‘De tijd is nabij!’
Abstract
Wat heeft de Bijbel met crises te maken? En heeft de Bijbel iets te zeggen te midden van de crises van nu? Misschien ligt het nog het meest voor de hand de Bijbelse boodschap, als Gods goede nieuws, te zien als een bron van troost ten tijde van crises. In de Bijbel zelf wordt Gods toekomst niet alleen als een troostrijk vooruitzicht tegenover het tranendal van de wereld gezet. Het schrijven en als gemeenschap beluisteren, lezen en beleven van de Bijbelse literatuur veronderstelt een actieve manier van omgaan met crises. Het tot stand komen van deze literatuur is daarom vooral een weerslag van collectief verzet tegen onheil van allerlei aard. Op diverse manieren wordt Gods toekomst als het ware het heden in getrokken in directe confrontatie met grote rampen en catastrofes. Hoe dat werkt wil ik in deze bijdrage nader onderzoeken.
Grote delen van onze Bijbel zou je kunnen begrijpen als literatuur die tot stand is gekomen in antwoord op grote crises. Crises van natuurlijke aard – overstroming, droogte, hongersnood – maar ook crises van politieke en maatschappelijke aard - oorlog, deportatie, onderdrukking, vervolging. De positie van de kleine staten van Israël en Juda tussen opeenvolgende politieke grootmachten, maakt dat haar geschiedenis gekenmerkt wordt door verovering en overheersing, opgelicht door korte periodes van relatieve zelfstandigheid. Van de expansie van Babylon en de ballingschap van de inwoners van Juda, tot de veroveringen van Alexander de Grote en zijn opvolgers, en, ten tijde van het corpus van het Nieuwe Testament, de imperialistische politiek van Rome. De theologie van de Bijbelschrijvers in al deze verschillende tijdvakken reflecteert volop op deze letterlijk overweldigende omstandigheden.
Er sprongen voor mij een aantal teksten in het oog die ieder op eigen wijze een antwoord formuleren op de omgang met verschillende imperiale grootmachten. Allereerst de verhalen van het boek Daniël, die diverse vormen van respons op de Seleucidische overheersing vormen, met mogelijk op de achtergrond de worstelingen van gemeenschappen in diaspora. Vervolgens de Openbaring van Johannes en tot slot de Paulijnse brieven, die beide zijn geschreven tegen de achtergrond van de Romeinse overheersing. Deze literatuur wordt gekenmerkt door een aantal dezelfde trekken, die we doorgaans typeren als ‘apocalyptisch’, ofwel in striktere zin opgevat als genre, ofwel als duiding van de achterliggende theologie van de auteur. Behalve deze apocalyptische invalshoek, die in recente bijbelwetenschap ook flink in ontwikkeling is, gebruik ik hier een tweede wellicht enigszins buitenissige lens die komt uit het vakgebied van de politieke filosofie, en dan specifiek uit anarchistische hoek. Dan heb ik het over ‘prefiguratieve politiek’.
Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.