Dakka-zangers, Ede – Ontsprongen
Dan zullen daar de rijen zangers staan
terwijl jij televisie kijkt. Je hoort wat, buiten,
en kijkt verbaasd en half geërgerd uit het raam:
zij hebben net bij iemand thuis een bruid gehaald
en bij een zeer gespannen jongen afgeleverd
die ze welluidend hebben afgeleid.
Dan maak je oogcontact: zo gaan die dingen,
een klein gebaar, dan kan het feest beginnen.
Opeens ben je weer jong en vol ideeën,
je holt de trappen op, hij moet hier ergens zijn,
tussen de slaapzakken: het is wel lang geleden
maar in het donker vind je hem – je tamboerijn.
Je holt de deur uit. Ongetwijfeld word je ingelijfd.
Beeld: Niek Stam
Gedicht: Menno van der Beek