De nachttrein

Elke avond om acht uur vertrekt er vanuit Wenen en Utrecht een trein die zich door het Duitse landschap boort op weg naar een van de twee buurlanden. Afgelopen Kerstmis nam ik deze nachttrein vanuit Wenen naar Nederland. Soms zit de trein bomvol en kun je maar moeilijk slapen, maar deze keer viel het mee. Ik installeerde me in een van de coupés en raakte aan de praat met mijn enige medepassagier, Michael uit Kyiv.

Terwijl de skyline van de stad plaatsmaakte voor het glooiende heuvellandschap, vertelde Michael over de eerste maanden na de Russische aanval op Kyiv. Lange nachten had hij moeten doormaken in de metro, vaak met een klein kacheltje en in gezelschap van andere Oekraïners die de eerste twee maanden in angst leefden. Daarna, toen de Russische aanval gestuit werd, kwam het keerpunt en nam de angst af, zo vertelde hij in het Duits. Nu gaat het leven door maar kampt Oekraïne met een tekort aan manschappen. Zelf was hij te oud en niet opgeroepen voor militaire dienst.

Michael was vertaler van beroep en geboren in de toenmalige Sovjet-Unie. Hij had zijn militaire dienst in Tsjecho-Slowakije gedaan. Zijn grootvader had als tankcommandant gevochten in de slag bij Koersk en was betrokken bij de verovering van Berlijn. Zijn vader was ook militair en daarom bracht hij een groot gedeelte van zijn jeugd door in Oezbekistan waar zijn vader destijds gestationeerd was. Ik vroeg hem naar de godsdienstvrijheid onder het communisme. Voor velen was het verschrikkelijk maar in zijn omgeving, in het verre Oezbekistan viel het mee, zei hij. Hij herinnerde zich hoe ze naar de lokale Orthodoxe kerk konden, waar zijn grootmoeder zich niet aflatend bekruiste en hoe ze een kleedje over de televisie moesten hangen als zij op bezoek kwam omdat ze het een apparaat van de duivel vond.

Ik vroeg hem naar die tijd en de parallellen met onze tijd. Hij begon te praten over de verheerlijking van de Russische cultuur in Oekraïne destijds. ‘Omdat Lenin Russisch spreekt, wil ik ook Russisch spreken,’ was een van de slagzinnen destijds. Nu is het andersom. ‘Omdat Poetin Russisch spreekt, wil ik geen Russisch spreken.’ Maar of dat nu zo verstandig is, is vers twee, vond hij. Michael weersprak de wijdverbreide opvatting in Oekraïne dat men de Russische taal en cultuur geheel moet uitbannen. Dat zou erg onverstandig zijn omdat Oekraïne qua taal nauw verbonden is met het Russisch.

We spraken over de historische verbinding tussen Rusland, Oekraïne en Europa. Zo was de stad Lemberg - het huidige Lviv - bijvoorbeeld lange tijd onderdeel van het Habsburgse rijk. Maar ook Rusland heeft diepe verbindingen met Europa. Je hoeft alleen Oorlog en Vrede van Tolstoj te lezen om te ontdekken dat de Russische adel goed Frans sprak en zich lange tijd oriënteerde op de Europese gebruiken en gewoonten. Schrijvers zoals Dostojevski begonnen zich af te zetten tegen deze nauwe verbinding en gaandeweg dreef Rusland ook daadwerkelijk verder af van Europa.

De klok tikte door en de nacht viel, het was tijd om te gaan slapen. De regen sloeg tegen de ruiten van de coupé terwijl de trein door Duitsland reed. Ik verwonderde me over deze ontmoeting die me er weer aan herinnerde dat Europa eigenlijk een prachtige eenheid van verschillende culturen is, die op allerlei manieren met elkaar in verbinding staan en een gezamenlijke geschiedenis delen. De enige manier om vrede te bereiken is die cultuur en geschiedenis tot ons te nemen en in plaats van oorlog te voeren, elkaar te ontmoeten. De nachttrein maakt zulke ontmoetingen op een verrassende manier mogelijk.