Kort is beter


Kranten en boeken worden de klassieke muziek van de geschreven cultuur; blogs, social networks en twitter nemen het over. Slecht? Nee, zo gaan de dingen. Twitter is een mooi voorbeeld van een rederijkerige uitdaging aangegaan door de massa’s: “uit jezelf in 160 tekens.” Er zijn mensen die zichzelf zo goed uitten dat ze pardoes ontslagen werden.
In een interview in de laatste Liter slaat Josien Laurier haar vroegere schrijverschap van zich af als een stofje van haar rok. Ze doet het af als woorden, slechts woorden. De boeken die ze schreef, waarvan Hemels meisje ongetwijfeld de reden was voor het interview (want handelend over een christelijke jeugd) ze noemt het allemaal: taal, en niet meer dan dat. Een schrijfoefening, een geslaagde ordening van woorden – maar, zegt ze met zoveel woorden: het ging niet over mij, ik heb er geen materiële betrekking mee.
Vroeger! Vroeger trachtten dichters nog op poëtische wijze hun hete hand door het papier heen op ons gezicht te leggen. We worstelden met de taal, maar de taal had nog, tenminste in haar schoonheid, zoveel menselijks als de spraakgebreken van schaduw en van het oorverdovend zonlicht. Al waren we teleurgesteld in de taal, we hadden tenminste die teleurstelling nog.
Het moet de uitvinding van de boekdrukkunst zijn geweest, het startschot voor de ontwaarding van de taal. Hoe meer woorden er bij gedrukt worden, hoe minder ze per stuk waard worden. De huidige informatiestortvloed ontneemt ieder weerloos woord zijn waarde: wie kan nu nog schrijven met betekenis?
Hemingway. Wat opvalt in het werk van Hemingway is de weglating – de verzwegen, begrepen gedachten en gebeurtenissen zijn zoveel belangrijker. De schrijver laat het topje van de ijsberg zien, zegt Hemingway. Niet dat de schrijver kan weglaten wat hij zelf niet bedacht heeft of kan bedenken: hij moet wel weten wat er in de gaten zit van het verhaal – anders werkt het niet, bezweert Hemingway ons.
Een vriend van mij schrijft verhalen van zes zinnen. Hij heeft zich ook wel eens gewaagd aan zes-woord verhalen. De uitdaging voor zes-woord verhalen is gesteld door Hemingway zelve. Zijn verhaal: ‘For sale: baby shoes, never worn’. Schrijven is schrappen. Kort schrijven is een erkenning van het gegeven dat woorden vaak maar in de weg staan. Kies het juiste woord en laat de rest weg. Minder woorden is beter.
De wereld van woorden en de wereld van bloed, zweet en tranen, het zijn gescheiden werelden. Er is ergens een materieel knooppunt (de schildklier misschien?) in ons, mensen – als we gevoel krijgen tijdens het lezen van verhalen, door sympathie, identificatie; of misschien zelfs tot handelen bewogen worden. De verbinding tussen taal en mens zit niet in de woorden zelf, laat staan in hun aantal, maar in het wit tussen de woorden: de bedoeling. De betekenis onderhoudt een losse relatie tot de tekst. Voor zover die relatie tot stand komt, dan toch alleen doordat we de samenhang van de woorden eigenlijk vanzelf al begrepen (Hemingway). In de uitdrukking ‘Woord en Geest’ worden met geest de spaties bedoeld.
De manier waarop in nieuwe media wordt omgegaan met woorden stelt me gerust. De vluchtigheid van het digitale medium baart me minder zorgen dan het defaitisme en woordgebrei van de oude media. De openlijke verloochening van de betekenis – zoals ik Laurier begreep (en zij is maar een lagere literaire godheid), is erger. Het naïeve gebruik van taal als communicatiemiddel door twitteraars en bloggers kan wat dit betreft een totaal eerherstel van de betekenis inluiden: als je ontslagen wordt vanwege een tweet, dan weet je zeker dat taal weer betekenis heeft.