Redactioneel

Een beproefde methode om te voorkomen dat je echt in gesprek raakt, is iemand machtsuitoefening verwijten. Het gebeurt in debatten over kolonialisme en transgender, om maar twee voorbeelden te noemen. Niet dat zo’n verwijt geen hout snijdt. Vaak hebben we geen idee hoe overtuigingen en ingesleten gewoontes teren op uitbuiting in het verleden en veronachtzaming van de diepste gevoelens en identiteit van anderen. Maar het verwijt van machtsuitoefening kan ook iets totalitairs krijgen waardoor een gesprek onmogelijk wordt.

Iets dergelijks overkwam Petruschka Schaafsma bij het lezen van het boek van de Britse kerkhistoricus Diarmaid MacCulloch Lower than the Angels. Eerder schreef hij al over de geschiedenis van het christendom in meer dan 1000 pagina’s. MacCulloch houdt van grote projecten en grote vragen. Nu stelt hij de vraag: hoe zijn christenen door de eeuwen heen met seksualiteit omgegaan? Schaafsma leest zijn boek met het oog op de jaarserie Met lijf en leden. Ze is vol lof over zijn werk, maar loopt tegelijkertijd vast in zijn historische benadering. Als ethicus zou ze graag willen weten waarom juist op het terrein van seksualiteit de grote scheidslijn lijkt te lopen tussen orthodox en progressief. Daarbij komt nog – daar is Schaafsma eerlijk over – dat ze zich ongemakkelijk voelt bij conservatieve christenen die op de rem trappen bij vragen over homoseksualiteit en transgender. Schaafsma komt met een verrassend voorstel. Haar slotsom geef ik alvast weg: ‘En misschien ga ik dan zelfs degene die ik vreemd en eng vind een beetje anders zien. Misschien is die ander er net zo eentje als ik: iemand die ook probeert het mysterie serieus te nemen.’

Onze theoloog van dienst Edward van ’t Slot bindt in zijn bijbelschets de strijd aan met het gearriveerde christendom. In levens waarin alles geweldig geregeld is, is in de regel weinig plaats voor het Koninkrijk. Zijn inzet is een goede leeswijzer voor de andere artikelen in dit nummer. In twee bijdragen belichten we een van de grootste onruststokers uit de geschiedenis: de Deense denker Søren Kierkegaard. Lineke Buijs en Andries Visser hebben zich ontpopt tot toegewijde vertalers van zijn werk. Het uitvoeren van zo’n monsterklus is alleen mogelijk als er sprake is van innerlijke verbondenheid met zijn werk. Het interview met dit vertalersechtpaar getuigt daar op indringende wijze van. Ondertussen is binnenkomen in het werk van Kierkegaard niet voor iedereen weggelegd. Maar wie eenmaal is aangeraakt, blijft hem altijd lezen. Dat is wat Bernadette Dietz overkwam. Als Kierkegaard-lezer voor het leven neemt zij ons mee in haar ontdekkingstocht, op zoek naar die ene lezer die zich laat raken.

Nog drie andere artikelen heeft Wapenveld te bieden over de destructie van burgerlijk christendom. Een van de euvels van een gearriveerd christendom is dat er zoiets lijkt te zijn als een wereld die op een plezierige manier is gestoffeerd door en voor christenen. Wie dat denkt, is verkeerd begonnen, alsof het onze verdienste is dat het met deze wereld nog wat kan worden. Arjan Plaisier stelt een ander begin voor: we leven van meet af aan in een wereld die vol is van de goedheid van God.

Niels den Hertog leidt ons rond in het nieuwe boek van Kees van Ekris, over zijn ervaringen als Theoloog des Vaderlands. Van Ekris stelde zich niet ten doel anderen het christelijke verhaal te gaan vertellen, maar eerst te luisteren, en goed ook. Trineke Palm laat al lezend in het proefschrift van Rien Fraanje zien dat als het gaat over de plek van religie in de samenleving niet alleen luisteren helpt, maar ook goed nadenken.

Luisteren en nadenken gaan samen op de avond van 23 oktober 2025: dan staat de Civitaslezing gepland in de Jacobikerk te Utrecht. De redactie nodigt u van harte uit aanwezig te zijn!