Redactioneel

Dit jaar gaat Wapenveld u een handje helpen met de zojuist ingevoerde levensloopregeling. Als zovelen zult u zich wellicht ook afgevraagd hebben wat u daar nu eigenlijk mee moet. De gedachte erachter is helder: mensen moeten goed weten wie ze zijn en wat ze willen. Via de levensloopregeling kan de moderne werknemer zijn leven plannen en zich concentreren op zijn persoonlijke ontplooiing. Dat vraagt veel en wel met name dat wij onze persoonlijke identiteit helder hebben. Daarom zullen in de nieuwe jaarserie de fundamenten onder onze individuele identiteit belicht worden: opvoeding, lichamelijkheid, persoonlijke geschiedenis en vriendschap.
In een van zijn essays laat de Hongaars-joodse schrijver György Konrád zien dat onze persoonlijke identiteit iets heel paradoxaals heeft. Enerzijds heeft het iets ‘hards’: ‘In een bepaalde hoedanigheid te worden geboren (…) is geen verdienste maar een gegeven, een geschenk of een bezoeking.’ Anderzijds is er ook de fundamentele ervaring van verandering, dat je niet identiek bent aan jezelf. ‘Ik verdedig het fundamentele recht’, zo schrijft Konrád, ‘dat ik mij ‘s avonds anders kan voelen en anders kan denken dan ‘s ochtends.’ Het stabiele en het fluïde in onze identiteit zullen dit jaar beide ruimschoots aan bod komen. In het eerste jaarserie-artikel geeft redacteur Ella Lobregt een boeiende introductie en duidt vanuit de psychologie en filosofie recente ontwikkelingen. Een eigenzinnige theologische peiling geeft redacteur Arjan Plaisier, waarin hij beweert dat Jezus Christus het antwoord is op de identiteitsvraag – en niet alleen voor christenen.
Bijzonder aan dit nummer is dat er een tweede thema is: de Europese identiteit. Het afgelopen jaar is daar naar aanleiding van het referendum over de grondwet van de EU veel over geschreven. Opvallend was dat zich nauwelijks theologen in die discussie mengden – en als dat gebeurde, dan kwam dat in de regel niet veel verder dan zure opmerkingen over het ontbreken van de ‘joods-christelijke traditie’ in de preambule. Daarom is het een goede zaak dat prof. H.W. de Knijff een aanzet geeft tot een ‘theologie van Europa’. Laten we eerlijk zijn, dat is een waagstuk. Al te gemakkelijk is in het verleden een eurocentrische theologie ontworpen, waarbij christelijk geloof en Europese identiteit helemaal op elkaar vielen. Zendelingen en missionarissen brachten nog niet eens zo heel lang geleden daarom ook niet alleen
‘bekering’ maar ook (Europese) ‘beschaving’ tot aan de einden der aarde. Toch is Europese identiteit niet los te zien van het christelijk verhaal. Hoe dat nu zit in een geseculariseerd Europa, dát laat De Knijff zien. Hij wordt daarbij terzijde gestaan door zijn grote voorgangers Noordmans, Van Ruler en Miskotte.
Deze mannen hadden het al over ‘de grandeur en misère van Europa’. Dat laatste komt wel heel duidelijk tot uitdrukking in het interview met Pieter H. van der Plank. Etnische zuiveringen hebben het gelaat van Europa in de vorige eeuw onherroepelijk veranderd. Vele miljoenen werden vermoord, vele miljoenen werden verjaagd van hun geboortestreek. Het is de trieste balans van een gewelddadige eeuw. Wie denkt dat die problematiek bij de drempel van de eeuw is achtergelaten, vergist zich danig. Etnische minderheden als de Hongaren in Roemenië, de Polen in Wit-Rusland en de zigeuners in heel Centraal- en Oost-Europa leidden nog altijd een aangevochten bestaan. Als de EU er in mocht slagen om de situatie van deze minderheden in de nieuwe en kandidaat-lidstaten te verbeteren, zou ze alleen al daarom een nationaal Oranje-lintje verdienen!Wie na deze bespiegelingen over persoonlijke en Europese identiteit alsnog wil weten hoe het nu precies met de levensloop zit, kan terecht bij het verslag van het RRQR-congres dat Johan Wolswinkel heeft vervaardigd. Hij brengt daarin Jan Peter van der Toren en Bert de Vries, respectievelijk Balkenende-vertrouweling en -criticus, met elkaar in gesprek. Het blijkt dat de levensloopregeling ook voor de postbodes iets te bieden heeft – en dat is maar goed ook, want zij hebben dit nummer weer trouw bij u op de mat bezorgd.