Drama in de herhaling

Column

Een monotone stem vertelde hoe het ging. Eerst rookontwikkeling en daarna werd het heel heet. Al na een minuut, als ik mij goed herinner, stikten de eerste mensen. Je zag wel geen mensen, maar die kon je er gemakkelijk bij denken dankzij de houten tafel met daarop een verlaten bierflesje. De jongens van TNO hadden hun werk goed gedaan. Deze keer geen test van airbags of geluidsschermen, maar een reële simulatie van de brand in café Het Hemeltje in Volendam.

Dat was een belevenis die mij een paar weken geleden ten deel viel in ons Wapenveldse vakantiehuisje. Ik was geschokt. Als je niet vaak televisie kijkt, zijn de keren dat je wel kijkt meestal schokkend. Zo ook deze keer.

Achteraf probeerde ik mij voor te stellen hoe het gegaan was. Onderzoekers van TNO moesten nagaan hoe de brand in het café zich had ontwikkeld. Misschien hebben ze wel een computermodelletje gebruikt. Zou goed kunnen. Even wat meten en theoretiseren aan een klein brandend dennetakje en daarna proberen op te schalen. Maar waarom niet alles nabouwen? Dan komen er wel wat problemen om de hoek, want je kunt natuurlijk niet binnen gaan staan kijken hoe het afloopt. Dan maar een flinke bunker bouwen, maar die hebben ze natuurlijk wel bij TNO. De camera lijkt me ook een probleem. De gemiddelde digitale camera legt het loodje bij zulke hoge temperaturen. Maar met een wat duurder modelletje en een beetje robuuste afscherming moet je ver komen. En desnoods offer je de camera op, als je de plaatjes maar op tijd binnenhaalt. En het is gelukt. Iedereen heeft het op de buis kunnen zien. Je kreeg het er warm van. De overlevenden van de ramp zeiden het ook: ‘Het was net echt.’ Uiteindelijk bleef er bij mij na dit filmpje een onbehaaglijk gevoel over. Als er bij ons aan de dijk vroeger een ongeluk gebeurde, zag je altijd eerst de brandweerauto en de ziekenwagen voorbij komen. En daarna de mensen die er graag met hun neus bovenop wilden staan. Die kwamen dan natuurlijk veel te laat om het ongeluk nog te zien gebeuren. Maar dat is een grens die blijkbaar niet absoluut meer is. Als het moet, kunnen we een ramp nabouwen. Dan weten we tenminste echt hoe het gebeurd is. We zijn dan allemaal toeschouwers en net als vroeger bij het ongeluk hoeven we niets te doen. Sterker nog, we beleven het intensief mee, dankzij het degelijke werk van de koele onderzoekers van TNO.

Ondertussen wordt op deze manier de dood op een subtiele manier onschadelijk gemaakt. Het geeft ons een schok, maar uiteindelijk toch ook weer niet. Er valt immers zoveel te beleven in deze wereld, zonder dat het ons wezenlijk aanspreekt. De dood op televisie staat tamelijk ver af van de dood die ook mijn leven begrenst en bepaalt. Ik ben geen hulpverlener en heb er geen flauw benul van of de nabestaanden van de slachtoffers met dit filmpje van TNO zijn geholpen. Ik geloof in ieder geval niet dat de onderzoekers van TNO de journaalkijkers een grote dienst hebben bewezen. In de herhaling van het drama is hun eigen dood niet dichterbij gekomen. Van mijn leraar Engels op de middelbare school leerde ik ooit een gedicht over de dood van de Engelse dichter John Donne. Eén regel daarvan ben ik nooit vergeten: Never send for whom the bell tolls, it tolls for thee.