Discussiekoorts

Een tijd lang waren ze dagelijks in het nieuws: de gelovigen in de Bible Belt, die hun kinderen niet lieten vaccineren tegen mazelen en hierdoor lokale mini-epidemietjes veroorzaakten, met, voor sommige kinderen, ziekenhuisopname tot gevolg.
De verontwaardiging bij niet- en andersgelovigen was groot. Kinderen deze preventieve maatregel onthouden, beschouwden ze als een passieve vorm van mishandeling.
Toch deed dit geen afbreuk aan hun fascinatie: ‘Zouden zulke gelovigen in de auto ook nooit hun gordel omdoen? Hoe denken ze over kinderzitjes, airbags, traphekjes, keukenkastvergrendelaars, stopcontactbeschermers, zwembandjes, brommerhelmen, bliksemafleiders en eh… dijken?
Een ander vroeg zich af hoe zendelingen dat doen: zonder een bewijs van inenting mag je tropische  landen toch niet eens in? ‘En wat, als je daar een dodelijke ziekte krijgt, terwijl je zulk zinvol emanciperend en evangeliserend werk verricht? Nemen vaccinatieweigeraars het de medische wetenschap trouwens kwalijk dat we tegenwoordig niet meer getroffen kunnen worden door de pest?’
Het is hun rechtlijnigheid die het speculeren over de weigeraars tot zo’n leuk gezelschapsspelletje maakt. Wie betrapt ze als eerste op een kleine inconsequentie?
De belangrijkste vraag wordt echter niet gesteld. Want hoe is het met God zelf? Is het niet aan Hem om te beslissen of en hoe Hij ingrijpt in mensenlevens? En zou Hij zich hierbij ook maar een strobreed in de weg laten leggen door een prik met antistoffen? Is de Almachtige Schepper niet vindingrijk, niet creatief genoeg om, indien zijn schepselen zijn plannen doorkruisen, te denken: ‘Kan het niet linksom, dan maar rechtsom’? Maken gelovigen die menen te weten wanneer en waarmee men Gods bedoelingen in de wielen rijdt, God daarmee niet onbedoeld een kopje kleiner - want te beïnvloeden, zelfs te hinderen, door menselijke uitvindingen?       
Ik herinner me dergelijke gesprekken nog goed uit mijn eigen jeugd op de Vrije School. Daar werd rondom het inenten tegen die andere kinderziekte, rode hond, druk gesproken over de gezichtspunten van de grondlegger van de antroposofie: Rudolf Steiner.
Voor veel antroposofen staat vaccineren gelijk aan ingrijpen in andermans lot, diens karma.
Steiner beschouwde kinderziekten als door de natuur gegeven weerstanden die een kind zelf moet overwinnen - waarbij sluimerende krachten worden aangesproken die hem later helpen bij het evenwichtig opgroeien. Goed koorts kunnen maken, bevordert bijvoorbeeld een gezonde incarnatie. De uit de hemelsferen afgedaalde ziel gaat het kleine lichaam steeds vollediger bewonen en benutten. 
Volgens sommigen verstoorden inentingen dit proces. Ze ontnemen kinderen een belangrijke ontwikkelingskans. Anderen merkten terecht op dat Steiner in een andere tijd dan de onze leefde, en dat het misschien meer in zijn lijn lag om het bestaan van geavanceerde vaccinatieprogramma’s als onderdeel van een gemeenschappelijk karma te beschouwen.
Misschien dat voor de ouderwetse kinderziekten zelfs wel nieuwe, nog te overwinnen weerstanden in de plaats zijn gekomen. Een hedendaags kind moet zich vooral leren wapenen tegen de stormvloed van beelden, van informatie, van digitale impulsen waardoor het de hele dag wordt overspoeld. Met hulp van volwassenen kan het dan zijn voorstellings- en inlevingsvermogen trainen, zijn sociaal gevoel ontwikkelen en gestimuleerd worden om zijn zintuigen ontvankelijk te houden en zijn handen vaardig. Zelf eens hout zagen en daarvan een krukje timmeren, zelf kleren naaien, brood bakken en samen een tuintje verzorgen, in weer en wind, dus niet in een virtuele game: het is misschien wel even belangrijk als koorts kunnen maken om binnendringende ziektekiemen te verslaan, wie zal het zeggen?
Het stilstaan bij een verworvenheid  die velen klakkeloos omhelzen, kan tot haarkloverij, maar ook tot zinnige overwegingen voeren. Maar zulke overwegingen vragen eerst wel om de moed om eigen vooroordelen als kinderziektes te beschouwen: alleen als je ze hebt doorgemaakt en  hierdoor resistent bent, ontstaat er pas ruimte voor oprechte, volwassen interesse.