Creativiteit

Over flow, schepping en ontdekking
Mihaly Csikszentmihalyi

Het begrip is intrigerend. Het onderliggende onderzoek is vernieuwend en creatief. De omvattende theorie is een verademing binnen de researchcultuur met haar overweldigende hoeveelheid detailtheorietjes en gelegenheidsmodellen. De voorbeelden echter zijn soms aanstootgevend simpel; de toon onmiskenbaar populistisch en triomfantelijk.

De Hongaars-Amerikaanse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi bouwt voort op de humanistische traditie binnen de psychologie. Het concept Flow [1] als aanduiding voor het fenomeen van optimale ervaringen heeft directe relaties met Maslows idee van zelfverwerkelijking en piekervaringen. Csikszentmihalyi en zijn onderzoeksteam gaven aan duizenden proefpersonen een piepertje mee naar huis. Dit ging meerdere keren per etmaal af. De proefpersonen vulden dan vragenlijsten in, waarop ze aangaven waarmee ze bezig waren en hoe ze zich voelden. Overtuigend en eenduidig bleek dat mensen geluk ervaren als ze actief bezig zijn met zaken die volledige concentratie vragen en die een beroep doen op vaardigheden. Door feedback op de gerichte activiteit in de vorm van resultaten gaat de persoon op in zijn bezigheid en neemt tegelijkertijd toe in complexiteit van het zelf.

Mihaly Csikszentmihalyi staat in de traditie van fenomenologisch onderzoek, waarin methodologische nauwgezetheid wordt gecombineerd met levensvragen naar zin en persoonlijke groei. Het concept flow sluit dicht aan bij de omschrijving die Han Fortmann gaf van geestelijke gezondheid als het vermogen zichzelf te ontplooien en zichzelf te verliezen. Niet het ziektemodel, maar het ontwikkelingsmodel staat centraal, niet het tekort, maar de mogelijkheden, niet genezen maar ontwikkelen, leren, ontplooien. Het is dan ook niet toevallig dat Csikszentmihalyi zijn gedachten uitwerkt in een boek over creativiteit [2]. Daarin portretteert hij door middel van diepte-interviews hoogstaande wetenschappers, kunstenaars en politici, mensen in wier leven scheppingskracht centraal stond. Dat de weg naar flow niet alleen voor de groten der aarde is weggelegd laat het derde boek zien [3]. Ook minder hoog begaafden kunnen geluk, vreugde en voldoening ervaren door zich te wijden aan doelgerichte activiteiten.

Csikszentmihalyi spreekt over de autotelische persoonlijkheid. Dat is de mens die zichzelf weet te concentreren op gekozen doelen. Zingeving vindt plaats door het bewustzijn te ordenen rond taken die de geest verrijken. Het idee van flow laat zien dat de tegenstelling van zingeving en zinvinding een schijnbare paradox is. Wie zich volledig geeft, ontvangt geluk; wie zichzelf verliest in zijn taak, vindt zichzelf terug als rijkere persoonlijkheid. Ligt hier niet de psychologische onderbouw van de woorden van Jezus, dat wie zijn leven verliest het zal behouden? Slechts een toegewijd leven kent de vreugde van het bestaan.

  1. Boom, Amsterdam 1999, 384 pg., f47,90.
  2. Boom, Amsterdam 1999, 460 pg., f49,55.
  3. Boom, Amsterdam 2000, 200 pg., f26,35