Redactioneel

De paradigmawisseling van Duitse naar Angelsaksische wetenschap heeft zich in Nederland vanaf de jaren 1950 rap voltrokken. Wie tegenwoordig zelfs maar een Duits artikel als collegestof opgeeft, kan erop rekenen verschillende studenten langs te krijgen die zeggen het niet te kunnen lezen. In de theologie heeft het Duits het wat langer volgehouden. Werd onder barthianen immers niet gegrapt dat er maar liefst drie openbaringstalen zijn: het Hebreeuws, het Grieks en het Duits? Toch is nu onder een jongere generatie theologen ook de wissel omgezet en zijn het voornamelijk Engelse en Amerikaanse werken die worden gelezen en ter inspiratie dienen.
Uiteraard moeten de Duitse klassiekers gelezen blijven: Luther, Barth en Bonhoeffer. Daarin ligt goud voor kerk en gelovige verscholen. Tegelijkertijd kan de wending naar de Angelsaksische theologie ook nieuwe inzichten opleveren, die als een waardevol complement op onze Duits-theologische erfenis kunnen dienen. Daarom haalt Wapenveld nu en dan een Amerikaans theoloog naar voren. Het afgelopen jaar was dat de nieuwtestamenticus Richard B. Hays, in dit nummer wordt Stanley Hauerwas geïnterviewd. Hauerwas is een van de meest spraakmakende theologen van dit moment, die even gemakkelijk in zijn studeerkamer zit als in een protestmars meeloopt. Zijn talloze publicaties hebben het theologische landschap in Amerika behoorlijk opgeschud.
Ook in ons interview schuwt Hauerwas stevige uitspraken niet. Zo betoogt hij dat het piëtisme de bron is van veel van onze huidige problemen. Hij doelt daarmee op het individualisme, dat het gevolg is van de sterke piëtistische concentratie op het persoonlijk geloof van het individu, waardoor de gemeenschap gemakkelijk verdampt. Uiteraard moeten Hauerwas’ woorden verstaan worden tegen de Amerikaanse context, waarin het piëtisme niet alleen kerkelijk maar ook maatschappelijk bijzonder invloedrijk is (geweest).
Onze nieuwe jaarserie Pinksteren in de kerk sluit daar wonderwel bij aan. Daarin staat namelijk de toenemende invloed van de ideeën van de Pinksterbeweging binnen de traditionele kerken centraal. Heel wat gemeenten worstelen daar momenteel mee: hoe moeten de Geestesgaven een verantwoorde plaats in de gemeente krijgen? De Pinksterbeweging kan zowel als een radicale uitwerking als een forse correctie op het piëtisme beschouwd worden. Enerzijds komt een nog sterkere nadruk te liggen op het individu, die naast een persoonlijke bekering ook nog zich moet inspannen om de Geestesgaven te ontvangen. Anderzijds heeft de sterke Afro-Amerikaanse component – relatief onaangetast door de Verlichting – ervoor gezorgd dat er een grote nadruk op collectiviteit ligt en op een integratie van ziel en lichaam. In die zin draagt de Pinksterbeweging naast hypermoderne ook nadrukkelijk premoderne waarden in zich.
Sterk, charismatisch leiderschap is vaak typerend voor Pinkstergemeenten. Dat verschilt nogal van de doorsnee gereformeerde ambtstheologie. Over gezag en ambt in een postmoderne context levert Stefan Paas een boeiende bijdrage. Het is een vurig betoog voor volwassenheid en onafhankelijkheid van gelovigen in de kerken en voor wijsheid bij kerkelijke ambtsdragers. Hoe minder macht, hoe meer gezag, betoogt hij dan ook.
Dat politici ook literatuur lezen en dat literatuur zelfs invloed heeft op politieke beslissingen, laat Kees van der Staaij zien in zijn leeservaring van Khaled Hosseini’s De vliegeraar. Nieuw is dat we dit jaar met een tweetal wisselcolumnisten werken: Tim Vreugdenhil, gereformeerd vrijgemaakt predikant van de Stadshartkerk in Amstelveen, bijt de spits af. In het volgende nummer zal Marius Doornenbal, vers terug uit de zending in Nepal, zijn debuut maken. Zij beloven ons de nodige denkduwtjes te geven!