Opgeven

‘Paus heeft West-Europa opgegeven.’ Deze uitspraak van Jean-Pierre Wils stond onlangs op de voorpagina van de Volkskrant. De theoloog-ethicus uit Nijmegen legde zijn leeropdracht aan de Radboud Universiteit neer en stapte uit de katholieke kerk, uit schaamte en woede om een bisschop uit de conservatieve Pius X-beweging die openlijk het bestaan van de gaskamers relativeert en desondanks weer in de schoot van de moederkerk wordt opgenomen. Eerder al moest Antoine Bodar zich de blaren op de tong praten om aan Jeroen Pauw en Paul Witteman uit te leggen wat toch in vredesnaam de policy is in het Vaticaan. Benedictus, aanvankelijk met sympathie tegemoet getreden, heet opeens ‘de Bush van Rome’ en Wils weet hoe het komt: West-Europa is opgegeven. Vaticanum II heeft vooral dit continent beïnvloed en sterft nu een zachte dood. Rome richt zich voortaan op de rest van de wereld.

Hoe zit dat met de protestantse kerken in Nederland? Geloven zij er nog in? In ons land zullen in het komende decennium honderden protestantse gemeenten hun deuren definitief sluiten. Het recent verschenen handboek over gemeentestichting in Nederland schetst een boeiende beweging die getalsmatig echter een verwaarloosbare factor is. In veel orthodox-reformatorische kerken wordt over het bestaan van postchristelijk Nederland niet of nauwelijks gesproken en evangelische broeders en zusters blijven het met onverminderd enthousiasme aankondigen: er staat een opwekking voor de deur, God gaat iets groots doen in Nederland! Beide reacties hebben de ontkenning van de realiteit gemeen.

Ik geloof niet dat de kerk West-Europa kan opgeven. Het is dan wel een uitermate interessante vraag welk type theologie er voor het 21ste-eeuwse Avondland geschikt zou zijn. Misschien is een nieuwe theologie voor de eerste keer in de westerse geschiedenis nu wel overbodig. Misschien volstaat een heroverweging van wat we al hadden, een amalgaam van het beste dat we in tweeduizend jaar hebben gezien. Ik geloof dat er minstens een synthese kan worden gemaakt van drie perioden. Ik doel op de tegencultuur van de vroege christelijke kerk toen de ethiek een doorslaggevende factor vormde. Ik doel op het christelijk geloof als filosofie en wereldbeschouwing, een type dat door Augustinus is groot geworden en dat in de Reformatie een tweede bloei meemaakte. En ik denk aan het beste van de opwekkingstraditie - in Nederland vooral vanuit het Duitse Piëtisme en dan aangevuld vanuit het Angelsaksisch taalgebied - met haar nadruk op hoe God op het menselijk hart inwerkt en op de menselijke gevoelens en hoe een mens daadwerkelijk kan veranderen. Een oecumenische theologie, die 21ste-eeuwse christenen en buitenstaanders van Jezus kan vertellen in de paradigma’s van tegencultuur, wereldbeschouwing en transformatie in één.

‘De’ katholieke kerk en ‘het’ protestantisme gaan dat niet voor elkaar krijgen, dat is wel zeker. Het zal van katholieke en protestantse christenen moeten komen, ieder op zijn of haar plek. Wellicht dat Jean-Pierre Wils nu ruimte krijgt om gewoon als christen aan de slag te gaan. En anders ik wel.