Graz
Onlangs was ik in Graz, hoofdstad van Steiermark. Graz is een prachtige stad. Er staat een prachtig operagebouw en een pianohandel die 'Fiedler' heet -- hoe mooi wilt u het hebben? Verspreid door de stad staan standbeelden en gedenkstenen die de glorierijke geschiedenis tonen tot 1914. Als ik weer over de fiets van mijn opa begin, zegt mijn Duitse collega steevast: 'Dat komt door die Oostenrijker, ga 'm daar maar halen.' Duitsers schamen zich bijna dwangmatig. In Graz doen ze dat ook -- op de pleinen staan kunstwerken als herinneringen aan de jaren dertig, pal naast een buste van Kaiser Joseph of Franz. Foto's van hoe het was, in 1938 -- hoe de mensen van Graz de Duitsers hartelijk verwelkomden. Wat ontbrak aan enthousiasme in Duitsland vulden de Oostenrijkers aan. Na de oorlog bleef alleen een onafzienbare schaamte over.
Ik moest pas 's middags op mijn afspraak zijn, ik had de hele ochtend vrij. Ik dwaalde door de stad, nadenkend. Ik realiseerde me op zeker moment dat ik een straat was overgestoken, enkel en alleen omdat het stoplicht op groen gestaan had. Gek, dacht ik: 'Hij stak de straat over, alleen omdat het stoplicht op groen stond'.
Een van de dingen waar je doorheen moet als student taalkunde is de 'Sapir en Whorf-these'. De Sapir-Whorf-these drukt het taalkundig relativisme uit, namelijk dat hoe iemand de wereld waarneemt en beleeft totaal afhangt van de taal waarin hij leeft. De taal is het water waarin de geest van de mens zwemt -- hoe zouden we buiten de woorden om kunnen denken? Ik ben zeker geen taalkundig relativist.
Uiteindelijk zijn alle talen gelijk, want we kunnen in elke taal alles zeggen wat gezegd moet worden. Al was het maar omdat je tenslotte altijd een woord kunt uitvinden als het niet bestaat. Dat kan in elke taal.
Maar toch, of juist daarom, doet woordkeus ertoe.
Het taalgebruik in Nederland ontwikkelt zich niet waardenvrij. Dat men nu zomaar praat over 'massa-immigratie' en wat dies meer zij is nieuw.
Vroeger zeiden we 'immigratie' als we dat bedoelden, nu kiezen we eerder voor 'massa-immigratie'. Alleen al het bezigen van bepaalde woorden zegt iets over de sprekers. Toch geven veranderingen in woordkeus (onder andere gezien door trendwatcher Kuitenbrouwer) te denken, vooral omdat het gebruik van woorden zo onbewust gaat.
Onlangs las ik dat Edwin van der Sar ontkende aan het eind van het seizoen te stoppen. Nou, dan weet je het wel: hij stopt aan het eind van dit seizoen. Zo is het vaker: als een minister alle betrokkenheid ontkent, dan vraag je je toch af: waarom ontkent hij dat eigenlijk?
Het woord betrokkenheid is gevallen, en dan ben je al betrokken.
Zo worden we beslopen door de taal. Zelfs in een ontkenning sleept een enkel woord al een wereld van veronderstellingen met zich mee. En, dat vraag ik me dan af, als u en ik vandaag de dag meegaan in het gesprek van de dag, hoeveel woorden gebruiken we dan die ons afleiden? Ik liep door Graz -- een grootse stad vervallen in vergetelheid --, en ik las de geschiedenis van Oostenrijkse Anschluß nog eens na en kon die Oostenrijkers beter begrijpen die de helling afgegleden waren. Hun kleinkinderen moeten het doen met de schaamte.
We zijn slaapwandelaars. We zwemmen rond in een taal die we niet helemaal beheersen. Welke woorden zullen ons verraden? Die vraag moeten we elke dag beantwoorden; anders zullen onze kleinkinderen het ons uitleggen.
In Graz realiseerde ik me pas drie straten verder dat ik bij het stoplicht niet had moeten oversteken. Ik was de weg kwijt.