Redactioneel

Terug van vakantie lees ik in het NRC-Handelsblad een recensie van het laatste boek van Kuitert, de enige theoloog die het in deze krant tot recensie brengt. ‘Er is niets buiten de mens’, ‘Kuitert is klaar met het ontmantelen met het geloof’, stond boven de recensie. Kuitert is zijn adagium ‘dat alles over boven van beneden komt’ zo trouw dat hij het christelijk geloof niet anders kan zien dan als verbeelding. Zijn boek heet dan ook Hetzelfde anders zien. Het christelijk geloof als verbeelding. Dat zou deels nog geen onzin hoeven zijn, als Kuitert verbeelding maar niet geheel aan de menselijke subjectiviteit zou laten ontspringen. De recensente, Marjoleine de Vos, doet dat trouwens ook. Door religie te herleiden tot de menselijke verbeelding zou Kuitert in feite slechts de kunst overhouden en kunst, schrijft ze, is een manier om de wereld te formuleren, vorm te geven, uit te drukken en tegen te spreken. Dat ook, zeker, maar is dat alles? Ontspringen religie en kunst – ook als de verbeelding in het spel is, en dat is ze –slechts aan de menselijke subjectiviteit? Is psalm 23, Kuitert houdt van deze psalm, alleen zinvol omdat het een stervende kan helpen? Als Etty Hillesum op 7 september 1943, zittend in een veewagon naar Polen, haar bijbel openslaat en een psalmregel leest – ‘De Heere is mijn hoog vertrek’ – is dat dan slechts subjectieve verbeelding, bedoeld om de rauwe werkelijkheid wat te verdoven?

Door de verbeelding is de mens, schrijft De Vos, in staat ‘als een dichter de wereld onder woorden te brengen, als een ziener die niet gevangen zit in de erfzonde, maar die vrij is om de ‘onbenoembare leegte’ om hem heen te ervaren’.

Kuitert is 80 jaar. Joseph Ratzinger, tegenwoordig Benedictus XVI, bisschop van Rome, 78. De werkelijkheid die met de erfzonde wordt uitgedrukt,verdient volgens hem herontdekking. ‘De mens bevindt zich niet alleen in een toestand van economische en sociale vervreemding. Onze vervreemding is fundamenteel en is daarom niet met eigen inzet op te heffen. Als we dat niet begrijpen, begrijpen we ook niet meer de noodzakelijkheid van Christus, de Verlosser’. Diederik Wienen schijft in dit nummer een uitgebreid artikel over de opvattingen en de vermoedelijke agenda van de nieuwe paus. Wienen eindigt zijn artikel met een woord van Bonhoeffer, die het weer deels van Solovjow heeft. ‘Wat is het meest wezenlijke van het christendom? Dat is Jezus Christus zelf’. Nu Kuitert geen theoloog meer is, en het NRC-Handelsblad dus op zoek moet naar een opvolger voor de recensierubriek, zou Ratzinger kandidaat kunnen zijn.

Rest mij te melden dat de overige inhoud van dit nummer zeer de moeite waard is, dat het RRQR-team met 4-2 de strijd om de prof.dr. A.A. van Ruler-bokaal heeft gewonnen en dat vanaf het volgende nummer Bart Wallet als de nieuwe redactiesecretaris het redactioneel voor zijn rekening zal nemen. Mij was het altijd een genoegen. Dat genoegen wens ik Bart ook toe.