Maredijkmolen, Leiden – Uitstap
Hij legt het haar geduldig uit, zijn linkerhand
laat zien dat hij een leraar is, dat zijn verhaal
voor wie goed luistert eigenlijk vanzelf spreekt
en zij hangt in zijn arm, ze lijkt niet bang
om hem te laten praten: als hij ademhaalt
vindt zij het goed - de vrouw, die alle tijd heeft.
De molen is niet helemaal toevallig:
hij heeft haar hierheen meegevraagd omdat hij half en half
gehoopt had op de wind, op het gevaarlijke gekraak
van heel oud hout, dat onverschrokken doordraait
om daar dan samen naar te staren, zoals anderen
een hele avond kunnen kijken hoe de open haard brandt
maar als het bladstil blijft, dan moet hij wel vertellen.
Beeld: Niek Stam
Gedicht: Menno van der Beek