Redactioneel

Wie weleens met het openbaar vervoer reist, heeft ongetwijfeld gemerkt, dat de Vrij Veilig Campagne 2002 van start is gegaan. Op grote billboards valt bijvoorbeeld de volgende tekst te lezen: ‘Als je later kinderen wilt: gebruik dan nu een condoom’. Daaronder wordt gewezen op de gevolgen indien deze wijze raad niet wordt opgevolgd. ‘Ieder jaar worden naar schatting 1.000 vrouwen onvruchtbaar door chlamydia.’ Wie alle boodschappen en gesuggereerde verbanden niet direct vat, wordt verwezen naar internet: www.soa.nl. Daar gaat een wereld open. ‘Zomer, liefde en seks zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet voor niets, want veel mensen beleven tijdens de zomer een zinderende of romantische liefde. Daarom gaat de Vrij Veilig Campagne over beginnende seksuele relaties. Daarin spelen versieren, romantiek en seksualiteit een prominente rol. Veilig vrijen hoort daarbij en toont zorg en respect voor je partner.’ Maar zorg en respect is niet vanzelfsprekend, weten de campagne-makers. ‘In 1999 en 2000 is gebleken dat het aantal mensen met een seksueel overdraagbare aandoening (soa) stijgt. Dit betekent dat er vaker onveilig wordt gevreeën. De belangrijkste manier van veilig vrijen is condoomgebruik.’ Deze campagne kost ongetwijfeld een lieve duit, gefinancierd uit de publieke kas. De fictie van een neutrale overheid zal niet vaak zo pregnant zichtbaar zijn.

De jaarserie Schade aan de ziel gaat in dit nummer over seksualiteit. Arthur Hegger, psychotherapeut bij Eleos, laat zien dat het negeren van de tot de eigen aard van de seksualiteit horende normativiteit, oorzaak is van veel hedendaagse problemen en dilemma’s. Seksualiteit kan niet zonder intimiteit, en intimiteit komt je niet aanwaaien. Daar is vorming en groei voor nodig. Maar de enige ‘wet’ die nog geldt, lijkt te zijn: ‘als je het kunt, moet je het ook willen en doen’. Heggers oordeel en analyse is verwant met die van H.W. de Knijff, die in zijn boek Venus aan de leiband (1987) laat zien dat de christelijke inbreng altijd wezenlijk gericht is op het humaniseren van de seksualiteit door haar in te bedden in de relationele verhouding van het huwelijk, wetend dat het huwelijk een bovenindividuele werkelijkheid is. Door onze totaal ‘geseculariseerde gesteldheid’, weten we niet meer van dat bovenindividuele schrijft hij in zijn fraaie Kroniek in het aprilnummer van het tijdschrift Kerk en Theologie, gewijd aan ‘onze seksuele malaise’. We zijn ons te weinig bewust dat ‘in het huwelijk aan de mens een geschenk gegeven wordt, waarvan de inhoud aan zijn leven voorafgaat, dat als het ware voor hem en haar klaarligt, als men zich ervoor openstelt’. Aan de christelijke kerk zou volgens De Knijff de taak kunnen toevallen de werkelijkheid van de seksualiteit te ‘redden’. Als die kerk de taal en de suggesties van de billboards dan maar kent, verstaat en, wat meer is, ook weet te ontmaskeren als uiteindelijk inhumaan.

De overige bijdragen in dit nummer zijn eveneens de moeite waard.