China's worsteling met het christendom

De wonderlijke groei van de Chinese kerk

Twee jaar geleden waren mijn vrouw en ik in Wenzhou aanwezig bij de feestelijke opening van een van de grootste kerkgebouwen in China. We kenden de oude kerk – een tamelijk vervallen gebouw dat nog het litteken droeg van de Culturele Revolutie met een grote geel geverfde ster boven de ingang. Elke zondag kwamen er zo’n 250 mensen in bijeen.

Maar de tijden zijn veranderd. Overal in China bouwen christenen grote moderne kerken, die niets meer laten zien van de decennia van achterstelling. Alleen al in de provincie Zhejiang waarin Wenzhou ligt, zijn er in de achterliggende decennia 3.000 gebouwd of grondig gerenoveerd. De kerkenraad had na jarenlange onderhandelingen en geldwerving op een prominente plek in de stad de nieuwe kerk van de stadswijk Liu Shi Tang laten bouwen. In de voorgevel is een metershoog kruis verwerkt en de hoge toren naast de kerk heeft op de top een betonnen trap die voert naar een ander groot wit kruis. De kerk biedt plaats aan zo’n 4.000 mensen. Zij lezen bij binnenkomst boven de deur: ‘Leg hier je lasten neer’ en bij het verlaten van de kerk: ‘Neem je kruis op en volg Mij’ [1].

Tijdens de opening wees een hoogleraar namens de gerenommeerde Chinese Academy of Social Sciences, op de veranderde plaats van het christendom in China. ‘Het christelijk geloof heeft zich verbonden met de Chinese cultuur en christenen spelen een belangrijke rol op weg naar een meer harmonieuze samenleving. Christenen staan dicht bij de mensen en daarom heeft het christendom zo’n positieve invloed op de samenleving gekregen.’

Deze kant van het christendom in China is voor velen in Nederland onbekend. In kerken wordt vaak nog gesproken over de Chinese christenen als vervolgde en achtergestelde mensen die in hun ondergrondse kerken niet zichtbaar zijn. En de gemiddelde Europeaan denkt dat Chinezen óf atheïst zijn óf hun volksreligie in hun taoïstische tempels praktiseren. Over China weten ze niet meer dan dat we economisch en politiek steeds meer met hen te maken hebben. De werkelijkheid is echter geheel anders.

Dat geldt ook voor de werkelijkheid die ik hierboven schetste. In China zijn de dingen nooit overal hetzelfde. In China zijn de dingen nooit overal hetzelfde Het is een wereld op zichzelf waarin veel minder centralistisch gehandeld wordt dan wij denken. In het DNA van een Chinees zit de oude wijsheid: ‘De bergen zijn hoog, de keizer is ver weg’. Met andere woorden: we zullen het zelf op onze eigen plekken moeten regelen. Dat betekent vaak dat wat in de ene provincie, district en buurt mogelijk is, in de andere geheel anders kan zijn.

Op het terrein van de godsdiensten komt hier nog bij dat overheden al eeuwenlang een diep wantrouwen koesteren tegen de invloed van de religies. Godsdiensten kunnen veel goeds betekenen, maar hebben ook een emotionele en morele macht over de mensen, met alle gevolgen voor de staat. De bestuurders proberen daarom al eeuwenlang de godsdiensten te controleren, reguleren en soms in te perken.

Het lijkt erop dat op bepaalde plekken in China de herwonnen vrijheden en mogelijkheden die de christenen de laatste decennia hadden gekregen, weer iets worden ingeperkt. Een jaar na de feestelijke dienst in Wenzhou, het Jeruzalem van China, zag de situatie er in hun provincie Zhejiang geheel anders uit. De provinciale overheid trad vanaf begin 2014 hard op tegen kerkelijke gemeenten omdat zij de regels voor kerkbouw overtreden zouden hebben. Aan het einde van dat jaar bleek dat tegen meer dan 400 gemeenten was opgetreden: het kerkgebouw was verwoest en/of de kruisen waren van de torens gehaald of bedekt. Vaak waren de christenen in actie gekomen door bulldozers en hijskranen tegen te houden, maar meestal tevergeefs. De regering meldde dat dit geen terugval was naar de tijd van onderdrukking van christenen, maar ‘alleen’ een signaal dat de regels gehandhaafd dienden te worden. Het lijkt erop dat de communistische partij de christenen wilde waarschuwen niet al te zichtbaar en openlijk aanwezig te zijn. [2]

 In dit artikel geef ik een beeld van de situatie van de christenen in China. Gerelateerd aan de geschiedenis van zending en missie wijs ik op de ontwikkeling van de kerken binnen de complexe en soms vijandige context gedurende de eeuwen. Ik probeer te duiden waarom het Chinese christendom zo explosief is gegroeid en vraag me af of wat er in China gebeurt uniek is. Of laat dit het ontstaan zien van een nieuw soort christendom?

Eeuwenlange botsingen met de buitenlandse zending
Het christendom kwam in China via de lange weg die Syrische christenen hadden afgelegd naar het centrum van de macht dat in de zevende eeuw in het huidige Xi’an lag. In 635 ontving de toenmalige keizer een Syrische zendeling uit Perzië met de naam Alopen, die hem vertelde over de ‘religie van het licht’ (Jingjiao, the luminous religion). Het was het begin van twee ongeëvenaard open eeuwen, waarin de keizer al in 638 toestemming gaf tot het bouwen van een klooster en de verbreiding van ‘een weg die geen vaste naam en waarvan het heilige geen vaste vorm heeft, maar het predikt een mysterieuze en transcendente, onveranderlijke, God in volmaakte rust die schepselen redt en van groot profijt is voor de mensen’. In de decennia die volgden kwam het tot een uitwisseling en vertaling van heilige boeken en tot uitnodiging van andere Syrische christenen om hun kennis en vaardigheden in de grote steden van China in praktijk te brengen. Daarbij zou zelfs een van de keizers genezen zijn door een Syrische monnik. Er kwamen godsdienstdialogen tot stand en het christendom werd gezien als een hoogstaande nieuwe religie [3]. Het christendom werd gezien als een nieuwe hoogstaande religie

Na twee eeuwen eindigde deze openheid en mogelijkheid om het evangelie te verkondigen echter abrupt. Er kwam een andere dynastie, die het daoïsme als de enige authentieke Chinese religie zag. Het boeddhisme en het christendom werden als ‘vreemde godsdiensten’ verboden en verbannen. In de eeuwen die volgden verdween het christendom nagenoeg geheel uit China. Het is een van de raadsels uit de geschiedenis van China waarom dit gebeurde. Historici wijzen op de diepgewortelde xenofobie van de Chinezen, de allesdoordringende verering van de voorouders, de Chinese ‘traditie’ om bij elke dynastiewisseling de oude politieke cultuur weg te zuiveren, maar ook op het verlies aan missionaire inzet en houding bij het Syrisch christendom [4].

Toch bleek de christelijke godsdienst die uit de Aziatische grond ontsproten was, voor de Chinezen minder vreemd dan er nu vaak beweerd wordt. Dat bleek enkele eeuwen later toen Syrische christenen in Noord-China de Mongoolse heersers intrigeerden en voor de tweede keer grote invloed kregen. Rond 1300 bleken er tijdens de Khan-dynastie verschillende prominente christenen te zijn. Sommigen waren zelfs de heersers van de westelijke Mongoolse stammen. Het kwam tot een wonderlijke en wonderbaarlijke contextualisering met die culturen. Toch droogde – onder andere als gevolg van politiek en strijd – ook deze stroom langzamerhand op. Vele eeuwen lang bleef dit een volstrekt vergeten episode uit de geschiedenis van het christendom [5].

Een veel bekender missionaire periode was die van rooms-katholieke missionarissen die vanaf 1500 naar China kwamen. Bekend zijn de namen van Matteo Ricci, de generalistische geleerde (de ‘wijze man uit het Westen’) en Franciscus Xaverius, die ongeveer de halve wereld tot zijn missiegebied had. Daarna kwamen de dominicanen en jezuïeten, die na enige tijd in een theologische en missionaire strijd verwikkeld raakten over de mate van culturele en religieuze aanpassing aan de Chinese religies. De intellectuele jezuïeten sloten veel sterker dan de dominicanen aan bij de voorouderreligie, het onderhouden van (begrafenis)rituelen, de keuze van de Godsnaam en liturgische gebruiken. De Chinese keizer Kang Xi verordineerde daarop dat er zowel door de missionarissen als door de kerkleiding in Rome openlijk en loyaal voor een open culturele koers zou gekozen worden. Toen paus Clemens XI in 1715 in deze zogenoemde ‘riten-strijd’ koos voor de intern Romeinse tradities en riten en de jezuïeten veroordeelde, betekende dit het einde van de derde missionaire inspanning om China met het evangelie te bereiken. Het veelbelovende werk dat veel Chinezen aansprak werd afgebroken, alle missionarissen moesten het land verlaten en de kerken werden gesloten. Algemeen wordt deze desastreuze afloop gezien als een van de grootste ‘if – then’s in de geschiedenis van de zending. Wat zou er zijn gebeurd als deze tijd van openheid en interesse in het christelijk geloof niet in de knop was gebroken? [6]

Bijna een eeuw later begon de vierde golf toen de eerste protestantse zendeling voet aan wal zette en de Bijbel vertaalde. Het was de start van een zeer grote missionaire inzet. In  1925 waren er 130 Europese en Amerikaanse zendingsorganisaties actief, terwijl gedurende  de eerste helft van de twintigste eeuw 23.000 zendelingen in China werkten (in de negentiende eeuw waren dat er 8.000 geweest). De inspanningen op het gebied van evangelisatie, diaconaal werk, opbouwwerk, stichting van scholen en ziekenhuizen waren indrukwekkend. De schaduwzijde van deze inspanningen was, dat dit gebeurde in een eeuw waarin ook China te maken kreeg met de westerse expansionistische koloniale politiek. De Opiumoorlog forceerde de opening van de Chinese markt voor de westerse goederen (drugs …), en voor culturele en godsdienstige activiteiten. De zendelingen konden ongehinderd door heel China hun werk doen en stonden als westerlingen niet onder de Chinese jurisdictie. Tot op de dag van vandaag zijn deze westerse vernederingen nog een open wond bij veel Chinezen. De zending riep vanaf het midden van de negentiende eeuw in intellectuele kringen vaak agressie en aversie op. Volgens hen bewees het christendom dat het een westerse wezensvreemde godsdienst in China was. Intellectuelen zagen het christendom als een wezensvreemde godsdienst Ondanks de gigantische inspanningen van zeer veel goedwillende zendelingen (denk aan Hudson Taylor) was de oogst behoorlijk mager. In 1920 waren er in geheel China niet meer dan 500.000 en in 1949 623.000 protestanten. Het geeft aan hoezeer de Chinese samenleving afgesloten was naar het westerse christendom.

De decennia na de communistische overname (1949) onder leiding van Mao Zedong behoorden tot de meest duistere periode voor de religies in het algemeen en de christenen in het bijzonder. De vele kerken die door het zendingswerk en de onafhankelijke Chinese christenen waren gesticht, werden gedwongen zich te verenigen in de door de staat gecontroleerde Drie-Zelf-Kerk [7]. De kerkelijke leiders die dit weigerden, werden gevangen gezet en hun kerken ontbonden. De communistische partij had zich als doel gesteld om ‘alle vormen van religie in China weg te vagen’. De kerken moesten alle banden met buitenlandse zendingsorganisaties verbreken en de zendelingen werden gedwongen het land te verlaten. In de jaren vijftig werden 20.000 kerken gesloten en bleven er nog geen honderd open. Alle kerkelijke en christelijke instellingen op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, publicatie, etc werden geconfisceerd. Bij het begin van de zogenaamde Culturele Revolutie (1966) werden ook deze honderd gesloten, pro forma bleef er nog één open. Het christendom ging ondergronds, vele kerkleiders en honderdduizenden christenen werden gedood of jarenlang in werkkampen opgesloten. Het atheïsme werd de enig toegestane levensbeschouwing waarin iedere Chinees werd onderwezen. Het geloof in God en de goden werd gezien als subversief: China seculariseerde in enkele decennia tot het land met de meeste niet-gelovigen. In het Westen werd in de jaren zestig gevreesd dat het christendom, voor de vierde keer in de geschiedenis van China, was verdwenen. [8]

Christelijke koorts en de stormachtige groei van de kerken
‘Gods werk gaat door de diepste diepten heen’, zo luidt een christelijk gezegde. De ontwikkeling van het christendom in China is daarvan een significant teken. Toen bij het aantreden van Deng Xiaoping in 1979 een geheel andere wind ging waaien en naast de economische openstelling de godsdiensten weer ruimte kregen om in het openbaar te verschijnen, bleken er tot veler verwondering nog zo’n miljoen christenen over te zijn gebleven. Deze rest van volhardende gelovigen die niet opgegeven had en ondergronds zijn geloof had behouden en uitgedragen, bleek de kurk te zijn waarop de geestelijke verandering kon drijven. Zonder westerse zendelingen, zonder hooggekwalificeerde theologische opleidingen, soms alleen met Bijbelwoorden in hun hoofden - omdat de bijbels verbrand waren – bleek het Chinese christendom van een onwaarschijnlijke kracht.
In 2015 – slechts 35 jaar later – zijn er rond de 100 miljoen christenen (inclusief ongeveer 15 miljoen rooms-katholieken) en verrijzen door het hele land kerken.

Het doorleefde en in lijden gelouterde geloof van deze generatie bleek het energieke begin te zijn van een ‘christelijke koorts’ waardoor de mensen die met hen in aanraking kwamen, aangestoken werden. Vergiffenis voor hen die hen vernederd en gemarteld hadden; liefdevolle dienst voor armen en wanhopigen, een hoopvol getuigenis dat God geneest, redt en toekomst geeft. Het raakte de mensen tot in het diepst van hun ziel. Ook jongeren werden aangesproken door een boodschap die de eigen familiebanden overstijgt, een nieuwe moraal geeft en hoopt brengt in een samenleving die verteerd wordt door wantrouwen en bitterheid. In de jaren negentig trokken vele jongeren erop uit om door heel China, tot in afgelegen dorpen, hiervan te vertellen en het volgen van de aanwezige Heer voor te leven. Het evangelie werd door Chinezen aan Chinezen verteld Het evangelie werd door Chinezen aan Chinezen verteld met een missionaire drive die paste bij de nieuwe wind die door China waaide.

In de jaren negentig kwamen er per jaar naar schatting een miljoen nieuw-gelovigen bij (een stijging van 9%, terwijl de bevolking met 0,6% groeide). Officieel bestaat er slechts één protestantse kerk, de Drie-Zelf-Kerk met ongeveer 30 miljoen leden. Daarnaast zijn er echter ook vele autonome, vrije, kerken die meestal niet (hoewel op sommige plaatsen ook weer wel) in kerkgebouwen bijeenkomen. Zij hebben zich niet laten registreren door de overheid en koesteren hun vrijheid en zelfstandigheid als ‘huiskerken’ (soms ‘ondergrondse’ kerken genoemd). Zij bestaan niet officieel en hebben geen geregistreerde opleidingsinstituten, predikanten en locaties, hoewel die er in de realiteit wel zijn. Volgens een schatting die de Chinese Academie voor Sociale Wetenschap in 2010 maakte, zouden tussen 60 en 70 miljoen Chinezen bij deze huiskerken behoren [9]. Dit alles maakt het lastig om een goed beeld te krijgen van de grootte van het Chinese christendom. Meer en meer werken christenen vanuit deze beide stromen samen – hun ‘evangelische’ spiritualiteit verschilt niet veel van elkaar –, maar soms heerst er echter een felle concurrentieslag met scherpe veroordelingen onderling [10].

Het kerkelijk landschap is hierdoor moeilijk in kaart te brengen. Er bestaat geen consensus over het aantal van ‘de vele miljoenen’ die christen zijn geworden. De bandbreedte waartussen de aantallen zich bewegen varieert van rond de 30 tot meer dan 100 miljoen. De overheid heeft er politiek belang bij om de getallen laag te houden. De Wereldraad van Kerken noemde een paar jaar geleden echter zelfs een aantal van 130 miljoen. Dat alles voedt de speculaties over de toekomstige dominante plaats van de christenen in China. Zo voorspelde de vooraanstaande hoogleraar sociologie Fenggang Yang, dat ‘China is destined to become the largest Christian country in the world very soon’. Het aantal protestanten in China zal volgens hem groeien tot 160 miljoenen en daarmee zouden er meer protestanten in China zijn dan in de Verenigde Staten. Hij verwacht dat in 2030 het totale aantal christenen in China 237 miljoen zal zijn [11]. Naar mijn mening zijn de christenen ermee gediend dat wij hun aantal niet opblazen. Het zou kunnen zijn dat de repressieve acties onder de nieuwe partijleider Xi Jingping te maken hebben met de angst voor een te dominante christelijke beweging in het land.

De dynamiek van het Chinese christendom
Deze uitzonderlijke groei was niet verwacht noch vermoed. Eeuwen van opkomst en ondergang van christelijke gemeenschappen met altijd weer sterke bemoeienissen van overheden, leken in een andere richting te wijzen. Zeker in westerse zendingskringen heeft lang het idee bestaan dat een jonge kerk geen levensvatbaarheid heeft, als zij niet door de zendende organisatie gesticht en gesteund zou worden. Vandaar dat wij in de jaren zeventig dachten dat het dertig jaar durende isolement van de Chinese christenen en de bittere vervolgingen de vierde historische genadeklap waren geweest. Tot de Chinezen in de jaren tachtig zelf opstonden. Of was het de Geest die ons daarmee duidelijk maakte dat Hij het nu zelf ging doen?

Na een grote groei op het platteland hebben de kerken (onder andere door de arbeidsmigratie) steeds meer in de steden wortel geschoten. Het evangelie spreekt ook intellectuelen, we­tenschappers en bestuurders in China aan. Zij ervaren het materia­lisme als leeg en raken er steeds meer van overtuigd dat de samenleving een ziel nodig heeft. Zij wijzen erop dat een maatschappij alleen toekomst heeft Een maatschappij heeft alleen toekomst als zij een ziel heeft als mensen om elkaar geven en zich verbonden weten met elkaar en God. Een hoger perspectief is nodig, alsmede een diepe verbondenheid met God, zijn wereld en de mensen. In het moderne China staan vele waarden ter discussie nu het materialisme en het brute marktkapitalisme de toon zetten. Familiewaarden verdampen, corruptie, ecologische rampen, sociale en politieke onzekerheid en gebrek aan hoop voor een welvarende toekomst, maken mensen onzeker en geïsoleerd.

Het eenvoudige leven van de christenen waarin getuigenis, gebed en bijstand aan de mensen om hen heen centraal staan, maakt grote indruk. Blijdschap over wat God hun geeft, een zichtbaar vertrouwen op de hulp van God en innerlijke vrede, gaan niet aan hun naasten voorbij. Uit een groot universitair onderzoek bleek dat de ervaring van de genezende kracht van God voor 69% van de nieuw-gelovigen de reden was om christen te worden.  De christelijke boodschap waarin de heelmakende liefde van de aanwezige Heer centraal staat, en die een warme zorgende gemeenschap geschapen heeft, blijkt uitzonderlijk aantrekkelijk te zijn [12].

Het is opvallend dat in de zeer ‘geseculariseerde’, niet-godsdienstige, samenleving van China een tegengestelde ontwikkeling aan de gang is dan in het Westen. Dit wordt ook duidelijk in de geschriften van de zogenaamde ‘culturele christenen’. Het gaat hier om een betrekkelijk kleine groep van intellectuelen en universitaire docenten en hoogleraren. Zij zijn pessimistisch over het morele en ethische vacuüm in het moderne China en maken zich grote zorgen over het ontbreken van een levensbeschouwelijke kern. De geschiedenis van het christendom in Europa en de theologische basis die de kerkvaders legden voor het moderne en vrije Europa, is voor hen het lichtende voorbeeld. Zij zien het christendom als het toppunt van de humaniteit en moderniteit. Wonderlijk genoeg zijn verschillenden van hen geen belijdende christenen – zij zijn via filosofische weg tot deze conclusie gekomen. Ze zijn er zeer van overtuigd: het christelijke Europa is het model waarnaar het moderne China zich zou moeten richten [13].

De protestantse kerken blijken een veel grotere aantrekkingskracht te hebben dan de rooms-katholieke kerk. Het protestantisme is verreweg de grootste christelijke stroming in China. Het protestantisme is verreweg de grootste christelijke stroming in China De protestantse verbinding tussen rechtvaardiging en heiliging, de persoonlijke relatie met God, de nadruk op de individuele verantwoor­delijkheid en het priesterschap der gelovigen, geven voor de praktisch en pragmatisch ingestelde Chinezen een way of life die een hele samenleving kan veranderen. Daarnaast blijken de protestantse kerken door hun ‘intrinsically simple nature’ zeer flexibel te zijn en bovendien gemakkelijk te verenigen met een familiaire wijze van bijeenkomen. De eenvoudige vorm en structuur van het protestantisme maakt het mogelijk om christen te zijn, zelfs als er geen predikant of kerkgebouw is: de Bijbel, het liedboek, het gebed, iemand die uitlegt en een warme gemeenschap is genoeg [14].

De protestantse vorm creëert een omgeving waarin de vrouwen een belangrijke rol spelen: soms als leken-predikers en vaak bij het leiding geven aan diaconaat en gemeenschap. In de oervorm van verkondiging, gebed, gemeenschap en diaconaat, ontstaan kerken zonder veel kerkelijke bureaucratie. Alle nadruk ligt op de gemeenschap en het leven van de christenen. De keerzijde hiervan is echter ook (vooral in de huiskerken) te zien. Deze kerken staan vaak zo los van elkaar dat ze steeds meer goede leiding, een goede opleiding van de voorgangers, maar ook bijstand van de andere naburige kerken bij conflicten nodig hebben. Zo gaan deze gemeenschappen een omgekeerde weg dan die veel westerse kerken zoeken met minder vorm en kerkorde. In veel huiskerken is opmerkelijk genoeg grote belangstelling voor de theologie van Calvijn en de gereformeerde kerkorde. Huiskerken hebben een grote belangstelling voor de gereformeerde kerkorde Men omarmt het kerkelijk systeem waarin ‘classicale’ vergaderingen en bovenplaatselijke leiding de vaak beperkte horizon openen en hulp verlenen bij conflicten.

Een fascinerende variëteit
Dit artikel stipte slechts een aantal facetten van het Chinese christendom aan. De politieke en geestelijke situatie in China is zeer complex – vaak wisselt het beeld per provincie of zelfs per streek, en de diversiteit van de kerken is groot. Prof. Kevin Xiyy Yao spreekt over een zeer dynamische, onconventionele en complexe situatie. China is een van de weinige landen in de wereld waarin zowel premoderne, moderne als postmoderne factoren op elkaar inwerken en botsen. Hij noemt het ‘the most fascinating religious experiment and transformation in the contemporary world’, waarbij de overheid zowel de scheiding van kerk en staat propageert, als actief ingrijpt in de interne kerkelijke zaken. De diversiteit tussen de kerken is zo groot dat er moeilijk een omvattend beeld gegeven kan worden [15].

De officiële Drie-Zelf-Kerk laat zich erop voorstaan dat zij in de loop der jaren, ondanks alles, vastgehouden heeft aan de kerkelijke eenheid en ‘de denominaties te boven is gekomen’. De verschillen doen er inderdaad niet veel meer toe, zelfs blijkt het geestelijke verschil met veel huiskerken maar betrekkelijk te zijn. Zo zien we in China bevestigd wat prof. Merry Wiesner-Hanks over het wereldprotestantisme opmerkt. Zij wijst erop dat pas in deze eeuw de grote opmars van het protestantisme in veel delen van de wereld is begonnen. Maar vaak wordt dit georganiseerd door protestanten die nauwelijks nog weten dat ze protestant zijn. ‘Ze noemen zich christen, maar hebben bijna geen besef meer van hun historische wortels. Hun gemeente is hun oriëntatie, maar tot welk kerkverband ze behoren, en waar dat vandaan komt, weten ze niet’ [16]. In de afgelopen jaren heb ik in Hongkong, China en andere delen van Azië eenzelfde ontwikkeling geconstateerd. Er is een nieuwe vorm van protestantisme aan het ontstaan, Er is een nieuwe vorm van protestantisme ontstaan die wonderlijk genoeg in de jaren vijftig in China door de communistische overheid in gang is gezet. Ook daarom is het van eminent belang om de ontwikkelingen in dat deel van de wereld nauwgezet te volgen.

Ik besluit met een citaat van de gelauwerde dissidente Chinese schrijver Liao Yiwu (die zelf geen christen is). In zijn boek God is Rood beschrijft hij met bewondering en verwondering de vastberadenheid van christenen in de vreselijkste vervolgingen. Het boek is een hommage aan de christenen die met hun onbaatzuchtige liefde en volharding bleven geloven. Ten slotte vraagt hij zich echter dit af: ‘Zal het christendom in de grootstedelijke gebieden van China een spirituele vrijplaats kunnen zijn waar de rusteloze bevolking, gevangen in de meedogenloze jacht op rijkdom en materieel gemak, enige rust kan vinden? Het geloof heeft absoluut de levens van [mensen] beïnvloed. Of zal het christelijk geloof de bevolking, net als het boeddhisme en het taoïsme, juist onderdaniger ten aanzien van de totalitaire macht maken?’ [17] Het antwoord is nu nog niet te geven.

Dr. Bas Plaisier was jarenlang docent in de Torajakerk in Indonesië en later predikant in Den Haag. Nadat hij elf jaar secretaris-generaal van (uiteindelijk) de Protestantse Kerk in Nederland was geweest, werd hij docent aan het Lutheran Theological Seminary in Hongkong en kwam hij op zijn reizen veelvuldig in contact met Chinese christenen.

  1. http://chinesechurchvoices.com/2013/03/12/the-grand-opening-of-chinas-largest-church/
  2. http://www.chinaaid.org/2014/08/updated-china-aid-receives-compilation.html
  3. Lian Xi, Redeemed by Fire, the Rise of Popular Christianity in Modern China, New Haven 2010, p. 3; http://vibiwebsite.com/VIBI_WE/?p=192
  4. Samuel Hugh Moffett, A history of Christianity in Asia, Vol I (beginnings to 1500), New York 1998, p. 287-314.
  5. J.P. Charbonnier, Christians in China; A.D. 600 to 2000, San Francisco 2007, p. 67vv.
  6. Stephen B. Bevans, Constants in Context, A Theology of Mission for Today, New York 2004, p. 192-195.
  7. Deze wat wonderlijke naam vindt zijn oorsprong in het door de missiologen Henry Venn en Rufus Anderson geijkte Three Self Principle dat zij in de negentiende eeuw lanceerden. Voldeed een church plant aan de drie –GPS – principes van self governing, propagating en supporting, dan was het moment van zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de kerk bereikt. Het typeert het Chinese christendom dat onafhankelijkheid zo’n kernwaarde is dat de kerk dit in haar naam opgenomen heeft.
  8. Lian Xi, a.w., p. 6vv; 204-207.
  9. Dr. Yu Jianrong, directeur van het Institute for Rural Development, Research Centre for Social Questions van de Chinese Academy of Social Science. http://www.china.org.cn/china/2010-08/12/content_20690649.htm.
  10. Zie Bas Plaisier, ‘Kroniek – China en de christenen’, Kontekstueel 29/4 (2015), p. 26-29.
  11. http://www.thenewamerican.com/world-news/asia/item/19384-china-continues-to-demolish-crosses-harass-churches-watchdog-group-reports Zie Fenggang Yang, Religion in China: Survival and Revival under Communist Rule.
  12. Bas Plaisier noemt in ‘De ontwikkelingen van het christendom in China’, Kerk en Theologie 62 (2011), p. 337-349 een scala aan motieven waardoor Chinezen christen zijn geworden.
  13. Een uitvoerige beschrijving van hun ideeën in bovenstaand artikel in Kerk en Theologie, p. 343-348.
  14. Caroline Fielder, ‘The Growth of the Protestant Church in Rural China’, China Study Journal (Spring/Summer 2008), p. 45.
  15. Kevin Xiyi Yao, The dynamics of the Protestant Church in China Today, Mission Focus; Annual Review 17, 2009, p. 23v.
  16. ND 21 maart 2015, ‘Protestanten van buiten gaan ons veranderen’.
  17. Liao Yiwu, God is rood, het geheime verhaal over het voortbestaan en de bloei van het christendom in communistisch China, Amsterdam 2012, p. 27, 28.