Redactioneel

Vorig jaar verscheen het vuistdikke boek van de Britse historicus Bernard Wasserstein, Barbarij en beschaving, een geschiedenis van Europa in onze tijd. Het is in alle opzichten een verpletterend boek: in omvang, eruditie, stijl en analyse. Het brengt ons de januskop van de twintigste eeuw dichterbij: de eeuw van de grootste wreedheden, waarin miljoenen mensen op gruwelijke wijze zijn vermoord, en tegelijkertijd een eeuw van ongekende beschaving. In democratieën kreeg iedereen stem, via de sociale welzijnsstaat zorgden we ook voor de zwakkeren in de samenleving en achtergestelde groepen – vrouwen, homo’s en tegenwoordig ook dieren – emancipeerden rap. Wasserstein probeert barbarij en beschaving niet met elkaar in een grootse theorie te verzoenen. Hij gaat ervan uit dat in de mens, en bij gevolg ook in de samenleving, goede en slechte driften naast elkaar leven en dat de kwade krachten zomaar de overhand kunnen krijgen. Beschaving is dikwijls een heel dunne laag, maar zonder die laag zou het veel vaker uit de hand lopen. Wasserstein constateert dat de twintigste eeuw ook het tijdperk is ‘waarin voor de meeste Europeanen God als levend begrip is verdwenen’. Een verband met hetzij de opkomst van ongekende barbarij, hetzij de grote bloei van de Europese beschaving legt hij echter niet.

Ik moest aan Wasserstein denken toen het openingsinterview van dit nummer – tevens inleiding op het aanstaande RRQR-congres – me onder ogen kwam. Ybo Buruma, toonaangevend Nederlands jurist en PvdA-intellectueel, zet namelijk een stap verder dan Wasserstein: ‘Als er helemaal geen wereldbeeld meer is, dan volstaat de barbarij’. Vanuit die invalshoek kunnen we met de voortgaande ontideologisering van het politieke bedrijf alleen maar ons hart vasthouden – en daarnaast natuurlijk uit alle macht opkomen voor een gefundeerde beschaving.
VVD-ideoloog Luuk van Middelaar, zo laat het tweede interview zien, heeft de werking van de Europese politiek ontrafeld en tegelijkertijd zijn liberale idealen behouden. De Europese Unie is ongetwijfeld het meest effectieve wapen geweest tegen de barbarij van de twintigste eeuw. In die zin mogen we van de EU ook verlangen dat zij hoeder is van onze beschaving. Van Middelaar heeft gelijk als hij poneert dat de toekomst van de EU principieel open is, maar het lijkt me een weinig aanlokkelijk perspectief als het Europese ideaal sneuvelt in de benepen machtspolitiek van lidstaten en door gemakzuchtig Euroscepticisme.

Naast politiek heeft dit nummer ook nog filosofie en theologie in petto. Bas Hengstmengel geeft een introductie tot het werk van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk. Hij typeert Sloterdijk, niet alleen bekend als auteur van dikke boeken maar ook geanimeerd gastheer in Das Philosophische Quartett, als een bij uitstek postmodern denker die vrolijk de dood van God omarmt. Ook Sloterdijk is onder de indruk van de barbarij van de twintigste eeuw, maar hij ziet religie niet als een mogelijke bron van kritisch potentieel daartegen.

Dit najaar verschijnt dan eindelijk de nieuwe vertaling van Calvijns meesterwerk, de Institutie. In mijn studententijd heb ik me door de editie van Sizoo geworsteld, maar velen om me heen haakten al spoedig af. De lange zinnen, die soms gewoon niet liepen, maakten het tot een lastig avontuur. Het is te hopen dat de editie-De Niet daar een einde aan maakt. Voor eenieder die het leesavontuur opnieuw aangaat, bieden wij hierbij een leeswijzer van Calvijnkenner John van Eck aan.

Tot slot: we hebben een nieuwe columnist! Maarten Wisse, de nieuwe docent dogmatiek en oecumene aan de VU, gaat ons driemaal per jaar op scherp zetten. Onder dankzegging zwaaien we zijn voorganger Tim Vreugdenhil uit.