Wapenveldkroniek

In november 2005 verscheen de kleurrijke brochure 'Leren leven van de verwondering'. Daarin verwoordde de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) wat haar visie en haar uitgangspunten zijn voor de volgende jaren, nu het moeizame en soms ook pijnlijke eenwordingsproces van drie kerken ten einde is gekomen. Nu wil de kerk weer open in de samenleving staan en ook samen met anderen de missionaire roeping in de wereld aanvaarden. 'Vooral de banden met migrantenkerken zullen worden aangehaald en de samenwerking met hen zal worden verdiept en verbreed', zo lezen we als een der uitgangspunten in genoemde brochure.

De wereld waarin de kerk leert te leven van verwondering is nog zeer aan het veranderen. In mei 2006 verscheen een voorpublicatie over de doorgaande kerkverlating. Dit rapport geeft aan dat in 2020 het plafond van de secularisatie is bereikt. Nog maar 28 % van de bevolking zal lid zijn van de Protestantse en Rooms-Katholieke kerken. Tienduizenden leden verlaten ieder jaar deze kerken, aangezien zij zich niet aangesproken voelen. De kennis van het christelijk geloof is bij velen verdampt.
Tegelijk wordt allerwegen geconstateerd dat de religie weer in is. In de NRC-bijlage Opinie en Debat van 10 juni 2006 wordt hierop ingegaan onder de titel ‘De opzienbarende rentree van religie in de Nederlandse cultuur’. Het artikel analyseert Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. Mensen van allerlei geloofsrichtingen herkennen zich in de roman die zich toch afspeelt in de zeer bevindelijke flank van de gereformeerde gezindte. Dit verwonderde mij zeer. Mensen blijken op zoek te zijn naar de zin van het leven, naar transcendente ervaringen en die willen zij ook delen in verhalen en zelfs publiekelijk vertellen voor de televisie.
Dit is niet een incident, afgezien van het feit dat honderdduizenden dit boek lazen en velen een ontmoeting zochten met de auteur, die ook zelf nog op zoek is. Juist vorig jaar publiceerden Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg hun Nederlandse religiegeschiedenis [1]. De kerkgeschiedenis wordt geplaatst in de religieuze context. De auteurs wilden uitgaan van de optiek van een culturele antropologie en niet, zoals men in deze context gewend was, van die van de theologie. In de laatste periode, zo schrijven de auteurs, is er sprake van een grote diversiteit aan religies en religieuze fenomenen die leidt tot een geweldige fragmentering van het wereldbeeld. Verwonderd was ik ook toen ik las dat de Amerikaan Benjamin Kaplan, die als vlijtige leerling van Arie van Deursen gedegen studie heeft gemaakt van de Calvinisten en de Libertijnen in Utrecht van 1578 tot 1620, [2] nu als hoogleraar Religiegeschiedenis van de Moderne Tijd verbonden is aan de Universiteit van Amsterdam.
We spreken dus in onze tijd bepaald niet alleen over secularisatie maar ook over religie, religieus pluralisme of welke woorden men ook gebruikt. De aanwezigheid van moslims, en in geringere mate hindoes en boeddhisten, laat zien dat Nederland nu ook een multireligieuze samenleving is. Religies spelen een rol in de publieke samenleving en dat is in de laatste vijf jaar voelbaar geworden.
In dit religieuze klimaat wil de PKN leren leven van de verwondering. Laten wij dichter bij huis blijven en naar de christenmigranten kijken. Nederland telt niet alleen een miljoen moslims, maar ook 800.000 christenmigranten die niet alleen gekomen zijn om economische en politieke redenen, maar ook als vluchtelingen. Zij deden in de laatste decennia de kerkelijke kaart van Nederland verkleuren en dat proces gaat door. Honderden christelijke gemeenten vormden zich bij ons en zonder ons. Wie zijn die christenmigranten? Wat wil de Protestantse Kerk in Nederland met hen verdiepen en verbreden? Wat hebben zij elkaar te zeggen?

Wie zijn de christenmigranten?

Het is niet de eerste keer dat vluchtelingen een plaats in Nederland vonden om zich thuis te voelen. In de jaren 1570 en 1580 kwamen 100.000 vluchtelingen uit het gebied dat wij nu België noemen. Zij voelden zich op allerlei niveaus verbonden met de zich vormende kerk van de Christelijke Gereformeerde Religie in de juist ontstane Republiek van de Verenigde Nederlanden. Een tweede golf migranten bestond uit 75.000 Hugenoten, die na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 naar de Republiek kwamen. Zij vormden een 80-tal Waalse gemeenten, die deel werden van dezelfde kerk met dezelfde gemeenschappelijke belijdenis en in het bestuurlijke stelsel van classes en synodes. De lidmaten van Gereformeerde Kerk hadden een gezamenlijk wij-gevoel tegenover de valse kerk van Rome. Deze onderlinge verbondenheid werd niet ervaren met de Lutheranen en Doopsgezinden. Zij behoorden tot de tweederangs-christenen, die hun toevlucht in schuilkerken zochten.
Grootscheepse migraties vonden in de tweede helft van de twintigste eeuw plaats. De dekolonisatie bracht hier mensen uit Indonesië in de jaren 1950 en de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 leidde tot een grote groei en verkleuring van de Evangelische Broedergemeente in Nederland.
De migratie van de laatste 15 jaar heeft plaats gevonden vanwege de economische en politieke verhoudingen in de wereld. De groeiende welvaart is vooral in het noorden te vinden en verarming en instabiliteit in het zuiden. In toenemende mate kwamen en komen migranten naar fort Europa. Dag aan dag horen we bloedstollende verhalen over vluchtelingen uit Senegal die met hun krakkemikkige boten naar Tenerife komen, het bruggenhoofd in de illegale route naar Europa, een tocht van 1200 km in 11 dagen. Het zal je toch maar gebeuren dat je in juni tijdens je vakantie gezellig op de kade van Tenenerife wandelt en een boot met 78 dorstige asielzoekers loopt de haven binnen. Anderen probeerden via Lamedusa, Malta, Ceuta of Istanboel het fort binnen te klimmen. ‘De buitengrenzen moeten beter bewaakt worden’, klinkt allerwegen de roep, ‘want wij willen hen niet’. Een ander geluid liet de secretaris- generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan op 7 juni 2006 horen bij de ontvangst van een rapport over de migratie. Hij noemde het een verschijnsel dat door de bank genomen positief is, mits gesteund door een goed politiek beleid. Hij pleitte ervoor om de rechten van de nieuwkomers te respecteren. 115 miljoen migranten wonen nu in de economisch meer ontwikkelde landen. Zij maken dan ook nog eens een kolossaal bedrag over naar achtergebleven familieleden in de landen van herkomst.
De instroom van migranten vond en vindt op verscheidene niveaus plaats: academici, mensen uit de middenklasse en laagst gekwalificeerden als zwartwerkers en schoonmakers. Velen van hen komen zonder documenten.
De migranten zijn niet alleen van politieke en economische betekenis. Zij hebben vele nieuwe kerken gebracht of participeren in sommige oude kerken. Over welke kerken hebben wij het eigenlijk? De term migrantenkerken werkt zeer versluierend omdat ze daarin allemaal op een hoop worden gegooid. Daarom stel ik de volgende indeling voor:

eeuwenoude kerken met een eigen ontvangststructuur zoals de Katholieke, Orthodoxe en Anglicaanse kerken

dochterkerken van kerken in landen van herkomst zoals de Molukse kerken en de Korean Reformed Church

de pinkster- en de neo-pentecostale of charismatische kerken in een grote variëteit. De Duitse onderzoekster Claudia Währisch-Oblau noemt hen nieuwe zendingskerken in plaats van migrantenkerken.
In aantal zijn de Afrikaanse kerken het grootst, gevolgd door die uit Azië en tenslotte die uit het Caribische gebied en Latijns Amerika. Voor deze kerken hebben wij in 1997 de vereniging Samen Kerk in Nederland (SKIN) opgericht. Deze vereniging heeft tot doel door onderling contact en gezamenlijke actie van de aangesloten christelijke geloofsgemeenschappen elkaar te steunen bij het zoeken en vinden van een zodanige plaats in de Nederlandse samenleving, dat zij hier kunnen functioneren.
SKIN tracht dit doel te bereiken door een brugfunctie te vervullen, zowel onderling als naar de Nederlandse kerken en samenleving. Op dit moment heeft SKIN een 70- tal leden. Daarnaast heeft zij ook een samenwerkingsverband met de Unie van Christenen uit het Midden-Oosten. Het is een groeiende gemeenschap van kerken die elkaar nodig hebben voor ruimten, verkrijgen van verblijfsvergunningen, informatie en cursussen over inburgering voor leiders, onderlinge gemeenschap in gebed en voor onderlinge bemoediging. Het gaat er kortom om, dat zij zich als vreemdeling leren thuis te voelen.

Zij hebben ons wat te zeggen

De nieuwe kerken richten zich op zending in Europa en winnen mensen, waardoor nieuwe gemeenten ontstaan met inhoudsvolle namen als Acts Revival International en God’s Embassy to all Nations. Daarbij ervaren zij ook de kracht van God in de geestelijke oorlogsvoering tegen de Satan en zijn trawanten. Dat is de kosmologische strijd waar men in gewikkeld is, zoals dat uitgedrukt wordt in het volgende lied:

There is a name
The name comes from above
The name performs miracles
The name is Jesus
The name enables the cripple to walk
The name cleans the lepers
The devil fears the name.

De nobodies ervaren dat zij weer somebodies zijn. De boodschap drukt het leven in overvloed uit voor de gehele mens. Getuigenissen vertellen van de vele wonderen bij ziekte, op het werk, het krijgen van een nieuwe baan, succes op school of in een voetbalmatch. Op het recente wereldkampioenschap voetbal lieten Ghanezen zien wie de dank ontvangt: ‘Thank you Jesus’. Er mag dan weinig actie zijn inzake sociale kwesties en politiek, voor de pinkster- en charismatische kerken is de wortel van de problemen van geestelijke aard en die moet dan ook geestelijk opgelost worden. Er is echter wel degelijk oog voor de vele noden, waarmee zij zelf geconfronteerd worden.

Sociaal en politiek

Onlangs werd een onderzoek verricht naar het maatschappelijk rendement van migrantenkerken in Den Haag. Van de ongeveer 125 migrantenkerken in Den Haag werden door de stichting Oikos 23 kerken onderzocht op al hun activiteiten. Die activiteiten werden vergeleken met de maatschappelijke taken, zoals die worden verricht door de thuiszorg, de Sociale Dienst, jeugd- en buurthuizen. Omgerekend ging het hierbij om een maatschappelijke bijdrage van 17,5 miljoen euro. De kerken vestigen nieuwe sociale verbanden met alle positieve effecten van dien. Een Afrikaanse predikant verwoordde dit als volgt: ’De overheid mag wel blij zijn met ons. Anders zouden de gevangenissen nog voller zitten.’
Het is daarom uitermate belangrijk om contacten met deze kerken te hebben. Zo nodigde Kathleen Ferrier de leiders en voorgangers van de migrantenkerken uit om op 14 juni een bezoek te brengen aan het parlement. De aanleiding waren de vragen die zij – de oud-coördinator van SKIN – kreeg over het functioneren van het Nederlandse politieke bestel, zoals over de verhouding van kerk en staat.Migrantenkerken in opkomst Het programma bestond uit een lunch, rondleiding en kennismaking met enkele volksvertegenwoordigers. Zij en anderen verwachtten 20 tot 30 personen. Wie schetste onze en hun verbazing toen ongeveer 200 mensen zich meldden, waarvan 90% Afrikaanse predikanten. De aanwezige parlementsleden waren zeer verbaasd en minister Donner sprak van een uiting van genade. Een korte toespraak van Balkenende werd met Halleluja beantwoord. De tijd was te kort om diep op de vele kwesties in te gaan als de noodzaak van ruimten om te bidden, de zorg voor de uitgeprocedeerden, de verblijfsvergunningen. Kamerleden vertegenwoordigen ook dit volk.
De nieuwe pentecostale en charismatische kerken hebben tal van missies die niet planmatig zijn opgezet en daardoor zeer flexibel zijn. Nieuwe plaatsen, nieuwe locaties en nieuwe doelgroepen bepalen hun agenda zoals jongeren, dak- en thuislozen, verslaafden.
Kerken groeien, splitsen en verdwijnen soms. Netwerken zijn er zo lang die nodig zijn en contacten blijvenbestaan indien zij meer bieden dan alleen het elkaar leren kennen. In de komende tijd stabiliseren zij en zullen ze zich institutionaliseren met raden van oudsten. De activiteiten worden gestructureerd in bijbelgroepen, vrouwenbijeenkomsten, jongerenactiviteiten en zogenaamde ’cellen’, die soms Afrikaans aandoen. Soms worden echter ook ideeën overgenomen van kerken uit de Verenigde Staten.

Verbreding en verdieping met de migrantenkerken

De witte kerken zijn nu wel begonnen om de aanwezigheid van deze kerken te erkennen, maar wat betekent dit voor de verbreding en verdieping vanuit de PKN? Vele gemeenten op het grondvlak hebben nog geen weet van deze beweging of volstaan met een houding die uitdrukt dat zij geen boodschap aan hen hebben. De eerste stap zou dan ook de erkenning moeten zijn dat wij en zij allen deel uitmaken van het veelkleurige lichaam van Christus. Daarbij gaat het erom elkaar te herkennen in Christus door alle verschillen van taal, gewoonten, vormgeving heen.
Protestants Kralingen vierde dit jaar gezamenlijk het Pinksterfeest. Many Languages – One Word. Tot de organisatie behoorden de Korean Reformed Church, Evangelische Broeder Gemeente, Methodist Church of Ghana en anderen. Naast koren hadden zij workshops voor intercultureel bijbellezen, theater en schilderen. De Kralingers zijn hierover erg enthousiast. Het bracht hen tot het besef dat het met de kerk niet een aflopende zaak is.‘Wij hoeven het licht niet uit te doen.’ De Pinkster- en de charismatische kerken waren bij deze viering echter nog niet aanwezig. ‘Wij moeten toch een gemeenschappelijke taal hebben?’ Dus werd een selectie van migrantenkerken gemaakt op grond van de vraag met wie men oecumenisch contact wil onderhouden. Op het grondvlak zou een dergelijke associatie nog veel meer kunnen plaatsvinden. Hoeveel gemeenten zijn er niet die min of meer intensieve contacten met kerken in Oost-Europa hadden? Waarom dan ook niet mogelijkheden dichter bij huis gezocht?
Op synodaal niveau zou de PKN ook een selectie van kerken kunnen maken met wie zij contacten wil hebben en met wie zij een integratie in de bestaande structuren wil aangaan, zoals met de kerken uit Indonesië, de Molukken en de Presbyteriaanse Kerk van Ghana. Een model hiervoor biedt de Waalse kerk met de eigen (Franstalige) classis. Qua belijdenis, vormgeving en structuur staan een aantal kerken dichtbij de PKN. Verbreding geeft veelkleurigheid, verrijking, nieuwe zang, dans, vreugde. Dit alles geeft een verdieping.
Als er wordt samengewerkt, zal verdieping ontstaan. Er wordt een leerproces van beide kanten – migranten en oorspronkelijke inwoners – aangegaan als wij naar elkaar willen luisteren. De migrantenkerken die in Nederland aanwezig zijn, komen uit een andere cultuur en hebben een ander paradigma. Voor Afrikanen is de orale traditie –en daarmee ook de orale theologie – overheersend. Het gaat er niet om een standpunt uit te leggen, het gaat om het getuigen. Voor de vele Afrikaanse charismatici gaat het om de transformerende kracht van de Heilige Geest. In de praktijk wordt een existentiële strijd tegen het kwaad gevoerd. Natuurlijk doen zich binnen dit paradigma allerlei struikelblokken voor, maar die zullen ook weer rijkdommen blijken te zijn.
De Afrikanen hebben ook vragen te stellen aan de Nederlanders. Het is voor hen onbegrijpelijk dat mensen hier zo gezegend zijn en dat God daar nauwelijks voor gedankt en geprezen wordt. Zij beschouwen zichzelf als een zegen voor de Nederlandse samenleving. Vandaar dat een groot aantal kerken zich verenigd heeft in GATE: Gift of Africa to Europe.
Het is opvallend dat de Verenigde Pinkster-en Evangeliegemeenten een predikant-voorganger zoekt om de contacten met de migrantenkerken uit te breiden.Zij kunnen elkaar versterken (ND van 10/05/06) als men uitgaat van wederzijds respect en begrip. Zij zetten daarmee een stap naar de charismatische zendingskerken. Moge de PKN dit voorbeeld volgen. Het zal haarzelf en anderen tot grote verwondering brengen.

Dr Hans Visser is oud-rector van het Hendrik Kraemer Instituut, het zendingsopleidingsinstituut van de PKN, en is thans adviserend lid van het bestuur van de stichting SKIN.

  1. Joris van Eijnatten & Fred van Lieburg, Nederlandse Religiegeschiedenis, Uitgeverij Verloren, Hilversum (2005).
  2. Benjamin J. Kaplan, Calvinists and Libertines. Confession and Community in Utrecht, 1578-1620, Clarendon Press, Oxford (1995).