Linked Out

Laat ik vooraf even stellen dat ik al een week op LinkedIn zat voordat in Intermediair het artikel verscheen waarin stond dat iedereen op LinkedIn zat. Dus dat ik niet gevoelig ben voor hypes. Goed, dat is uit de weg.

Internet, zegt Google, en zoals u weet is Google de laatste waarheid over het internet, is democratisch. Heel veel mensen denken dat ze krijgen wat ze zoeken bij Google. Maar dat is niet zo: wat u krijgt, is iets wat lijkt op wat u zoekt – en waar heel veel mensen al naar gekeken hebben. Kortom, de eerdere clicks van andere internetgebruikers bepalen uw click. Dat komt doordat Google kijkt naar het aantal verbindingen tussen webpagina’s om hun waarde te bepalen. Google rechtvaardigt deze strategie door te schermen met het begrip ‘gebruikerservaring’. U bent elke keer verrast: tsjonge, dat ze dat toch weten te vinden – precies wat ik zocht, terwijl ik toch zo weinig intikte. Dat komt dus doordat u vindt wat anderen al eerder hadden gevonden. Maar niet wat u zocht, dus. De keerzijde van deze strategie is namelijk dat er pagina’s op het internet zijn die je niet kan vinden, al zou je de hele pagina integraal intikken als zoek-query. Dat is democratie. Als je geen links hebt, dan word je niet gevonden.

Vroeger was het zo dat je vrienden had als je succes en geld had. Dit is bezongen door Eric Clapton (Nobody knows you when you’re down and out) en is een van pijlers onder de gelijkenis van de verloren zoon – dus dat is afdoende bewezen. Nu is het andersom. Nu heb je succes als je vrienden hebt. Natuurlijk hadden ze mij al eerder gewaarschuwd dat contacten heel belangrijk waren, maar tot op heden ben ik er als crypto-kluizenaar heel aardig tussendoor gerold – dacht ik.

Het nare van Web 2.0 – het internet van de gemeenschappen, de social networking sites – is dat je afwezigheid pijnlijk zichtbaar is. Als je niet op schoolbank.nl, LinkedIn.com of Hyves zit, dan besta je niet. Je hebt ook geen profiel. Op biomedexperts.com heb je zelfs al een profiel als je je nog niet aangemeld hebt. Je bestaat! Meedoen of niet meedoen? Je kunt er natuurlijk een principe van maken, zoals ik in de jaren negentig geen mobiel had, want iedereen had zo’n ding en ik ben niet hypegevoelig. Ha! Nu heb ik wel een mobiel, maar uit principe geen vaste lijn. Niet nodig. Principes moet je hoog houden, welke dan ook. Maar goed, als je niet op een social networking site zit, ja, dan staat het toch wel wetenschappelijk vast dat je niet Linked In bent – je hebt geen contacten.

Zodoende wordt democratisch vastgesteld hoe belangrijk u bent. Als je bij LinkedIn nog geen dertig connecties hebt, dan is je profiel nog niet compleet. Goed te weten. Daarom heb ook maar allerlei oud-CSFR-leden (dat is een erkende groep op LinkedIn: we bestaan) aangeklikt. Ik ben nu minder alleen. Ik ben ongevoelig voor hypes, maar natuurlijk is Web 2.0 de grootste revolutie in de vorm van menselijke relaties sinds de uitvinding van de telefoon.

Nou kreeg ik onlangs van een collega een uitnodiging om me aan te sluiten bij Naymz: een reputatienetwerk. Hmm. Daar kreeg ik twijfels. Natuurlijk wordt al sinds de tijden van de dorpsroddel je reputatie democratisch vastgesteld. Maar vroeger was dat soort democratie onvrijwillig en anoniem: je stemde onder geheimhouding en hoorde niet wat men van je dacht. Web 2.0 is eerder een vrijwillig en openbaar volksgericht. Dus meld je aan, het kan nog! Je eigen tijd moet je niet bekritiseren: Complaint of present days / Is not the certain path to future praise.