. Eén foto geeft een muurschildering van Fra Angelico weer. De maagd Maria als zinnebeeld van vroomheid en zedigheid. Wie deze fresco's in Florence gezien heeft weet door Angelico wat teerheid en maagdelijkheid is. Schoonheid die in de verste verte niets met pornografie van doen heeft. De andere foto is van de Madonna van de jaren '90. De popster die op het hoogtepunt van haar roem een boek met naaktfoto's van haarzelf uitgaf. Niets verhullend hangt zij in een soort crucifix-houding boven het water. De prettig te lezen studie zelf laat aan de hand van sociologische theorieën en analyses van romans uit diverse perioden van de westerse cultuurgeschiedenis zien hoe de betekenis van waardigheid veranderde, mede onder invloed van het moderniseringsproces.

Momenteel houdt Rohde zich bezig met het bestuderen van trends. Hij signaleert, onderzoekt en volgt trends. Een proefje van zijn kunnen demonstreerde hij toen wij onze ogen openden na het gebed voor de maaltijd: 'Dat is zo veranderd van kleur dat bidden. Tegenwoordig staat dat voor iets anders. Nu moet je niet gaan lachen hoor, maar ik bid ook. Ik heb dus nooit gebeden. Tot mijn eerste grote levenscrisis. Toen wilde ik bidden. Ik was in het buitenland. In zo'n grote kerk. Prachtig. Ik was alleen. Maar ik dorst het niet.

Bij ballet had ik het tegenovergestelde. In de eerste les moest ik bam beng, twee bewegingen met volle kracht maken. Dus niet stap, stap, maar echt bam beng. Dat was toen zo'n verademing. Alsof je een heel ander register van je lijf opentrekt. Later was dat voor bidden ook zo. Ik doe het regelmatig. Ik ben wel niet zo heel religieus, maar wel meditatief religieus ingesteld. Heel bevrijdend.'

Als je de balans van deze eeuw opmaakt, is het dan terecht om centrale aandacht aan het thema seksualiteit te geven?

'Het aardige van deze eeuw is dat seksualiteit aan het begin van deze eeuw opnieuw ontdekt is. Seksualiteit heeft natuurlijk altijd bestaan, maar het is opnieuw ontdekt. En dat niet alleen door een elite. Het is doorgedrongen tot in alle lagen van de bevolking. Treffend onder woorden gebracht in het boek "Seeking our identity to our genitals" van Sennett. Het lijkt wel alsof wij sinds Freud allemaal het idee hebben dat onze ware identiteit in onze geslachtsdelen zit. Enerzijds klinkt dat vrij provocerend, maar de psycho-analyse houdt zich daar vrij stevig aan. Als je je seksuele energie teveel onderdrukt word je zo neurotisch als een deur, zo luidt daar de redenering. Freuds theorie is natuurlijk veel complexer, maar de grote belangstelling voor seksualiteit in onze eeuw komt hier wel vandaan. In het begin van deze eeuw was dat not done. Op Freud werd neergekeken, juist omdat hij zoveel nadruk op seksualiteit legde. De eerste golf van erkenning kreeg hij nota bene na de eerste wereldoorlog, omdat hij toen 50 soldaten is gaan onderzoeken. Daar kwam toen uit wat hij met zijn theorieën voorspeld had. Toen is hij wat meer salonfähig geworden. De aristocraten omhelsden zijn leer. En vervolgens werkte dat door in bredere lagen van de bevolking. Een samenleving waarin men zich opeens afvraagt "ik moet iets met mijn seksualiteit anders verdring ik wat".'

Begon het echt met Freud? De literatuur van het begin van deze eeuw laat toch ook een grote belangstelling voor seksualiteit zien? Denk maar aan het naturalisme in de romans van Emants en Couperus. Het seksuele driftleven krijgt daarin toch ook een centrale plek.

'Het grappige is, dat dat nog een mooie mix laat zien van gesublimeerd en niet gesublimeerd. Eline Vere bijvoorbeeld. Enerzijds zeer ingetogen, maar dan met bedekt hete scènes, om het maar eens zo te zeggen. Zij is een fantastisch voorbeeld hoe zij met haar psychologie en sociologie, juist geen weg weet met haar seksualiteit en deze sublimeert en zo verliefd wordt op de verkeerde mensen waardoor zij in een waanwereld komt te leven. Eline Vere had op de sofa bij Freud moeten liggen. Dan was zij wellicht minder tragisch aan haar einde gekomen. Dan had zij haar seksuele impulsen onderkend.'

Lawrence

'Een fase verder dan Freud is Lady Chatterly's lover. Daarin wordt de seksualiteit gevierd als iets dat remmingen, ook die van de klasse, opheft. Lawrence, de auteur, is ook iemand die eigenlijk zegt dat de samenleving beter wordt als je de seksualiteit anders organiseert. Dat valt natuurlijk ook allemaal weer mee, of tegen, maar dat wisten zij toen nog niet. Het geeft wel aan hoe seksualiteit in die tijd enerzijds vanuit een dieptepsychologisch perspectief in de belangstelling kwam te staan en anderzijds in bepaalde kringen werd gezien als de moverende kracht vanwaaruit je de hele samenleving kon veranderen.

Reich onderscheidde bijvoorbeeld drie verschillende soorten orgasmes. Het ejaculatieve orgasme, zeg maar het gewone orgasme, daarnaast het orgasme waar je een zogenaamd diepere ervaring aan beleeft, en tenslotte het orgastisch orgasme (ja, het was een Duitser, dus dan krijg je dit soort termen). Het orgastisch orgasme was niet haalbaar binnen de kapitalistische productieverhoudingen. Bij hem zie je dus ook, net als bij Lawrence, een directe koppeling tussen seksualiteit en politiek, in dit geval de kapitalistische productieverhoudingen. Dus aan het begin van deze eeuw zijn er nogal wat theorieën ontstaan die seksualiteit centraal stelden. Soms draait het daarin vooral om het individu en zijn seksualiteit. Aan de andere kant wordt het soms ook heel breed getrokken en opgenomen in een maatschappijvisie. Dat laatste heeft Freud trouwens ook gedaan. Op het laatst schreef hij Het onbehagen van de cultuur en dat is eigenlijk gewoon sociologie. Het boek gaat over de kracht van seksuele energie en de gevolgen van onderdrukking op individueel, maar ook op maatschappelijk niveau. Seksualiteit is hier een kracht die een betere samenleving kan bewerkstelligen.'

Consumptiesamenleving

'Daarbij komt in de jaren '20 en '30 de opkomst van een consumptiesamenleving, gepaard gaande met secularisatie. Daarin ontstond de moraal: je mag genieten. Een samenleving die uitnodigde tot consumeren en genieten. De reclame kwam op. Er ontstaan winkelstraten. Dat was voor een grotere groep dan alleen de bovenlaag. Iedereen moest genieten-naar-vermogen. De cultuur van je-mag-genieten kwam op tegen de cultuur van de zelfbeheersing en ingetogenheid van het christendom. En in die cultuur zegt Freud dat je ook kunt genieten van seksualiteit. Hij zegt niet alleen dat je genieten mag, maar ook dat je moet genieten, omdat je anders een probleem hebt. Dat was behoorlijk nieuw. Mede omdat Freuds theorie het karakter van een wetenschappelijke theorie had. En dat in een tijd die de burgers oproept om het genieten niet uit te stellen, maar te kopen op afbetaling. Dit alles leidde tot grootse veranderingen in de waardigheid van de seksualiteit.

Deze mix van individueel genieten van seksualiteit en seksualiteit als een maatschappij hervormende kracht is in de jaren '60 opnieuw opgepakt door het feminisme. Vrouwen worden onderdrukt en als je heel grondig kijkt begint dat al in de seksualiteitsbeleving, zo luidde hun analyse. De verhoudingen in bed weerspiegelen de verhoudingen in de kapitalistische patriarchale samenleving. De strijd tussen de seksen speelt zich af op het terrein van de seksualiteit. Simone de Beuavoir beschrijft ergens dat tijdens de studentenrevolutie in Parijs vrouwen zich prostitueerden aan de mannen op de barricaden. Dat past nog in het beeld van Lawrence. De idylle van vrije seksualiteit in een socialistische samenleving. Maar later ontdekten deze vrouwen dat zij dit eigenlijk helemaal niet wilden. Dat dit hun seksualiteit helemaal niet was. Kapitalistische uitbuiting en seksuele uitbuiting worden binnen het feminisme geïntegreerd tot een eigen revolutionair elan. Het persoonlijke, dus ook het seksuele wordt daar politiek. Dat is het statement van Anja Meulenbelts roman De schaamte voorbij. Doordat op deze manier seksualiteit geen privé zaak meer is, maar een zaak van maatschappelijk belang, ontstaat er een gigantische openheid om hier in alle toonaarden over te praten. Deze openheid is wetenschappelijk onderbouwd door verschillende krachten. Onze genotscultuur leert je dat je jezelf tekort doet als je je seksualiteit geen ruimte geeft, maar dat is het dus niet alleen. Deze gedachte is wetenschappelijk onderbouwd met de theorie van Freud. Dat maakt deze gedachte zo krachtig.

Hierbij komt natuurlijk ook 'de pil'. Deze maakte het mogelijk om seksualiteit vooral als consumptieartikel te zien en was voorwaardenscheppend voor de emancipatie van vrouwen.'

Tot nu toe ontbreekt in je verhaal de filosoof Foucault. Auteur van de geschiedenis van de seksualiteit. In zijn analyse van de westerse cultuur neemt seksualiteit een centrale plaats in. Voegt hij niets toe?

'Foucault is heel breed. Hij onderkent de kracht van seksualiteit. Maar het is ook een post-freudiaans denker. De seksualiteit was al overal. Hij zag het belang ervan. Maar hij zag het niet als een vormende kracht op zichzelf. Seksualiteit heeft bij hem alles met macht te maken. Seksualiteit maakt bij hem onder meer deel uit van het vertoog van de medische macht. Freud die macht uitoefent over onze seksualiteit doordat zijn wetenschappelijk theorieën bepalen wat goede seksualiteit is en wat niet. Op deze manier heeft de wetenschap macht over de seksualiteit in de samenleving.'

Betekent dit bij Foucault niet juist dat seksualiteit aan het subject onteigend is maar geproduceerd wordt door de verschillende machtsvertogen van bijvoorbeeld de wetenschap, de consumptiemaatschappij en de politiek? Probeert Foucault niet juist de seksualiteit terug te geven aan het individu door de lust, het driftleven van het individu centraal te stellen? Was zijn homoseksualiteit en zijn voorkeur voor sadomasochisme hiermee ook niet een politieke daad? Een poging tot verzet tegen de onteigening van de seksualiteit?

'Foucault was natuurlijk een leernicht in San Francisco, georiënteerd op SM. Je kunt dat interpreteren als een politiek daad. In het post-modernisme moet iedere impuls ter sprake gebracht kunnen worden. Men is op zoek naar het kleine verhaal van ieder persoonlijk individu. De grote verhalen zijn dood en dat impliceert dat ieder klein verhaal gehoord moet kunnen worden. Foucault was ook betrokken bij allerlei kleine emancipatiebewegingen. Van gevangenen bijvoorbeeld. In die zin kun je aan zijn SM-activiteiten een emancipatoir karakter geven. Tegelijkertijd hield hij ze vrij verborgen. Hij was er niet echt trots op en zijn familie houdt het tot nu toe nog verborgen.'

De Franse historicus Muchembled geeft in zijn geschiedenis van het civilisatieproces onder de lage sociale klassen aan dat de seksuele vrijheid vroeger groter was, omdat men toen minder reflecteerde. Men volgde veel meer zijn eigen driftleven. Reflectie zou dus beknellend werken voor seksualiteit.

'Interessante gedachte. Giddens heeft veel geschreven over de gevolgen van reflectie. Het leidt tot allerlei vragen. Heb ik de juiste vrouw getrouwd? Kan ik niet wat beters krijgen? Hoe lang blijf ik getrouwd? Neem ik kinderen? Hoeveel? Word ik een zorgvader? Allemaal vragen die twee generaties geleden nog niet bestonden. Het doorploegen van deze vragen suggereert dat je vrij bent en vrijheid maakt. Maar je kunt je afvragen of dit zoveel vrijheid oplevert.'

Heeft Foucault dan toch niet gelijk? Door reflectie hebben wij het idee dat wij steeds maar kiezen. Ook op het gebied van seksualiteit. Maar ondertussen kiezen wij steeds maar weer voor die zaken, die onze cultuur ons aanreikt. Een cultuur die bepaald is door onder meer het denken van Freud, het feminisme enzovoort?

'Ja, maar het probleem is dat je niet echt buiten het vertoog van de cultuur kunt kijken. Je kunt je in onze cultuur nauwelijks onttrekken aan de invloed van het vertoog van Freud en het vertoog van de consumptie en het vertoog van de strijd van de seksen. De vraag of je hiermee meer vrijheid hebt, is niet te beantwoorden. Je zit nu eenmaal altijd in die vertogen. Daar kom je nooit los van. Foucault heeft natuurlijk ook lang gezegd dat het subject niet bestaat, maar wordt bepaald door de vertogen van zijn tijd.

Tegelijkertijd is het zo dat juist in de vertogen van onze tijd allerlei seksuele vormen een plaats hebben weten te veroveren. De rol van de consumptiemaatschappij is hierin evident. Alle aandriften waar geld aan te verdienen is moeten mogelijk zijn. De consumptiemaatschappij heeft hiermee bijgedragen aan de emancipatie van de homoseksualiteit. Daar viel nu eenmaal veel aan te verkopen. Mannen waren tot de jaren '50 eigenlijk alleen maar kostwinnaar. Zij werkten zich te barsten en wisten nauwelijks meer dat zij een lijf hadden. Hij zorgde zo voor zijn vrouw en kindjes. In ruil daarvoor kreeg hij weer wat zorg en aandacht, ook seksueel, zodat hij weer kon gaan werken. Dat verandert vanaf de jaren '60. In de consumptiemaatschappij wordt mannen opeens ook geleerd dat zij zelf mogen kopen en genieten. Dat merk je in de reclame. Symbool hiervoor is de Playboy. Een apart blad voor mannen. U mag even aandacht voor uzelf, naar mooie auto’s kijken, naar mooie sport en mooie vrouwen. De Playboy voegde seksualiteit voor mannen toe aan het vertoog van de consumptie.'

Staat seksualiteit nog steeds in het centrum van onze cultuur?

'Dat weet ik eigenlijk niet zo zeker. Vanaf Freud tot aan de jaren '60 zie je wel de opmars naar het centrum. Het feminisme heeft het ook weer in het centrum geplaatst. In die tijd was de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervormingen ook op zijn hoogtepunt. Maar in de loop van de jaren '80 zie je het verschuiven. Het revolutionaire karakter is er af. Alles kan en mag. In jongerenbladen wordt openlijk over seksualiteit geschreven zonder dat dat als provocerend wordt ervaren. Ook niet wanneer daar foto’s bij gepubliceerd worden. Seksualiteit is gewoon geworden. In de jaren '60 ontleende je voor een belangrijk deel je identiteit aan seksualiteit. Dat is nu minder het geval. Het is tot een aspect van het bestaan geworden, waarover je niet meer moeilijk hoeft te doen. Je kijkt nergens meer van op. Op televisie wordt ook alles getoond zonder dat dat als provocerend wordt ervaren.'

Kellendonk

Maar als je de moderne literatuur van na de tweede wereldoorlog leest, krijg je daaruit niet de indruk dat seksualiteit geluk bevordert of als zingevend wordt ervaren. Er is veel aandacht voor seksualiteit, men consumeert het, is er verslaafd aan, maar het lijkt geen geborgenheid te bieden. Het is soms zelfs verbonden met de dood zoals bij Reve en Wolkers.

'Ja, maar dat past in het post-modernisme. Lawrence plaatste seksualiteit nog in het grote verhaal van een nieuwe en goede orde. De post-modernen geloven niet meer in het grote verhaal. Op seksualiteit kun je geen groot verhaal meer bouwen. De schrijvers die je nu noemt ontdekken dat in hun boeken. "Wat pijnlijk. Weer een illusie minder."

En dan heb je natuurlijk Kellendonk. Zelf homo, zegt hij dat homoseksualiteit niet meer is dan een parodie op de liefde. Wij hebben het universum verhoogd, maar missen de kern. Wij nemen niet deel aan het mystiek lichaam. En wat is het mystiek lichaam? Dat is de oervorm van het menselijk bestaan, het gezin. En daar vallen ze buiten. Zodra je seksualiteit loskoppelt van voortplanting, en dat doen zij allemaal, dan krijg je een eigen wereld apart. Daarmee is homoseksualiteit een metafoor voor onze tijd. Want eigenlijk zijn wij allemaal op seksuele ruimtevaart gegaan, door seksualiteit los te koppelen van voortplanting. Wanneer je seksualiteit loskoppelt van de gevolgen ervan, krijg je speelruimte die op te vullen is met consumptieartikelen. In die zin hebben wij allemaal een homoseksuele identiteit gekregen.

Bij Kellendonk is dit ook pijn. Je hebt seksuele vrijheid, maar uiteindelijk hoor je nergens echt bij. Het verankert niet. Je maakt geen deel uit van de geschiedenis.'

Als wij zo de balans opmaken van de ontwikkelingen in de seksualiteit in deze eeuw, lijkt het vooral een eeuw van liberalisering en bevrijding te zijn. Seksualiteit werd ontkoppeld van voortplanting, er komt ruimte voor seksuele ontplooiing van mannen, vrouwen en bijvoorbeeld homoseksuelen. Toch lijkt het niet één groot feest geworden te zijn. Mede door het feminisme zijn ook de verhalen over seksueel misbruik aan de oppervlakte gekomen. Het einde van de twintigste eeuw doet ons blijkbaar ook beseffen dat er op seksueel vlak diepe schade wordt aangericht.

'Dat is waar. Ik heb nu alleen nog maar de grote lijn geschetst. En dat lijkt te wijzen op een meer consumptieve benadering van seks. Seksualiteit is oppervlakkiger geworden. En dan blijkt dat wij ons toch nog steeds druk maken om misbruik van seksualiteit. Misschien kun je in het uitgaanscircuit een tijdje genieten van promiscue seksualiteit, maar het is blijkbaar toch niet de diepste waarde van seksualiteit. Zodra je het activeert, activeer je toch een verlangen naar meer dan seksualiteit. Iedereen die er maar op los vrijt in het uitgaanscircuit zegt, ook nog in deze tijd en vooral ook onder jongeren, dit is het niet. Onder jongeren, en dan niet alleen de christelijke jongeren van Putten, is weer belangstelling voor het bewaren van de seksualiteit voor die ene speciale jongen of dat ene speciale meisje. Dat doet lang niet iedereen, maar het raakt wel een snaar. Seksualiteit laat zich blijkbaar nimmer geheel vercommercialiseren of "verfunnen". Noch het appel van Freud - verdring het niet - noch de commerciële samenleving - geniet er van - kan blijkbaar het mysterieuze karakter ervan geheel verdringen.'

De balans?

'Ik vind het een goede eeuw geweest. Er is ruimte gekomen om te genieten van de seksualiteit, zonder het helemaal te willen vercommercialiseren. Freud heeft zinvol werk verricht. En dat waardeer ik. Het blijft een impuls die ik mooi vind, levensbevestigend ook. Respecteer je seksualiteit en stop het niet weg.

De ontdekking van het feminisme dat vrouwen een eigen seksualiteit hebben vind ik ook een goede impuls. Het is een grote revolutie geweest, met pijn en strijd, maar waardevol.

Dat dan vervolgens alles ook weer fout gaat, dat kan niet anders. Wij zijn mensen. Maar in verhouding tot andere onderdelen van de twintigste eeuw, de oorlogen, vind ik dit een mooie ontwikkeling. Als ik een verhaal had moeten houden over de politieke ontwikkelingen in de twintigste eeuw, was mijn verhaal zwartgalliger geworden.'