Fietsen op het troittoir
Een paar jaar geleden werd ik er voor het eerst mee geconfronteerd. Ik liep ons voortuintje uit, wierp even een vluchtige blik vóór me uit om me ervan te vergewissen dat ik niet tegen een andere voetganger op zou botsen, maar werd geheel onverwacht bijna van de sokken gereden door een fietser. Aanvankelijk hield ik het voor een incident, maar dat pakte uit als een misvatting: die ene fietser bleek een trendsetter te zijn geweest.
In die tijd meende ik het overigens wel te kunnen verklaren. De straat waarin wij wonen fungeerde als ‘sluiproute’, en vooral omdat auto’s aan beide kanten konden worden geparkeerd bleef een smalle strook weg over, waarop veel te hard gereden werd.
Inmiddels kun je nog maar aan één kant parkeren, is onze straat van verkeersdrempels voorzien en aangewezen tot ‘30 kilometer-zone’. De noodzaak voor fietsers uit te wijken naar het trottoir is daarmee vervallen. Toch is het verschijnsel gebleven, en zelfs toegenomen. En ik neem het ook op andere plekken waar.
Het houdt me bezig. Allereerst heel direct. Ik moet niet proberen zomaar het voortuintje uit te lopen, want dat is niet van gevaar ontbloot. Gelukkig - merk ik tegen deze achtergrond op - hebben we geen kleine kinderen meer, die zomaar uit de deur wegstormen.
Mij intrigeert ook de vraag waarom men het doet. Een paar keer heb ik aan zo’n trottoir-onveilig-maker gevraagd waarom hij/zij dat deed. Ze fietsten door en keken me alleen maar aan, met in hun blik iets van: ‘Man, waar bemoei je je mee?’. Zelfs een begin van een antwoord kreeg ik niet, zodat de moed om een gericht onderzoek op te zetten mij aanstonds in de schoenen zonk.
Er zit dus niets anders op dan zelf te tasten naar een antwoord. Het punt is dat het verschijnsel niet past in het beeld, dat we met elkaar graag overeind houden. Dat beeld is toch: we komen op voor verkeersveiligheid, met name voor de zwakkere in het verkeer: de fietser en voetganger. Dat wordt wettelijk geregeld. En terecht. En nu is die regeling er, en kan een fietser in onze straat nauwelijks meer iets overkomen, maar diezelfde fietser gaat meer en meer het trottoir op.
Allengs bekruipt mij het gevoel, dat het wel eens symptomatisch zou kunnen zijn voor onze samenleving. We maken regels om het leven leefbaar te houden, maar we wachten vaak niet eens of ze gehandhaafd worden - we trekken ons liever terug in onze eigen, overzichtelijke, veilige wereld. Dat we daarmee het op straat heersende recht van de sterkste, dat we dáár pogen te ontlopen, naar het trottoir verplaatsen - dat dringt niet door. Fietsen op de stoep - het voelt voor mij veilig. Wat dat kan betekenen voor een kind of een oudere met rollator, die ineens vlak vóór je een tuinhekje uitschuift (en dan mogelijk ook voor jezelf!) - ik geloof echt, dat die vraag niet bij deze trottoir-piraten opkomt.
We lopen op grote en kleine punten hard tegen de grenzen van ons op het kompas van onze eigen intuïtie koersend levensgevoel aan. Uiteindelijk is het probleem toch de mens, en kan die mens alleen geholpen worden door een bevrijdend gezag dat van buiten komt... Intussen doen we er goed aan niet te fietsen op het trottoir.