‘Volledig verantwoordelijk voor de huidige dag’

Reflectie op De leegte voorbij van Esther van Fenema en Joost Röselaers

Abstract

Afgelopen oktober verscheen de door Esther van Fenema en Joost Röselaers samengestelde bundel De leegte voorbij. Op zoek naar een verhaal dat ons verbindt. Ik las de bundel met een bijzondere focus op onderwijs en opvoeding. Wat hebben de ideeën die de geïnterviewde denkers naar voren brengen hierin te zeggen?  

Psychiater Esther van Fenema en predikant Joost Röselaers gaan in dit boek op zoek naar een nieuw gedeeld verhaal, is te lezen op de achterflap. ‘Met geëngageerde denkers van zeer diverse achtergronden spreken zij over de bouwstenen van een verhaal dat ons met elkaar verbindt. Wat wordt ons narratief voor de komende generatie? Weg uit de leegte, op zoek naar nieuwe vormen van zin en verbondenheid.’ Direct bij de aankondiging van dit boek was ik gefascineerd en belangstellend. Eerder las ik Van Fenema’s Het verlaten individu. Waarom voelen wij ons zo leeg? Hierin onderzoekt Van Fenema mede vanuit haar ervaringen in de hulpverlening wat de rol is van de zeven hoofdzonden in onze tijd. Opmerkelijk is dat ze in het laatste hoofdstuk een nieuwe hoofdzonde die kenmerkend is voor de huidige tijd toevoegt: de leegte. Het boek geeft een vlijmscherpe diagnose van onze tijd. In de inleiding van De leegte voorbij wordt teruggeblikt: ‘Het boek raakte een snaar en kon op de nodige aandacht rekenen. Het stelt kritische vragen aan onze vrijheidsidealen in deze neoliberale tijd. De mens blijft als verweesd achter. Er is weinig meer wat ons met elkaar verbindt.’

Op de avond van de boekpresentatie van Het verlaten individu ontstond in een gesprek met vrijzinnig predikant Joost Röselaers het idee voor de publicatie De leegte voorbij. Röselaers herkende als predikant de diagnose van Van Fenema volkomen en vroeg zich af hoe we in de samenleving tot nieuwe verbondenheid kunnen komen. Hij deed dat mede vanuit het pleidooi voor waardegedreven politiek dat hij al jaren voert. Het beeld dat Röselaers in zijn denken over politiek vanuit waarden en gericht op idealen vaak gebruikt, is het beeld van de bouw van de kathedraal: ‘Bouwers van de kathedraal werkten in de Middeleeuwen steen voor steen aan een project waarvan zij de voltooiing nooit zouden meemaken.’ Elke steen van de kathedraal is onmisbaar. Dat geeft waarde aan zowel de steen als aan de bouwer, ook als de kathedraal tijdens diens leven niet afgebouwd wordt. De kathedraal is als een stip op de horizon, die richting geeft aan het handelen in het hier en nu. 

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.