Fun of eeuwigheid

Column

Eind vorig jaar ontviel ons Gerard van Leyenhorst. P. van Woerden schreef een In memoriam in het eerste Wapenveld-nummer van dit jaar waarin hij met instemming een citaat van Van Leyenhorst aanhaalde. ‘Wij zijn opgegroeid onder het gewicht van de eeuwige dingen’. Volgens Van Woerden werd hiermee ‘treffend ons geestelijk achterland aangeduid’, dat ook voor Van Leyenhorst ‘een herkenningspunt bleef’. Niet alleen Van Leyenhorsts levensgang is op deze wijze kernachtig getypeerd, maar ook die van vele andere C.S.F.R.-leden, tot op de dag van vandaag. Loskomen van thuis, de wereld ontdekken en toch de verbinding behouden met dat wat ‘thuis’ uiteindelijk diepte gaf, het besef van ‘de eeuwige dingen’. Gerrit Achterberg had het over ‘godsdienst die zwaar tegen de hanenbalken hing’. Hij kwam er eveneens nooit van los. Wilde dat ook niet.

Het levensbesef dat verbonden was met die ‘eeuwige dingen’ heeft het moeilijker dan ooit. Het moderne leven ziet er domweg anders uit dan de Veluwse boerenwereld waar Van Leyenhorst uit stamde. Wie niet doof en blind is, hoort en ziet het overal rommelen. Verboom die spreekt over een crisis in de catechese, De Reuver die pleit voor een scheutje meer spiritualiteit, een HGJB-jeugdwerkadviseur die waarschuwt dat jongeren steeds jonger afhaken en ga zo maar door. De traditionele ordening van het gereformeerde leven loopt op zijn laatste benen. De tijd wint het van de eeuwigheid.

Wat komt er voor in de plaats, dat is de grote vraag. Hoe zal de transformatie er uit zien? Kan het besef van ‘de eeuwige dingen’ gecombineerd worden met het moderne westerse leven? Zuigt het moderne leven niet juist alle besef van eeuwigheid weg? En komt de jacht op belevenissen er niet voor in de plaats? Tracy Metz schreef in M – maandelijks magazine bij de NRC – laatst een mooie rapportage onder de titel ‘Uit ons dak’ waarin ze laat zien hoe het steeds grootschaliger feestvieren ons (stedelijk) landschap verandert. En onze mentaliteit. Zonder fun gaan we ons vervelen. Al verveelt gek genoeg de fun ook snel.

Bij de rapportage van Metz was ook een foto van een vrijend paartje op de EO-jongerendag afgedrukt. De boodschap is duidelijk, voor de NRC is ook de EO-jongerendag onderdeel van de belevenissen-industrie. Foto’s van 25 jaar Jongerendag laten goed de gang van de tijdgeest zien. In de jaren ’70 zie je groepjes jongeren bijbelstudie doen, zittend op het gras. Een soort flower power. Nu is het in een stadion swingen op de maat van Delirious. Willen leven als in een roes typeert het hedendaagse levensgevoel haarscherp. Maar hoe moet de eeuwigheid binnenkomen in de roes?

Thea Westerbeek – eindredacteur van EO-vrouwenblad Eva – zei laatst in Trouw dat met aandacht voor mode in haar blad niks mis is, want ‘het evangelie is ook fun’. Op de synode van de Gereformeerde Gemeenten zal men het hoofd wel weer schudden. En dit keer niet helemaal ten onrechte. Als het evangelie fun wordt, is dan niet de laatste diepte uit ons leven verdwenen? Of de Gereformeerde Gemeenten zelf het antwoord al gevonden hebben is overigens de vraag. Wat daar opvalt zijn de zich sluitende rijen, het ontlopen van werkelijk gesprek door betrokken ‘dissidenten’ nogal politiek aan te pakken, een verbod op het gebruik van de radio zelfs voor zending en evangelisatie in Afrika, alles onder de bezwering de diepte van de oude waarheid niet te willen verkwanselen. Maar is het ‘Gij geheel anders’ van de apostel toch niet van een wat andere orde?

Iemand sprak van een verweesde samenleving. Welke weg zal de Geest de eveneens verweesde en tevens vergruisde christelijke gemeente wijzen in een cultuur zonder eeuwigheid?