Verloren zoon

Als u nou denkt: wat zijn dat voor goede vibraties die ik voel, dan kan ik u geruststellen: het is de Maand van de Spiritualiteit. Tot mijn schrik ontdekte ik het pas nu de maand al flink gevorderd is. Als u dit leest is de maand alweer voorbij – maar u kunt natuurlijk nu meteen aan uw eigen maand beginnen. Vindt niemand erg. Waarom november de maand moet zijn weet ik niet. Is iedereen in de sfeer omdat de goedheiligman in het land is? De blaadjes vallen van de bomen, de avonden zijn lang, de regen striemt je in het gezicht, dus de vraag naar de zin dringt zich meer op? Of is het de laatste maand van het kerkelijk jaar die begint met Allerzielen en eindigt met advent? Zal wel niet, want ik heb inmiddels begrepen dat spiritualiteit iets anders is dan geloof, laat staan christelijk.

Zo’n maand van de spiritualiteit moet natuurlijk verkocht worden. Boekhandels hebben een spirituele top 10 met onder andere de onvermijdelijke Paolo Coelho, die ik overigens zeer aanbeveel. En jawel: er is een boekje! Kluun heeft het geschreven en het heet, heel hip, uitdagend en literair, God is gek, en beweert precies het tegendeel. Als u behoort tot de laatste tien Nederlanders die Kluun nog niet gelezen hebben, even dit: Kluun schreef onder andere Komt een vrouw bij de dokter. Dat boek gaat zo: ‘Yuppenstel met bijpassend kind. Vrouw krijgt kanker. Man marcheert zeer schuin. Vrouw verrekt. Man laveloos van bed naar bed. Vrouw vergeeft hem. Vrouw gaat gepast ontroerend dood.’ Het vervolg op dit verhaal heet De weduwnaar en gaat zo: ‘Man onverbeterlijk ranzig. Gaat niet langer zo. Vertrekt met dochter naar Australië. Wordt lieve pappa. Inkeer. Begint relatie met vrouw (reeds maitresse uit deel één).’ Pikant is dat in deze boeken een spiritueel adviseuse figureert die de man enig besef bijbrengt dat zijn leven te smerig is om vast te pakken en dat het anders kan. Beide boeken laten je achter met het idee dat de mannelijke hoofdpersoon uiteindelijk vergeven wordt – dat zijn vrouw of hijzelf of het universum het hem vergaf. Kluun heeft nooit moeite gedaan te verhelen dat deze verhalen goeddeels autobiografisch zijn.

Ik heb de broer in de gelijkenis van de verloren zoon altijd een beetje onderschat gevonden. Ik vind het een sympathieke knul, ik begrijp die jongen. Kluun stalt zijn zonden opzichtig uit, verkoopt boeken als pepernoten, de film is net in première, iedereen houdt van hem en hij schrijft het boekje voor de Maand van de Spiritualiteit. Nou moet je toch ophouden.U kunt misschien wel denken dat Kluun maar een onverbeterlijke ijdeltuit is die op Giphart-niveau zijn tranen uitvent – maar nee: hij heeft een spirituele kant! Jazeker – zoals dat hij gelooft dat er meer is tussen hemel en aarde. Wat pas gek is, is de teneur van God is gek. Dat boekje is een bestrijding van het rabiate atheïsme dat altijd reactief gelovigen ter verantwoording roept. Kluun is nog maar net ietsist en reeds het lijden aller gelovigen deelachtig geworden, namelijk dat je je moet verantwoorden. (Waarom dat erg is weet ik niet – apologie behoeft geen apologie en rabiate atheïsten mogen van mij rustig in hun hoekje schuimbekken.)

Als het comité nou écht had willen uitpakken over geloof in God (of spiritualiteit – dat is tóch niet helemaal hetzelfde, vrees ik), dan hadden ze het essay laten schrijven door een dominee, bisschop, moefti of lama. Maar nee, moeten wij nu, net als het barmhartige universum dat Kluun al eerder vrijsprak, weerom de verloren zoon aan ons hart drukken?
Ik zit mokkend buiten. Van binnen klinkt het feestgedruis.