‘We keren toch altijd weer naar Kierkegaard terug’
Abstract
Twee bijzondere mensen – Lineke Buijs en Andries Visser – brengen ons op een zonnige middag in het vroege voorjaar in Usquert, op het Groninger Hogeland. In hun charmante huis in dit stille dorp zijn duidelijk de sporen te zien van hun praktische intelligentie. Niet alleen zitten we er tussen de boeken, partituren en een vleugel: het is duidelijk eigenhandig opgeknapt, kleurig, en overal zien we de sporen van Linekes vaardigheid met wol. Ze houdt al lang van werken met haar handen. Zo is de gewoonte ontstaan dat Andries ’s avonds voorleest uit allerhande lectuur terwijl Lineke breit. Op dit moment zijn ze verdiept in Simone Weil. Maar ook het werk van Søren Kierkegaard is vaste prik, in het Deens.
Andries en Lineke zijn actief in de Protestantse Gemeente Huizinge, een streekgemeente met gelovigen uit allerlei tradities. De secularisatie houdt in deze omgeving flink huis. Andries en Lineke staan in de doperse traditie, maar ze zijn hier gastvrij als leden van het ene lichaam ontvangen. Er is een klein team van voorgangers, en ook Lineke en Andries gaan met een zekere regelmaat voor. Andries is lang geleden predikant geweest bij de Baptisten, Lineke later bij de Doopsgezinden. Op dit moment is Andries bezig met een studie naar het raadsel van het menselijk kwaad, je kunt ook van ‘zonde’ spreken. Daarvoor doet hij onder andere een diepgaande woordstudie bij Kierkegaard. Lineke heeft zich weer op de Bijbel gestort, jaren geleden heeft ze al eens een vertaling van de Tora gepubliceerd. Nu is ze met Paulus’ brief aan de Romeinen bezig, een wens die al veel eerder gewekt werd mede naar aanleiding van het boek van Gert-Jan van der Heiden, Het uitschot en de geest. Ze hebben de tijd: een groot vertaalproject dat hen jarenlang heeft beziggehouden is in 2024 afgerond. Voor ons de reden af te reizen, of op te gaan, naar Usquert.
Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.