De Schopenhauerkuur

Irvin D. Yalom

Op het moment dat wij deze bespreking schrijven bericht de pers over een conferentie georganiseerd door Eleos: over seksualiteit. Zowel het RD en het ND maken er melding van. Problemen met seksualiteit komen overal tot uiting: in pornografische lectuur, op het internet en in seksueel misbruik in gezinnen. De christelijke gemeente lijdt er onder. Er is meer openheid nodig om over seks te praten, zo meldt het verslag. Zelfs in de kerkenraadsvergadering dienen ambtsdragers zich daarin te oefenen. De seksuele revolutie heeft zo zijn uitlopers in de gereformeerde gezindte. In openheid over genieten, in aandacht vooral voor uitspattingen, in seksuele vorming van jongeren die het – zo leren verhalen ook uit de reformatorische en gereformeerde scholengemeenschappen ons – meer dan bont maken. De drang tot seksualiteit en de problemen die dat geeft in intermenselijke relaties zijn twee hoofdthema’s in de nieuwste roman van de Amerikaanse psychotherapeut Yalom[1]. De belangrijkste aanjager van de seksuele revolutie is volgens de auteur niet Freud geweest, maar Schopenhauer. Schopenhauer gaf als eerste een zeer belangrijke nuance aan de verlichtingsthese dat de werkelijkheid, zoals we ons die voorstellen, slechts bestaat uit constructen van ons denken en niet rechtstreeks uit de realiteit zelf voortkomt. Hij ontdekte dat er één betrouwbare reële bron is waar we rechtstreeks, zonder bemiddeling van onze ideeën toegang toe hebben, en dat is het lichaam. Het lichaam laat zonder enige tussenkomst van waarnemingen of overwegingen zien wat er zich in de mens voordoet. Dat geldt gevoelens, dat geldt ook de oerdrift van de seksualiteit. Schopenhauer is zijn hele leven lang – in zijn gedrag en in zijn denken – bezig geweest met de strijd tussen enerzijds de oerdriften die hij bij zichzelf waarnam en die tot uiting kwamen in een nogal uitbundig seksueel leven en anderzijds zijn verlangen om hier geheel van vrij te zijn en om zich geheel te kunnen wijden aan grote denkers. De oplossing vond hij in een solitair bestaan. Hij verwaardigde zich niet om met mensen om hem heen te spreken. Zijn arrogantie in het vermijden van contact ging zo ver dat hij voor twee man in het restaurant betaalde om niet een andere gast naast zich te krijgen. Zijn mensenverachting bezorgde hem een slechte naam, ook bij zijn uitgevers. Dit leidde er toe dat zijn werk gedurende zijn leven nauwelijks bekendheid kreeg. Schopenhauer hunkerde naar erkenning, wist dat hij deze niet kreeg, maar was er tegelijk van overtuigd dat hij na zijn dood beroemd zou worden. Yalom lijkt met deze roman mee te doen in een postuum eerbetoon aan Schopenhauer. Hij doet dat op een uitermate creatieve manier. In het boek worden twee verhalen door elkaar geweven, de biografie van Schopenhauer en het verloop van een groepstherapie gedurende een jaar. Deze combinatie maakt het boek interessant voor psychiaters, psychologen of agogen die met groepen werken en ook nog eens geïnteresseerd zijn in filosofie. Met deze combinatie van interesses ben je bij Yalom trouwens aan het goede adres. De Amerikaanse psychiater heeft ook al een boek geschreven over Nietsche. In dat boek gaat het echter minder om de biografie dan wel om een centraal thema uit Nietsches denken. Deze wordt uitgewerkt in een fictieve therapie die Nietsche volgt bij Beuler, de leermeester van Freud. In De Schopenhauerkuur leren we de ziel van de filosoof op een heel andere manier kennen. Eén van de hoofdpersonen, Philip, die aan een ernstige seksuele obsessie heeft geleden, komt op een merkwaardige manier in de therapiegroep van therapeut Julius terecht. Op het moment dat hij in de therapiegroep komt is hij inmiddels van zijn obsessie genezen, en wel door het lezen van Schopenhauer. Gedurende het verloop van de therapie ontpopt hij zich als een soort kopie van Schopenhauer. Hij heeft zich diens werk zo eigen gemaakt dat hij zonder contact te maken met de andere groepsleden citaten opzegt. Dat geeft vermakelijke en ook onthullende scenes. Philip gedraagt zich als een soort autist – volledig op het eigen denkproces gericht en zo weinig mogelijk contact makend – in een groep waar voortdurend doorgevraagd wordt op gevoelens en relaties. Dit roept uiteraard de nodige frustraties op bij de groep, maar leidt ook tot doorbraken in individuele processen. Paradoxaal krijgen juist de starre cognitieve reacties van Philip een spiegelfunctie. Zijn volstrekte concentratie op de ratio maakt dat de groepsleden ineens weten wie ze werkelijk zijn. De uitspraken hebben een enorme innerlijke dynamiek bij de andere groepsleden tot gevolg en werken zelfs hun genezing in de hand. De ironie van het verhaal is dat de genezing zelfs tot in de relaties doorwerken. De groepsgenoot die in de periode van seksuele obsessies van Philip door hem misbruikt is, komt zo ver dat ze met hem kan gaan koffiedrinken. Dat gebeurt ongeveer op hetzelfde moment als Philip van zijn autocentrisme bevrijdt wordt en in huilen uitbarst. Deze roman is naar mijn besef interessanter vanwege de thematiek dan vanwege het literaire gehalte. Qua taalgebruik valt er niet veel aan te genieten. Nog afgezien van de hier en daar vulgaire taal met betrekking tot seksualiteit, heb ik De Schopenhauerkuur eerder als een saai dan een spannend boek ervaren. De compositie maakt echter heel veel goed. Er lopen in deze roman heel wat lijnen door elkaar. Ongemerkt krijgt de lezer een aardig beeld van Schopenhauer en diens voorloperrol richting Nietsche en Freud. Verder zijn de beschrijvingen van de groepssessies voorbeeldig voor het leiden van groepen, zonder veel problemen bruikbaar in een werkgroep groepsdynamica. Maar daar is Yalom dan ook van huis uit specialist in. Interessant is ten slotte de thematiek van machtsverhoudingen en seksualiteit. Seks is niet buiten relaties om verkrijgbaar. Alle leden van de therapiegroep hebben er op hun manier last van. Tot op het stuitende af doen zij in het boek hun onthullingen. Het lìjkt te gaan om eigen behoeftebevrediging of het afreageren van frustraties of verdriet, maar uiteindelijk het komt er steeds op neer dat men de ander er mee pleziert, schade berokkent, onuitwisbare herinneringen nalaat of in onaangename loyaliteitsconflicten verzeilt raakt. Er is dus in De Schopenhauerkuur niet alleen de spanning tussen eros en ratio, maar ook die tussen individualiteit en bindingen. Beide thematieken heeft Yalom knap in elkaar gevlochten. Deze spanningen zijn zo generiek en op dit moment zo dominant en publiek aanwezig dat hulpverlening en pastoraat zich er noodgedwongen mee bezig moeten zijn. Geen wonder dat de conferentie van Eleos zich kon verheugen in grote belangstelling.

  1. Uitgeverij Balans, 2005,ISBN 9050186742, € 19,50.