Redactioneel

Nog niet eens zo lang geleden, vóór 9/11 en de Fortuyn-revolte, was politiek een onderwerp waarover nauwelijks gesproken werd op verjaardagen en feestjes. In de jaren 1990 heerste er onder brede lagen van de bevolking een apolitieke stemming. Natuurlijk was politiek nodig, maar de mensen die zich daarmee inlieten moesten vooral pragmatisch zijn. Dat is inmiddels wel veranderd. Politiek is al enkele jaren weer helemaal terug. Dat vertaalt zich ook in Wapenveld: wie de jaargangen van een decennium terug doorbladert, komt relatief weinig politiek tegen. Nu kan het zomaar gebeuren dat een nummer grotendeels aan politiek en aanverwante thema’s is gewijd.
In de Wapenveldkroniek vraagt Pieter Jan Dijkman aandacht voor het begrippenpaar ‘christelijk-sociaal’. Het fungeert tegenwoordig op verschillende niveaus, zo laat hij zien. Niet alleen de ChristenUnie presenteert zichzelf met deze term, ook CDA’ers doen dat – en hier en daar wordt het zelfs op het voltallige kabinet geplakt. Hoog tijd dus om wat orde in de chaos te scheppen.
Het artikel deed mij plotseling herinneren dat ik – vast ooit op een rommelmarkt voor een luttele euro gekocht – nog ergens twee dikke boeken moest hebben over Christelijk-sociale beginselen. En ja, op de zolder, kwamen ze te voorschijn. Geschreven in de jaren 1930 door ‘rooie Smeenk’, zoals CNV-bestuurder en AR-kamerlid Christiaan Smeenk (1880-1964) werd genoemd. Het zijn vuistdikke werken, waarin in gestaald kuyperiaans jargon in een eerste deel de ‘beginselen’ worden beschreven (te beginnen vanaf de Openbaring Gods), terwijl daarna de praktische toepassing werd gemaakt voor vakorganisatie, bedrijfsleven, overheid, landbouw en gezinsleven. Er wordt zelfs in beschreven hoe ‘de sociale kwestie’ op huisbezoek behandeld moet worden.
Nu lijkt me het hele beginseldiscours dat het boek doortrekt nogal gedateerd en niet zo vruchtbaar, maar bij het doorbladeren stuit je hier en daar op zinvolle quotes. Zo waarschuwt Smeenk herhaaldelijk voor teveel optimisme en stelt ‘dat in Maatschappij en Staat Gods eer gezocht moet worden, opdat het aardsche gemeenschapsleven, hoewel daarin alles ten deele blijft, toch een voorbereiding zij van het Koninkrijk van gerechtigheid en vrede, dat zich niet geleidelijk uit deze bedeeling ontwikkelt, maar eerst met de wederkomst van Jezus Christus in volle heerlijkheid openbaar zal worden’. Een christelijk-sociaal denken, volgens Dijkman tegenwoordig teruggebracht tot solidariteit, kan met zo’n evenwichtige benadering ook nu zijn voordeel doen.
Dat geldt vast en zeker ook voor het liberalisme (volgens Smeenk nog ‘als levensleer hoogst gevaarlijk’), waarover Fleur de Beaufort en Stefan Paas hun briefwisseling voortzetten. Een overheid die vrijheid reguleert en niet te diep ingrijpt in de keuzes van individuele burgers, is de visie die beide briefschrijvers verbindt. Maar de fundering en uitwerking verschilt nogal. Paas betoogt dat het ‘Liberaal Manifest’ van de VVD per saldo een ultraliberale opdringerigheid uitstraalt, die hem als ‘christelijke liberaal’ tegenstaat.
Bescheidenheid voor christenen in de politiek is ook wat Bram van de Beek voor ogen staat, zo laat hij in een interview weten. In het andere interview, onderdeel van de jaarserie, maakt Rabo-topman Bert Heemskerk ons openhartig deelgenoot van de stevige ambities van zijn bank op het gebied van duurzaamheid en armoede. Voor wie de politiek even te veel wordt, is er een mooie vergelijking van recente werken van drie grote Britse historici van de hand van Johan Snel. En natuurlijk de meditatie van Arjan Plaisier – ditmaal over ‘traagheid’ als zonde.