Redactioneel

Er is een periode in ons land geweest dat hordes theologen – met in hun kielzog allerlei gemeenteleden – wegliepen met de Zwitserse kerkvader van de twintigste eeuw, Karl Barth. De man werd op een voetstuk gezet en zijn opmerkingen, gekleurd door de Duitse politieke en kerkelijke situatie, werden zonder al te veel moeite omgezet naar de Nederlandse context. Maar Karl Barth was natuurlijk ook een heel gewone man. Als zijn naam valt, herinner ik me altijd met een glimlach die fraaie passage in de dagboeken van Miskotte waarin deze beschrijft hoe hij gewapend met allerlei ingewikkelde theologische problemen naar Zwitserland toog, maar Barth vooral in de kroeg wilde zitten en over voetbal wilde praten.

De politisering die jarenlang heerste rond de naam van Barth is inmiddels verdwenen. Dat biedt nieuwe kansen om zijn theologische erfenis tegen het licht te houden en zijn betekenis voor het heden helder te krijgen. Naar aanleiding van de schitterende nieuwe Nederlandse vertaling van Der Römerbrief houdt Edward van ’t Slot een gepassioneerd betoog waarin hij laat zien dat Barth meer dan slechts van historische betekenis is. In zijn theologie blijken aanknopingspunten te zitten die ook in een tijd dat kerken zoeken naar een missionaire theologie van grote waarde zijn. Misschien zouden juist wel missionaire kerken, zoals de Houtense NGK die in het jaarserieartikel centraal staat, Barth als stoorzender moeten toelaten.

Als dat dan toch gebeurt, dan graag in één beweging Jan Koopmans erbij, de eigenzinnige Nederlandse theoloog in het voetspoor van Barth. ‘Er is geen eenvoudiger naam dan Jan’, merkte Koopmans in een van zijn beroemde preekschetsen op. Toch wist die eenvoudige Jan met een relatief klein oeuvre een geheel eigen geluid te laten horen in de wereld van de Nederlandse theologie. Niels den Hertog gaat na wat daarvan precies de kern was en hoe dat vruchtbaar gemaakt kan worden voor nu. Zijn pleidooi voor een ‘onverstoorbare’ theologie, los van allerlei hypes, zet aan tot nadenken.

Veel christenen zoeken naar manieren om zowel continuïteit als vernieuwing bij elkaar te houden. Vaak worden die tegen elkaar uitgespeeld, maar interessanter zijn de pogingen om beide te combineren. De strategie van de Houtense NGK, gereformeerd én evangelicaal, is differentiatie van diensten. Naast een klassieke Liedboekdienst een moderne worshipbijeenkomst. Ook in andere kerken vindt dit model in toenemende mate ingang. Het voordeel is dat het oude niet zonder meer wordt afgeschreven en het nieuwe niet de deur wordt gewezen, maar dat beide stijlen naast elkaar komen te staan. Of dit een model is dat draagt voor de toekomst vereist een grondig debat.

Gedebatteerd gaat er in ieder geval worden tijdens het RRQR-congres, het jaarlijkse evenement van reünisten van de christelijke studentenvereniging CSFR, dat echter allerminst beperkt is tot alumni van deze club. Met ‘de keuzebiografie’ hebben de organisatoren een thema gekozen dat dicht bij de levenservaring van iedere Wapenveldlezer ligt. In iedere levensfase speelt de constructie van het eigen levensverhaal een rol, evenals het maken van telkens weer nieuwe keuzes om de eigen biografie nog voller en rijker te maken. De overheid helpt er met de levensloopregeling graag een handje bij – hoewel die nog altijd niet hard loopt. Maar is deze ‘maakbaarheid van het leven’ wel reëel, worden tegenslagen niet weggedrukt of omgebouwd tot iets anders? Is het, per saldo, wel ethisch te verantwoorden om zo met ons leven om te gaan? Het lijkt mij dat de notie van de ‘navolging van Christus’ in ieder geval eens naast de ‘keuzebiografie’ gelegd moet worden – van welke generatie je ook bent.