Schuld en schaamte

De westerse christelijke traditie heeft sinds Augustinus veel nadruk gelegd op schuld. Schuld wordt vaak verward met schaamte, een verschijnsel dat lang onderbelicht is gebleven en pas de laatste decennia aandacht krijgt. Dat is eigen aan schaamte: mensen praten daar moeilijk over.

Schuld en schaamte zijn zelfbewuste en sociale emoties die ons dichter bij God, onszelf en de ander kunnen brengen, maar vaker ons daarvan vervreemden. Ze zijn de belangrijkste oorzaak van ontwrichting in relaties, gezinnen en de maatschappij. We hebben het over zeer complexe verschijnselen. Mijn doel is om de kluwen van schuld en schaamte een klein beetje uit elkaar te trekken. Eerst laat ik zien hoe schuld schaamte op kan roepen: ‘from blame comes shame’. Daarna leg ik uit hoe schaamte meer schuld kan veroorzaken: ‘from shame comes blame’. Tot slot sta ik kort stil bij een voorname positieve functie van schaamte en de hedendaagse wijdverbreide schaamteloosheid.

From blame comes shame
Volgens de Bijbel is niet alleen schuld maar ook schaamte bij Adam en Eva begonnen. De mens in het paradijs laadt schuld op zich door een door God getrokken grens te overschrijden: hij eet de verboden vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad. Dit is de geboorte van het geweten, een proces dat elk kind doormaakt: schuld geeft besef van goed en kwaad. ‘Toen gingen hun ogen open’, zegt het Bijbelverhaal.
Dit is het kritieke moment waarop schuld kan leiden tot berouw, empathie met God die ze hebben teleurgesteld, en het verlangen om het weer goed te maken. Schuld is een constructieve kracht want drijft ons naar de ander om de breuk in de relatie te herstellen. Theologen hebben echter zelden stilgestaan bij de vraag die toch voor de hand ligt: waarom gingen Adam en Eva niet naar God toe om hun zonde op te biechten zodat ze weer ontspannen met hem konden wandelen in de avondkoelte? Vergeven, dat is toch Gods specialiteit? Het antwoord is dat ze door schaamte niet aan het bekennen van hun schuld toekwamen.
Schuld heeft een objectieve basis in de werkelijkheid en houdt het besef in: ‘Ik heb iets slechts gedaan’. Schaamte is vooral subjectief. ‘Ik heb iets slechts gedaan’ en zelfs: ‘Ik ben slecht’. ‘From blame comes shame’. En net als met die paar vruchten bij Adam en Eva, is er maar heel weinig voor nodig om schaamte op te roepen. Een verspreking, iemand per ongeluk aanzien voor een ander, is al genoeg om een rood hoofd te krijgen.
Schuld zet aan tot actie, om de schade te herstellen – ook de emotionele schade bij de schuldige zelf. Een soldaat die in Uruzgan iemand gedood heeft, is niet geholpen met de sussende verzekering dat hij alleen maar zijn plicht heeft gedaan. Dat vergroot de kans op een post-traumatisch stress syndroom of een vlucht in alcohol of drugs. Nee, hij is werkelijk schuldig aan de dood van een medemens en dat moet voluit erkend en geuit worden. Pas dan kan zo’n militair zich min of meer weer met zichzelf en de wereld verzoenen.
Schuld zet aan tot actie maar schaamte verlamt. Wie denkt: ‘Ik ben slecht’, kan niets meer ondernemen. Heel elementair zien we dat gebeuren in het verhaal van Adam en Eva. Hen gingen ‘de ogen open en ze merkten dat ze naakt waren’. Dat was daarvoor geen punt, ook niet het feit dat een ander aanwezig was. Er zijn momenten dat we niets liever willen dan naakt bij een ander zijn en hele volksstammen verheugen zich op een middagje in Adamskostuum in de sauna of op het naaktstrand. Totdat ze ontdekken dat iemand hen vanuit de duinen met een verrekijker bespiedt. Pas dan wordt naaktheid een probleem.
Beschamend is het gevoel door de ander bekeken, beoordeeld te worden – de beruchte Sartriaanse blik: je voelt je tot object gemaakt, vernederd, stom, je gaat af als een gieter, je bent een loser. Schaamte ziet de ander als de oordelende toeschouwer die je meest verborgen zwaktes blootlegt, gesymboliseerd door de geslachtsdelen die niet toevallig schaamdelen worden genoemd. De ergste straf in de Bijbel is niet dat ‘je schaamte wordt ontbloot’, maar dat dit gebeurt voor het oog van de honende toeschouwer. Dit is cruciaal, want naaktheid, een verspreking of een uitglijer roepen op zichzelf geen schaamte op. Een clown oogst zelfs applaus wanneer zijn broek afzakt of wanneer hij struikelt over een dame.
Wie zich schaamt wil maar één ding: verdwijnen. Wie zich schaamt, wil verdwijnen ‘Ik kon wel door de grond zakken’, zeggen we dan. Dat vertaalt zich ook in de lichaamstaal van iemand die zich schaamt: je slaat de handen voor het gezicht als om te zeggen: ‘Ik ben er niet’. Je gaat beven en transpireren en, het ergste, wordt vuurrood. Dat is precies het gevoel van schaamte: wanhopig wil je je verbergen maar je wordt, terwijl je machteloos bent om dat te voorkomen, juist opvallend zichtbaar.
De neiging om te verdwijnen maakt dat we contact verliezen met de realiteit. Wie zich schaamt slaat de ogen neer om de blik van de ander te vermijden maar raakt daardoor overgeleverd aan zijn eigen oordelende ogen. De realiteit is namelijk dat de ander ons meestal helemaal niet streng bekijkt; zo bekijken wij onszelf. Anders dan schuld is schaamte reflexief: in onze taal zeggen we enerzijds ‘Ik ben schuldig’, maar anderzijds ‘Ik schaam me’. Het negatieve beeld van onszelf projecteren we op de ander, wat des te gemakkelijker is naarmate we daarmee minder contact maken. Dat levert een vertekend beeld van de ander op dat onze ergste angsten bevestigt. Adam en Eva zagen God niet als een God van vergeving die volgens een oude schilder met een huppeltje van plezier de wereld schept, maar als een God van oordeel en straf. De oude theologieën aangaande de zondeval en de mens die geneigd is tot alle kwaad gaan er heel anders uitzien zodra de rol van schaamte serieus wordt genomen.
Adam en Eva verdwijnen: ze bedekken hun naaktheid met een schort van vijgenbladeren en verbergen zich voor God tussen de bomen. Natuurlijk gaat God zoeken: ‘Adam, waar ben je?’, roept hij. Adam antwoordt dat hij zich verstopt omdat hij naakt is en bang. God concludeert dat hij van de verboden boom heeft gegeten.
Dan zegt Adam: ‘De vrouw die u mij hebt gegeven, die heeft de vruchten geplukt en aan mij te eten gegeven’.

From shame comes blame
Door schaamte kan Adam geen schuld bekennen maar schuift die door naar Eva, die de zondebok wordt. Een algemene reactie die je al bij kinderen vindt: ‘Hij heeft het gedaan’. Maar volgens het onderzoeksbureau Motivaction reageert bijna een derde van de hedendaagse volwassen Nederlandse bevolking ook zo. In onze geïndividualiseerde cultuur met het motto ‘life is what you make it’ moet je zelf iets van je leven maken, maar dat lukt deze groep niet zo goed. Ze hebben kleine baantjes of zijn werkloos, met hun relaties gaat het niet geweldig en ze zijn niet verbonden met een groter geheel, zoals een kerkelijke gemeenschap. Ze voelen zich buiten de samenleving staan, mislukt. Met andere woorden: ze schamen zich. De schuld wordt verongelijkt doorgeschoven naar anderen, vooral allochtonen (de allochtoon symboliseert bij uitstek het gevoel niet mee te tellen in de samenleving). Wat ze gemeen hebben met Adam is dat ze geen verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag en situatie. De ander heeft het gedaan. Als ze al stemmen, gaat hun stem naar een partij waarvan de politieke leiding hun woede en ongenoegen verwoordt en zich bijvoorbeeld tegen moslims keert.
Deze dynamiek van de schaamte verklaart waarom begin jaren tachtig in de Verenigde Staten Reagan werd gekozen als opvolger van president Carter. Carter had de moed tot zelfkritiek, hij stelde bijvoorbeeld het schenden van mensenrechten in de Verenigde Staten aan de kaak. Dat ervoeren de Amerikanen als beschamend waardoor zij Reagan kozen, die zelfkritiek veranderde in kritiek op andere landen, zoals de Sovjet-Unie. Vandaag heeft president Obama de moed om zelfkritisch te zijn, denk bijvoorbeeld aan Guantanamo Bay. Dat ervaren veel Amerikanen echter als vervuiling van het eigen nest. De kans is daardoor groot dat zijn opvolger weer een Reagan- of Bush-achtige patriot zal zijn die alle blaam op zogenaamde ‘schurkenstaten’ legt. ‘From shame comes blame.’
Ook huiselijk geweld is vaak een reactie op schaamte. Wie zich waardeloos voelt kan snel jaloers worden of heftig reageren op kritiek van een partner of kind. In schaamtegebonden relaties worden conflicten om die reden vermeden, wat onvermijdelijk tot explosies leidt. De ander wordt vernederd om het eigen wankele gevoel van eigenwaarde op te krikken. Dit is ook wat pornografie aantrekkelijk maakt: je bekijkt de ander in haar naaktheid wat een gevoel van macht geeft en je even doet vergeten dat je jezelf naakt en bekeken voelt.
In oosterse landen zijn er velen die hun leven moeten geven om als zondebok de schande, de schaamte van de familie uit te wissen (deze eerwraak is nu ook bij ons een probleem geworden). De agressie kan ook naar binnen slaan: wie in Japan gezichtsverlies lijdt kan zichzelf doden. Dat maakt duidelijk hoe omvattend schaamte is: in schuld doe je iets verkeerd, in schaamte ben je totaal waardeloos, onteerd, en wil je alleen maar verdwijnen. Je schaamt je letterlijk dood.
Hoe met schuld en schaamte wordt omgegaan is sterk cultuurbepaald. Maar niet in de zin dat er schaamte- en schuldculturen zouden zijn, zoals vroeger door antropologen als Margaret Mead en Ruth Benedict werd gedacht. Een collectieve cultuur als de Marokkaanse werd bijvoorbeeld als een schaamtecultuur gezien. Recent onderzoek verricht aan de Katholieke Universiteit Leuven toont echter aan dat Marokkaanse jongeren wel degelijk persoonlijke schuldgevoelens kennen.
Wel is het zo dat ze daar in België en Nederland weinig uiting aan geven. Vanuit het justitiepastoraat is bijvoorbeeld bekend dat Marokkaanse gedetineerden zich zelden schuldig zeggen te voelen. Dat komt waarschijnlijk door de schaamte die hun specifieke situatie met zich meebrengt: hun immigrantenouders kunnen meestal niet zo goed meekomen in de westerse samenleving. Niets is zo beschamend voor een kind als je moeten schamen voor je ouders. Toen de zonen van Noach hun dronken, blote vader met afgewend gelaat moesten bedekken, werd dit het begin van een nieuwe vloek over de schoongewassen aarde.
Maar ook door hun eigen ervaringen met achterstelling en discriminatie voelen Marokkaanse jongeren zich minderwaardig.Als je je schaamt, is het heel moeilijk om schuld te bekennen, dat zagen we al bij Adam. Dit verklaart waarom de kans op een recidief onder Marokkaanse gedetineerden zo hoog is. Verantwoordelijkheid nemen voor je schuld is voorwaarde om echt te veranderen. Verantwoordelijkheid nemen als voorwaarde om te veranderen
Schuld en schaamte hebben beide zowel uitwendige als inwendige aspecten (interpersoonlijk en intrapersoonlijk). Schuld houdt bewogenheid met het slachtoffer in en schaamte het gevoel door de ander bekeken te worden (al is dat vaak een projectie). Anderzijds leidt schuld vanbinnen tot gepieker, het gevoel tekort te schieten en de wil jezelf te verbeteren, terwijl in schaamte je jezelf veroordeelt met daaraan gepaard een gevoel van machteloosheid en angst.
We kunnen dus niet spreken van schuld- en schaamteculturen. Wel staat het objectieve, relationele aspect van schuld en schaamte meer op de voorgrond in collectieve culturen, en de subjectieve, innerlijke aspecten meer in samenlevingen als de onze die een breed proces van individualisering hebben doorgemaakt (het woord ‘schuldgevoel’ deed pas zestig jaar geleden zijn intrede in de Van Dale).
Uit schaamte wentelt Adam zijn schuld af op Eva. Kan dat eigenlijk wel? Kan iemand plaatsvervangend schuldig worden? Volgens de Bijbel en de joodse traditie niet. Elk mens is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn of haar gedrag en dat is ook precies zijn waardigheid. Toch is de idee van Christus die plaatsvervangend aan het kruis onze schuld boet sinds Anselmus in de westerse verzoeningsleer belangrijk geworden. Ik kan daar nu niet diep op ingaan maar denk dat hier niet zozeer schuld, maar de dynamiek van schaamte de hoofdrol speelt. Bisschop Anselmus leefde in de middeleeuwen, een feodale tijd waarin eer en eerwraak belangrijk waren. In zijn leer wordt Christus als het ware de Eva die de schuld van de beschaamde Adam op zich neemt en daaraan sterft.
Toch had de goede bisschop een terechte intuïtie. Wie vergeeft, houdt de ander verantwoordelijk voor wat hij heeft misdaan, maar houdt dat niet meer tegen hem, zegt filosofe Hannah Arendt. Maar wat doe je dan met de krenking, de schade die de ander bij jou heeft aangericht? Die neem je als het ware op je en draag je weg – dat is de enige manier om een nieuw begin mogelijk te maken. Dan staat de overtreding niet langer tussen jou en de ander in. Daarmee word je zelf natuurlijk niet schuldig; het gaat om de gevolgen van de schuld. Echte vergeving kun je zien als de werkzaamheid van het lam van God in ons leven, dat de zonden van de wereld wegdraagt.
Plaatsvervangende schuld bestaat niet, Plaatsvervangende schuld bestaat niet maar plaatsvervangende schaamte wel. Toen David vrolijk voor de ark danste, alleen gekleed in een opwaaiend priesterhemd, schaamde de toekijkende Michal zich. Waarom kon ze niet hartelijk lachen? Als vrouw van de koning had ze het gevoel dat David zich tot een voorwerp van spot maakte in ‘de ogen van zijn slavinnen en onderdanen’. Dat dit een projectie was, blijkt uit haar eigen spottende welkomstwoorden: ‘De koning van Israël heeft zich vandaag wel bijzonder waardig gedragen!’
Juist deze discrepantie tussen hoe een mens geacht wordt te handelen en zijn werkelijke gedrag, is ook de vonk waaraan humor ontspringt. Schaamte en humor liggen merkwaardig dicht bij elkaar. Ik noemde al de clown die succes heeft wanneer hij in de piste afgaat als een gieter. Veel populaire tv-series draaien om situaties waarin mensen plotseling in verlegenheid worden gebracht. Normaal roept dat bij ons plaatsvervangende schaamte op. Schaamte is besmettelijk. Als iemand het schaamrood op de kaken krijgt, krijgen we zelf ook een ongemakkelijk gevoel. Maar op tv vinden we dat vaak komisch. Het grote verschil is we daar als toeschouwer onzelfbewust en zonder oordeel naar kijken.

Chaos en aanvaarding
Bij schuld blijft de wereldorde gehandhaafd. Het feit dat je je schuldig voelt vanwege een overtreding van de morele code, bevestigt die code als goed. Schaamte leidt echter tot chaos. Wie zich schaamt ervaart een verwarrende discrepantie tussen zijn verwachtingen en de werkelijkheid. Je blijkt minder oké te zijn dan je dacht. Opeens glij je uit, als over een glibberige slang. Je voelt je ontmaskerd: je kunt blijkbaar zomaar iets stoms doen, zoals een verboden vrucht eten.
Schaamte kan daarom leiden tot perfectionisme: je gaat heel hard jezelf bewijzen, laten zien dat je heus wel goed bent. Dit kan leiden tot meer schuld: bijvoorbeeld om de schaamte te vermijden dat ze een arts voor niets heeft laten opdraven, trekt een verpleegkundige te laat aan de bel zodat de patiënt overlijdt.
Perfectionisme kan ook leiden tot irreële schuld: je had moeten voorkomen dat het buurjongetje onder een auto liep, al zag je dat vanuit de keuken gebeuren en kon je niets doen. Je bent onschuldig maar toch voel je je schuldig. Dit kan ertoe leiden dat iemand bijvoorbeeld onbewust roekeloos gaat rijden om toch maar gestraft te worden. Perfectionisme kan ook leiden tot existentiële schuld: omdat we niet de moed hebben om fouten te maken, om te experimenteren, blijven onze talenten onbenut. Veel leven in ons blijft dan ongeleefd, wat schuldgevoelens en zelfverachting oproept. Iemand die zijn talent begraaft, leeft machteloos tandenknarsend in duisternis, zegt het Evangelie.
Schaamte beschadigt niet alleen het zelfvertrouwen maar ook het vertrouwen in een ordelijk universum, dat als verwarrend en zinloos wordt ervaren. De wereld wordt een chaos, vol vijandschap en pijn, dorens en distels. Als Adam en Eva uit de hof worden gestuurd, wordt hun schort van vijgenbladeren vervangen door dierenvellen. Voor het eerst vloeit er bloed. Niet zozeer schuld veroorzaakt de val van de wereld, maar schaamte die belet dat de schuld beleden wordt. Dat is de barse betekenis van de vloek: er kan geen nieuw begin worden gemaakt.
Schuld verdwijnt als die erkend en vergeven wordt. Schaamte, echter, vraagt om onvoorwaardelijke aanvaarding Schaamte vraagt om onvoorwaardelijke aanvaarding – de genade die vooral ook in het Evangelie naar voren komt. Vanuit spiritueel oogpunt is schaamte het gevolg van een excessieve bekommernis van het ik om het ik. ‘Ik’ zeg tegen ‘mezelf’: jij bent waardeloos; ‘mijzelf’ antwoordt gedwee: je hebt gelijk. Het ik houdt zichzelf zo klem in een vreugdeloze houdgreep. Schaamte sluit ons op in onszelf waardoor we het contact met de werkelijkheid verliezen – ook met de ander, c.q. de goddelijke Ander die ons verlossen kan.
Het lastige bij schaamte is dat alles teruggebogen wordt op onszelf (denk aan Luthers incurvatus in se). Zelfs genade ontvangen wordt zo beschamend: het wordt ervaren als een bevestiging van je waardeloosheid, je onvermogen om zelf iets van je leven te maken, je voelt je kleingemaakt. In psychotherapie is het al heel wat als mensen over hun schaamte een beetje kunnen gaan praten waardoor ze er als het ware buiten stappen en zichzelf kunnen gaan aanvaarden. Maar het is een langdurig proces want het feit alleen al dat ze in therapie zijn vergroot de schaamte: zie je wel, ik ben een loser want ik heb therapie nodig. Elke aanwijzing, elk advies, alle hulp wordt beleefd als een bevestiging dat ze niets voorstellen.
Ik heb uitvoerig uitgelegd dat schaamte vaak een ondermijnende rol speelt. Ze sluit mensen op in zichzelf en maakt van schuld een kluwen waarin ze verstrikt raken. Maar nu wil ik tot slot stilstaan bij enkele goede kanten van schaamte. Die blijken al uit het feit dat ‘onschuld’ een positieve term is maar ‘onbeschaamd’ niet.

Gezonde schaamte en schaamteloosheid
Helaas kan ik niet uitgebreid ingaan op de gezonde kant van schaamte. Ik noemde rol van schaamte als waakhond die ervoor zorgt dat mensen bij de groep blijven. Op zichzelf een goede zaak maar niet zonder ambivalentie. Vooral vroeger was schaamte de belangrijkste sanctie van de sociale controle: van met de vinger nagewezen worden wegens overspel tot en met de schandpaal in de middeleeuwen. Schaamte hield, ook door het zondebokmechanisme, de boel bij elkaar. Dit kon leiden tot een vorm van terreur. Dat zie je vandaag bijvoorbeeld bij tienergroepen: wie niet het juiste merk jeans draagt ligt eruit. Om die schaamte te voorkomen nemen veel tieners een baantje om toch maar die dure broek te kunnen betalen. Schaamte pakt dan goed uit voor de economie. Wat weer niet goed is voor de economie is dat mensen zich te diep in de schulden steken om de schaamte te vermijden dat ze niet voldoen aan de normen die de reclame voorspiegelt. Reclame kun je zien als een moderne vorm van sociale controle: ‘Heb jij die nieuwe harddiskrecorder nog niet?’ (schaam je je niet?).
De meest fundamentele functie van schaamte is, volgens mij, verwant met het talent van mens zijn. Ik denk dan met name aan het vermogen om intieme, zinvolle relaties aan te gaan. Om die functie helder in beeld te krijgen, sta ik eerst stil bij het tegenovergestelde: schaamteloosheid. Schaamteloosheid is een reactie op schaamte, het is de houding van de narcist die een groot gebrek aan eigenwaarde heeft en zo dringend zoekt naar erkenning dat hij hard en ongevoelig is geworden. Intieme relaties zijn hem even vreemd als zelfkritiek. Alle schuld wordt, in de trant van de oude Adam, doorgeschoven naar anderen.
Het is door sociologen algemeen aanvaard dat we vandaag in een narcistische samenleving leven, waarin schaamteloosheid troef is. De hebzucht van bankiers heeft de wereld in een crisis gestort. Geldingsdrang, gebrek aan respect en straattaal tot in de Tweede Kamer toe zijn aan de orde van de dag. ‘Geenstijl’ wordt in het omroepbestel verwelkomd. Privézaken die vroeger door schaamte verborgen bleven, zoals seks, scheiding en rouw, worden breed geëtaleerd op tv.
Deze schaamteloosheid is een reactie op de schaamte voor de eigen menselijke kwetsbaarheid, die de narcist niet kan accepteren. Hij zou het gevoel krijgen dat hij dan zijn leven verliest. Wat in de evangelische zin ook zo is.
Gezonde schaamte heeft niets met een oordelende blik te maken. Gezonde schaamte komt dicht bij schroom voor het heilige, ze doet de schoenen af en bewaakt de heilige grond in elk mens, datgene waarin we ons het meest naakt en kwetsbaar voelen: het besef van je sterfelijkheid, van je eigen beperkingen en fouten; het vermogen tot empathie en mededogen; gevoelens van tederheid, warmte en ontroering; het verlangen gezien en aanvaard te worden; de wens naar oprechtheid, toewijding en trouw; het verlangen naar overgave, naar een innige omgang met mensen en God. Wat de narcist als zwakheid weghoont, is in wezen de kracht tot relatie, tot menswording.
Wie de schaamte voor de eigen fundamentele kwetsbaarheid niet kan aanvaarden, gaat die achter schaamteloos gedrag verbergen, zoals de narcist die zichzelf veroordeelt tot een oppervlakkig bestaan. Of de schaamte wordt disproportioneel groot gemaakt, zoals Adam deed, wat schuld tot een probleem maakt en de wereld een chaos.
In beide gevallen vindt, met een woord van Bonhoeffer, een ‘Entzweiung’ plaats, een tweedeling. Vervreemd van wat ons het diepst menselijk maakt, raken we vervreemd van mensen en God. Zoals Adam en Eva van elkaar en van God verwijderd raakten, een proces dat zich voortzette in hun kinderen. Kaïn doodde Abel en zwierf als banneling over de aarde. De val uit het Paradijs is de vervreemding van onze eigen fundamentele kwetsbaarheid – een verbanning uit onze heilige grond. Los van God, worden mensen zichzelf tot een god. ‘Hubris’ is de klassieke theologische term voor wat we vandaag narcisme noemen.
De opkomst vandaag van een brede belangstelling voor spiritualiteit zie ik als een reactie op de narcistische samenleving, Spiritualiteit als reactie op de narcistische samenleving een snakken naar opheffing van de tweedeling, van de vervreemding, een zoektocht naar diepgang en zin, naar leven in waarheid, ja naar eerbied voor het heilige – kortom: een verlangen naar de gezonde schaamte die de weg terugwijst naar het verloren paradijs van de onschuld. De mystieke traditie leert dat wanneer mensen zich één weten met God, zij ook thuiskomen bij zichzelf en bij de ander. Dan blijven schuld en schaamte binnen gezonde, realistische proporties.Een laatste opmerking: waarom zoeken de miljoenen ‘spiritueel ongebondenen’ van vandaag daarbij geen steun en inspiratie in de kerk, wat toch voor de hand zou liggen? Daar worden allerlei redenen voor aangevoerd. Zelf denk ik dat de voornaamste oorzaak ligt in het feit dat de kerk (terecht of onterecht) door hen gezien wordt als een oordelende toeschouwer – precies datgene waaronder ze al lijden, wat hen verstrikt houdt in schuld en schaamte en de schrijnende tweedeling waarvoor ze heling zoeken.