Redactioneel

Een van de oudste inzichten is dat de mens, zoals Aristoteles het zei, een gemeenschapsdier is. Mensen kunnen er niet goed tegen alleen te leven en komen pas in gemeenschap met anderen tot hun recht. Op dat fundament heeft zich wereldwijd in verschillende varianten het sociale en politieke leven ontwikkeld. Sinds de Verlichting worden daar in de westerse wereld echter kritische kanttekeningen bij geplaatst. Het individu maakt zich los van gemeenschapsverbanden, plaatst zichzelf daar als autonoom wezen buiten.

Het verlichte spoor heeft in de laatste eeuw geresulteerd in een serie kritische denkers, met Foucault voorop, die de machtsstructuren binnen samenlevingen, instituties en zelfs taal feilloos bloot wisten te leggen. Het resulteerde in een grote huiver voor gemeenschappen. Tegelijkertijd nam het vertrouwen in het autonome individu alleen maar toe. Wim Dekker laat in de openingsbijdrage van dit nummer zien hoe dit proces is verlopen, met als resultaat dat bij alles kritiek mogelijk is maar dat autonomie en individualiteit niet ter discussie staan. Toch is dat precies wat Dekker doet en hij schetst de keerzijde van het jezelf tot norm maken. Want, zo vraagt hij zich af, waar was het moderne zelf geweest zonder een vormende gemeenschap?

Johan Snel neemt precies op dit punt het betoog van Dekker over. Hij laat zien hoe in de politiek en het publieke domein individualisme wordt geplaatst tegenover religie, waardoor een nieuwe publieke moraal wordt gepropageerd die secularisme in het hart heeft gesloten. De overheid doet daar flink aan mee, zo laat Snel zien met een verwijzing naar de inhoud van de inburgeringscursussen voor nieuwkomers in ons land. Hij schroomt niet om de term ‘liberale jihad’ hiervoor te gebruiken. Zijn artikel loopt uit op een pleidooi voor de rechtstaat, waarin de klassieke grondrechten niet tegen elkaar worden uitgespeeld maar elkaar versterken.

In de serie interviews met inspirerende Angelsaksische theologen is het na Stanley Hauerwas, Richard B. Hays en Tim Keller nu de beurt aan Brian Brock, momenteel verbonden aan de universiteit van Aberdeen. Hij is als christelijk ethicus voortdurend in gesprek met de eerder geïnterviewden, maar kiest tegelijkertijd onder invloed van Luther voor een eigen invalshoek. Hij vraagt zich af: weet de kerk nog wel wat christelijke ethiek is? Brock betoogt dat het hart van de ethiek klopt in een vernieuwing van het hart en voortkomt uit de lofprijzing tot God. Zo’n ethiek, waarbij alles van God wordt verwacht, schuurt uiteraard met het moderne individualisme zoals Dekker en Snel daarover schrijven. Brock geeft via het begrip ‘technologie’ daarvan een scherpe analyse.

Recent kwam het bericht dat Boele Ytsma, die in relatief korte tijd uitgroeide tot het gezicht van twijfelende dertigers en veertigers, zich terugtrekt uit het christelijke debat. Voor een actief blogger als Ytsma betekent dat het stoppen met zijn website. Ondertussen heeft zijn existentiële zoektocht velen aangegrepen. Met Arie van der Knijff blikken we daarop terug. Hij doet dat geheel in stijl en legt zijn eigen ervaringen naast die van Ytsma. Dankzij zijn gezin heeft Van der Knijff weer vaste grond onder zijn voeten gevonden. Vanuit die achtergrond houdt hij Ytsma, en al de twijfelaars waar deze symbool voor staat, de Bijbelse notie van het gedenken voor. Dat biedt een onverwacht, nieuw perspectief.

Ondertussen hebben we zestig jaar Wapenveld in stijl gevierd in het Utrechtse Academiegebouw. Velen van u hebben we ontmoet. Het was een feest! Zij die er niet bij waren, zullen toch echt nog tot het kerstnummer moeten wachten om weer helemaal ‘bij’ te zijn.