De treden van de dagen

Het mediamieke in onze dagen

Media kennen ruimte noch tijd en daardoor kennen ze de mens niet. Radio, televisie, krant en internet brengen ons informatie en beelden van over de hele wereld maar doordat ze afzien van ruimte en tijd spreken ze geen mensen aan maar informatieverwerkende systemen. Nu zal ik niet ontkennen dat wij tot op zekere hoogte te beschouwen zijn als dergelijke systemen maar daaraan vooraf gaat dat wij mensen zijn op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijd, met andere woorden, dat wij lijfelijk bestaan. Het is van belang dat op te merken omdat mijn plaats en mijn tijd van invloed zijn op mijn verantwoordelijkheid. Zonder informatie kan ik geen verantwoordelijkheid dragen maar informatie los van ruimte en tijd vormt een bedreiging voor mijn verantwoordelijkheidsbesef.

Ik zal deze gedachte hier verder uitwerken en daarbij als voorbeeld gebruiken het nieuws over rampen, dat vaak niet meer is dan een film of verhaal waarbij journalisten een serieus gezicht trekken.

Leven in ruimte en tijd

De beroemde Duitse filosoof Immanuel Kant stelde dat wij alles wat van buiten op ons afkomt, de gewaarwordingen, ordenen met onze ‘Anschauungsformen’ ruimte en tijd. Men kan betwijfelen of Kant gelijk had met zijn opvatting dat ruimte en tijd hun oorsprong vinden in onszelf en dat wij het zijn die deze ordening aanbrengen. Maar toegepast op informatie lijkt Kants gedachte heel actueel. De informatie die op ons afkomt moeten wij een plaats geven in onze ruimte en tijd, de ruimte en de tijd van ons bestaan. Ruimte en tijd ontbreken nooit in onze ervaring en in ons bestaan. Met behulp van die ruimte en tijd moeten wij de informatie ordenen. We kunnen dat nalaten maar dan heeft de informatie veel minder betekenis.

Leven in ruimte betekent dat dingen en gebeurtenissen veraf of dichtbij zijn. Ik heb een bepaalde plaats en daardoor is mijn buurman dichtbij, is een brand op het plaatselijke industrieterrein dichtbij en is een overstroming in Australië ver weg.

Leven in tijd betekent dat ik een geschiedenis heb en dat ik in die geschiedenis beïnvloed ben door allerlei gebeurtenissen, te beginnen bij wat er gebeurde in de baarmoeder. Ik heb een doorwerkend verleden dat uniek is voor mij: mijn geboorteplaats, het gezin waarin ik ben opgegroeid, de scholen die ik bezocht, de mensen die ik ontmoette, – ze hebben hun invloed en betekenis gehad en mij daardoor gevormd.

Ik kan niet over mijn verantwoordelijkheid spreken los van mijn ruimte en tijd. Naarmate iets verder weg is, kan ik er minder verantwoordelijkheid voor dragen. Simpel gezegd: ik kan alleen iets doen als ik ter plaatse ben. Ik draag verantwoordelijkheid in de relatie tot mensen en dingen om mij heen, voor huisgenoten, collega’s, verkeersdeelnemers die ik tegenkom, mijn huis, de straat, etc.

Leven in tijd wil zeggen dat ik met sommige mensen en dingen iets te maken heb gehad en soms nog heb en met andere niet. Voor het meeste wat bestaat geldt dat het geen plaats heeft in mijn tijd en omgekeerd heb ik geen plaats in hun tijd. Mijn verantwoordelijkheid betreft wat een plaats heeft in mijn tijd en waarvan de betekenis mij is bijgebleven: mensen met wie ik geleefd heb, dingen die een rol hebben gespeeld in mijn leven, plaatsen waar ik gewoond heb.

De media kunnen daar geen rekening mee houden. Nieuws is universeel, nieuws is voor iedereen en overal hetzelfde. Dat wekt de indruk dat het ook overal dezelfde betekenis heeft. De keerzijde daarvan is dat het nauwelijks betekenis heeft.

Present stellen

De media brengen beelden en informatie die overal vandaan komt in mijn leven. In principe kan alles voor mij present gesteld worden. Het doet er niet toe of iets ver weg of dichtbij is gebeurd. Niemand kan denken dat hij op grond van het aangebodene moet handelen. Daarvoor is het veel te veel. Lezer en toeschouwer moeten zelf onderscheid gaan aanbrengen en vaststellen wat relevant is voor hun verantwoordelijkheid. Maar dat is om dezelfde reden onmogelijk. De hoeveelheden beelden en informatie zijn daarvoor te groot en de opeenvolging gaat te snel. Het gevolg is dat wat de media aanbieden geen andere rol kan spelen dan een verhaal of een film waar je al dan niet door geboeid wordt. Wat het meest prikkelt, roept ook de meeste reactie bij ons op. Maar voor het leven buiten film en verhaal heeft dat weinig betekenis. En daar dragen wij onze verantwoordelijkheid.

De werelden van film en verhaal hebben een eigen ruimte en tijd maar wij staan erbuiten. Ze zijn voor ons present maar we hebben er geen deel aan. We hebben er geen deel aan met wat wij ruimtelijk en tijdelijk zijn, met ons lijf. We hebben er alleen deel aan met onze ogen, met ons gevoel en ons verstand. Kijkend, lezend, begrijpend en voelend staan we buiten de gepresenteerde ruimte en tijd.

De betekenis van het nieuws is betekenis voor mensen die nieuwsgierig zijn en verstrooid willen worden; die meegenomen willen worden door wat er buiten hen te beleven valt zonder dat ze er zelf mee te maken hebben. De betekenis van het nieuws is ook betekenis voor mensen die willen weten wat anderen weten, die mee willen praten in de ‘newsroom’, de ruimte waarin het nieuws rondgaat, zonder dat het gevolgen heeft voor hun leven. Zo heeft bijna al het nieuws over koningshuizen geen andere betekenis dan die van een verhaal of een film. Omdat sommige journalisten aan hun werk meer gewicht toekennen, wordt eraan toegevoegd dat dit nieuws van belang is voor het behoud van de democratie. Daarin toont zich een goed normbesef op een verkeerd moment.

Verantwoordelijkheidsbesef

Door de media kunnen wij goed geïnformeerd worden, hoewel het altijd zo is dat wij verreweg het meeste niet weten. Goed geïnformeerd zijn betekent niets anders dan weten wat sommigen denken dat men moet weten. Maar zoals ik hiervoor al aangaf, men kan veel weten zonder dat het iets te maken heeft met het eigen dagelijks bestaan waarin een mens verantwoordelijkheid draagt.

Goed geïnformeerd zijn kan ook betekenen dat je genoeg weet om je verantwoordelijkheid te kunnen dragen. De verantwoordelijkheid gaat daarbij vaak voorop. Wie de verantwoordelijkheid heeft voor kinderen moet ervoor zorgen dat hij of zij genoeg weet van wat kinderen nodig hebben. Wie dat nalaat en daardoor slecht voor de kinderen zorgt, schiet tekort omdat hij of zij iets nalaat wat mogelijk is. Hij wist het niet maar had het wel kunnen weten. Wie echter niet in staat is zich voldoende kennis eigen te maken, kan de verantwoordelijkheid niet dragen. In dat geval gaat de kennis voorop, als mogelijkheid – wat kan deze persoon weten? – die bepalend is voor de verantwoordelijkheid die iemand kan dragen.

Mensen dragen verantwoordelijkheid in hun eigen dagelijkse leefwereld, de wereld van gezin, woonplaats, school, werk, kerk, etc. Daar nemen ze zelf beslissingen over wat ze moeten doen. Mensen dragen ook verantwoordelijkheid in grotere verbanden, samen met anderen. Ze maken deel uit van een politiek verband als staatsburger, ze zijn lid van een organisatie die een bepaald doel nastreeft, ze behoren als werknemer tot een bedrijf, ze zijn lid van een kerkverband. Zowel voor het dragen van verantwoordelijkheid in de dagelijkse leefwereld als in de grotere verbanden is informatie nodig. Media kunnen informatie leveren die betrekking heeft op de situatie waarin mensen beslissingen moeten nemen. Dat geldt met name voor het functioneren in grotere verbanden want het individu is alleen niet in staat om voldoende informatie te verzamelen over bijvoorbeeld het politieke verband waartoe hij behoort. De media kunnen mensen helpen voldoende geïnformeerd te zijn om verantwoordelijkheid te dragen. Zij overbruggen voor het individu de afstand en zorgen er tegelijk voor dat het individu ook meer verantwoordelijkheid kan dragen. Waar geen media zijn, kan iemand geen verantwoordelijkheid dragen voor de wereld buiten de dagelijkse leefwereld. Wie niet weet dat er wel eens een vuurwerkfabriek ontploft, kan in politiek verband niet aandringen op verscherping van de veiligheidsvoorschriften. Wie niets kan horen of lezen over vervuiling van lucht en water, de verandering van het klimaat en vernietiging van natuurgebieden kan geen verantwoordelijkheid dragen binnen organisaties die zich daartegen verzetten.

Media kunnen bij mensen het besef kweken dat zij een verantwoordelijkheid hebben en dat zij – al dan niet met anderen – iets moeten doen. Maar dat vereist dat mensen zelf de informatie ordenen vanuit hun ruimte en hun tijd. En dat gaan de media zelf weer tegen door de hoeveelheid informatie die wordt aangeboden. De hoeveelheid maakt passief: men beleeft het gebodene maar ordent niet. Daardoor neemt het verantwoordelijkheidsbesef af. Zonder ordening kan het niet actief zijn, met als gevolg dat het inactiever wordt als mensen zichzelf lange tijd bloot stellen aan het mediageweld.

Rampen

De mediamakers denken dat mensen vooral op de hoogte gesteld moeten worden van gebeurtenissen met een hoog belevingsgehalte: ontploffingen, branden en botsingen met veel slachtoffers, aardbevingen met nog meer slachtoffers, overstromingen die alles veranderen, lawines waardoor dorpen verdwijnen, orkanen die een half land verwoesten. Dat zijn gebeurtenissen die ingrijpend zijn in de dagelijkse leefwereld van mensen en daar een appel doen op het verantwoordelijkheidsbesef van degenen die dichtbij zijn. Beleving en verantwoordelijkheid gaan daar samen. Voor degenen die dichtbij zijn, zijn media in belangrijke mate overbodig. Telefonische verbindingen zijn voldoende om de verantwoordelijken te informeren. De media komen er voor de anderen om die ook de suggestie van nabijheid te geven en ze te laten ‘meegenieten’. Dat is een beleven zonder verantwoordelijkheid. Dat wordt door de direct betrokkenen ook beseft, wat zich vertaalt in afkeer van de mediawerkers die dichtbij willen komen om ‘hun werk te kunnen doen’. Een man die tijdens de brand van zijn huis een opdringerige journalist neerslaat, handelt niet slechts emotioneel maar ook zeer rationeel. Hij heeft behoefte aan mensen die hun verantwoordelijkheid beseffen en hem helpen maar hij wenst geen onderwerp van een verhaal te zijn.

Lezers en kijkers die veraf staan willen toch veel zien en horen; hoe dichter zij bij het gebeuren kunnen komen, hoe beter. Maar voor hun verantwoordelijkheidsbesef is het nodig dat ze weet hebben van de afstand. Wellicht hebben ze geen enkele verantwoordelijkheid of is er een verantwoordelijkheid voor het politieke verband waarvan ze deel uitmaken: de regels moeten beter gehandhaafd worden, de ontwikkelingshulp moet worden verhoogd, het openbaar vervoer is niet veilig genoeg, er is toezicht nodig op verzekeringsmaatschappijen.

Het marktmechanisme maakt dat mediaproducten goed moeten verkopen en dat maakt het begrijpelijk dat ze het karakter hebben van een film of een verhaal. Daarin schuilt echter niet hun maatschappelijk belang. Dat schuilt in hun betekenis voor het dragen van verantwoordelijkheid. Media die op wereldniveau opereren, kunnen daaraan niet veel bijdragen.

Mediamieke treden

De treden van onze dagen kunnen mediamiek zijn. Wij leven dan op wat wij lezen en zien. Ons denken en ons spreken worden erdoor bepaald. De praktijk van ons lijfelijk functioneren elke dag is daar echter de ontkenning van. Geheel mediamiek leven kan niemand. Maar wij lijden aan gebrek aan harmonie wanneer onze treden half mediamiek en half lijfelijk zin. Dat gebrek aan harmonie komen we alleen te boven door de beelden en verhalen te ordenen binnen ons lijfelijk bestaan.

Media geven ons de indruk van alomtegenwoordigheid. De wereld heet dan een ‘global village’. Dat lijkt mij onzin. De wereld die men ‘global village’ noemt is een wereld van films en verhalen, niet de wereld waarin wij leven. Wie leeft op de informatie van de media zonder die te ordenen vanuit eigen ruimte en tijd, leeft in een schijnwereld. De treden van zijn dagen zijn mediamieke treden, treden zonder verantwoordelijkheid.

Alleen God is alomtegenwoordig. In het uiterste besef van verantwoordelijkheid kan een mens niet anders dan zich richten tot deze alomtegenwoordige God: Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison!

In de rubriek ‘De treden van de dagen’, die drie keer per jaar verschijnt, worden kanttekeningen geplaatst bij actuele gebeurtenissen of ontwikkelingen in onze samenleving. Van de auteurs wordt verwacht dat zij positie innemen, zonder zich daarbij te verschuilen achter een rij van literatuurverwijzingen van gerespecteerde auteurs. De titel van de rubriek is ontleend aan een gedicht van Judith Herzberg.