Tegenwicht aan een tirannie van de meerderheid
Abstract
In hoeverre is er in een geseculariseerde samenleving ruimte voor religieuze overtuigingen die sterk afwijken van de dominante morele meerderheid? In zijn promotieonderzoek gaat Rien Fraanje – algemeen-directeur van het Interprovinciaal Overleg – op zoek naar een antwoord op deze vraag.
In zijn boek analyseert Fraanje, op gestructureerde en nauwkeurige wijze, twee debatten die niet alleen in de Staten-Generaal, maar ook in de samenleving de gemoederen flink bezighielden: onverdoofde rituele slacht en gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Op overtuigende wijze laat hij zien dat de ruimte voor religieuze opvattingen in het publieke domein op zowel individueel niveau (de gewetensbezwaarde ambtenaar) als in georganiseerd verband (de onverdoofde slacht) minder wordt. De snelheid waarmee in het politieke debat de gewetensbezwaarde ambtenaar een weigerambtenaar is geworden, zegt veel.
Fraanje legt beide debatten langs drie ‘meetlatten’ die de omgang met religie in het publieke domein regelen: de scheiding van kerk en staat en de neutrale overheid; de vrijheid van godsdienst, en ten derde het tolerantiebegrip. Op elk van deze drie meetlatten neemt hij een verschuiving waar die past bij de de-institutionalisering en privatisering van geloof: ‘De geïndividualiseerde invulling van de vrijheid van godsdienst geeft weinig ruimte aan collectief beleden godsdienstige uitingen die tegen de dominante norm of opvatting ingaan.’
Theologische juistheid
Voor het debat over de scheiding van kerk en staat en de neutrale overheid – de eerste meetlat – grijpt Fraanje terug op het onderscheid dat Rowan Williams maakt tussen procedureel en programmatisch secularisme. Fraanje neemt een verschuiving waar van procedureel secularisme, waarbij de staat toeziet op gelijke kansen voor religies en levensovertuigingen en een onpartijdige rol inneemt, naar programmatisch secularisme dat het als de taak van overheid ziet te zorgen voor een religievrije publieke ruimte. Dit is duidelijk terug te zien in het debat over de onverdoofde slacht. In tegenstelling tot het procedurele secularisme van de Raad van State – ‘De scheiding van kerk en staat brengt met zich mee dat de overheid zich geen oordeel over de theologische juistheid van een opvatting dient aan te matigen’ – reflecteert de positie van indiener Thieme die van het programmatisch secularisme: ‘Godsdienstige argumenten zijn (…) niet doorslaggevend. Waar fundamentele ethische waarden in het geding zijn, moet de godsdienst voor de ethiek wijken. Godsdienstige en culturele tradities, die dieren in hun welzijn aantasten, moeten zich op dit punt vernieuwen.’
Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.