Een hypocriet en huichelaar
Al meer dan 40 jaar ben ik actief binnen journalistiek en communicatie en zelfs dan maak je (in ieder geval ik) fouten. Het begon zo onschuldig. Op zondag 9 september speelde de hele dag dat imaginaire gezin door mijn hoofd in Jerevan, waar de kinderen op internet hadden gelezen dat Lili en Howick mochten blijven. En dat na negen verloren rechtszaken.
Ik stelde me kinderen voor die aan hun vader vroegen: ‘Waarom heeft u niet jaren doorgeprocedeerd en gelogen? Want dan zaten we nu nog in Holland!’ Papa boog zijn hoofd, moeder keek hem verwijtend aan, en hij voelde zich schuldig, heel schuldig; waarom had hij zich dan ook aan de wet gehouden? Hij had nog de tip gekregen om de zaak te traineren, maar dat was zijn eer te na geweest.
Diezelfde dag zag ik hevig verontwaardigde tweets van ChristenUnie-leden die hun lidmaatschap zouden opzeggen en ‘nooit meer’ CU zouden stemmen. Ik vond dat allemaal erg overdreven, ook wetende hoe Segers en Voordewind in het debat stonden. En dus maakte ik deze tweet: ‘Heb me verbaasd over heftigheid in CU- kring. De kinderen blijven, dat is mooi. Maar wel via liegen, bedriegen en chantage van moeder. Gisteren wonnen de genade en leugen. Wrang voor mensen die wel het recht volgden. En nu weg zijn’. Een mooie afgewogen, genuanceerde tweet. Dacht ik.
En toen brak de storm los. Ik kreeg ongelofelijk veel adhesie, duizenden tweets, maar ook heel kritische stemmen.
En die laatste kwamen bij me binnen, omdat niet alleen aan mijn christen-zijn werd getwijfeld (‘Waar is de barmhartigheid, wat zou Jezus doen, u bent een huichelaar’), maar ook aan het christelijk geloof. En dat deed me pijn.
De hele maandag zong er een zin uit de Heidelbergse Catechismus door mijn hoofd: ‘…dat Uw naam om onzentwil niet gelasterd, maar geëerd en geprezen worde’. (Zondag 47). Steeds meer ervoer ik die maandag dat ik door mijn woordkeuze aanleiding had gegeven om de naam van God te lasteren.
En toen deed ik – bewust – iets waarvan je binnen communicatie leert dat je het nooit moet doen. Hier is de tweet: ‘Nooit wrijven in een vlek, maar ik doe het wel. De strekking van mijn tweet blijft staan. Maar de toon en woordkeuze waren niet goed. Ik vervang “liegen, bedriegen en chantage” door “niet de waarheid spreken”.’
Ik wist dat ik door deze tweet hoon over mij heen zou krijgen, en dat gebeurde, zeker nadat De Telegraaf er de opening van hun pagina van had gemaakt, maar ik was (en ben) blij dat ik het gedaan heb.
Uit deze gang van zaken zijn heel veel lessen te trekken. Laat ik er drie noemen. De eerste is het meest simpel. Volg het vierde gebod en twitter niet op zondag. De tweede is lastiger. Ik heb weer eens geleerd dat er een enorm verschil is tussen zenden en ontvangen. Want wat bleek? Een aantal mensen verweet me dat ik de beide kinderen het land uit had gewenst, ondanks het tegendeel in de tweet. Ze waren dus geframed door de harde woorden ‘liegen en bedriegen’ en lazen de tweet door deze bril. Ze lazen iets wat er niet stond.
Ik heb daar veel over nagedacht, ook met het oog op de prediking. Zijn dominees zich ervan bewust dat een gemeente soms heel iets anders hoort dan ze bedoelen? Ik heb de afgelopen weken opnieuw geleerd dat ik, wanneer ik preek, sterke, afleidende woorden moet mijden.
De derde les is een verheugende. Jan Slagter van Max twitterde: ‘Ik lees de Bijbel niet meer, maar weet wel dat barmhartigheid heel belangrijk is.’ In de kritiek op mijn eerste tweet verweten critici mij dat ik de kernwaarden van het Evangelie vergeten was. En volgens hen (voor een deel geen christen, zoals ze zelf nadrukkelijk aangaven) was de kern van het christelijk geloof: barmhartigheid, naastenliefde en Jezus die de handelaren uit de tempel ranselde. En ik had die kernwaarden dus met voeten getreden.
Ook hier heb ik veel over nagedacht. Vaak heb je het idee dat voor buitenstaanders het christelijk geloof vooral wordt geassocieerd met woorden als ‘hypocriet’ en ‘achterlijk’. Maar dat is kennelijk niet het hele verhaal.
En ondanks het feit dat mij juist verweten werd dat ik de kernwaarden van het Evangelie verloochend had en dat ik een hypocriet en huichelaar was, vond ik dit toch weer een bemoedigende ervaring.