Maria Montessori 1870-1952

Kind van haar tijd, vrouw van de wereld
Marjan Schwegman

Van Rousseau is in het verleden beweerd dat hij zijn pedagogische gedachten heeft ontwikkeld als schuldbetaling voor de vijf kinderen die hij te vondeling legde.[1] Hij verwoordde een ideaal dat hij zelf niet bij machte was te volbrengen. Iets dergelijks kan van Montessori gezegd worden. In deze boeiende levensbeschrijving wordt haar levensmissie in verband gebracht met belangrijke gebeurtenissen in haar leven. Maria Montessori bracht een kind ter wereld dat in het geheim door een onbekende familie op het platteland werd opgevoed, en dat Maria alleen als toeschouwer zo nu en dan bezocht. Marjan Schwegman, die onder andere hoogleraar vrouwengeschiedenis is in Utrecht, heeft dit gegeven op een integere manier in verband gebracht met de motivatie van Montessori om de zuiverheid van het kinderlijke bestaan te verdedigen. In het denken van Montessori zijn de ouders degenen die het kwade bij het kind aanrichten. Doordat ouders met hun eigen verleden klaar moeten komen en bezig zijn met hun eigen ontwikkeling heeft het kind te lijden van de projecties die zij over hen uitstorten. Met het uit handen geven van haar eigen kind ontkwam Maria aan deze bedreiging. Aan de andere kant ziet zij de ont-binding van de ouder kind relatie sinds de baarmoeder als één van de smartelijkste dingen die het kind in zijn leven ervaart. In haar eigen leven was dit realiteit toen zij de zeldzame keus maakte om als vrouw medicijnen te gaan studeren aan de universiteit van Rome (1892). Dit druiste in tegen de wens van haar vader. Tegen het licht van het eigen losmakingsproces (van haar ouders, maar ook van de dominante mannenwereld) is het begrijpelijk dat zij streed voor de rechten van de eigen unieke ontwikkeling van ieder kind. Zij deed dit merkwaardig genoeg op een rigide manier. Zij had een aantal standaardmaterialen ontwikkeld die het kind uitnodigden om zelf de werkelijkheid te ontdekken en het eigen denken te ontwikkelen. Zij gaf echter geen plaats aan de eigen creativiteit van het kind. Volgens haar zou de vrije expressie de zuivere ontwikkeling van het kind verstoren. Nadat zij haar eigen methode ontwikkeld had, stelde zij alles in het werk om de authentieke toepassing ervan te garanderen. Alleen door haar opgeleide vrouwen mochten aanvankelijk werken in een casa dei bambini. Scholen die haar werkwijze niet goed uitvoerden, mochten niet meer met haar naam in verband gebracht worden. Zo ontstaat het beeld van een trotse eigenzinnige vrouw die een passie had voor goed onderwijs aan kinderen, maar die steeds bezig was met het beschermen van haar gecreëerde wereld. Het unieke van deze levensbeschrijving is dat Schwegman alleen met indirecte middelen meer zicht op Maria Montessori kon verwerven. De archieven die beheerd worden in haar woonhuis in Amsterdam zijn niet toegankelijk voor onderzoekers. De auteur die een grote kennis heeft van de moderne Italiaanse geschiedenis, heeft een aantal bronnen bestudeerd 'rondom' de hoofdpersoon. Zo geeft zij bijvoorbeeld inzicht in de ideeënwereld van haar hoogleraren en komt tot de conclusie dat Maria doordrenkt is geworden van het positivisme. Dit heeft voor de pedagogiek verstrekkende gevolgen. De pedagoog is niet alleen iemand die in relatie staat met het kind, maar is ook wetenschappelijk waarnemer. Hij kijkt wat het kind doet en trekt vervolgens conclusies over hetgeen het aangeboden moet krijgen. Deze benadering van het kind is diep doorgedrongen in het pedagogisch denken van de 20e eeuw. Montessori heeft naast de andere reformpedagogen de eer om aan de basis te staan van kindgericht denken in het onderwijs. Deze biografie geeft op een voortreffelijke manier inzicht in haar denkontwikkeling en in de verbindingslijnen naar de geest van haar tijd.

  1. University Press, Amsterdam 1999, 256 p., F34,50