Is it well with my soul?

Opmerkingen bij Vrede op Aarde van Stefan Paas

Abstract

Vrede op aarde, het nieuwste boek van missioloog Stefan Paas, heeft al veel losgemaakt. Dat is niet verwonderlijk, de vraag naar wat heil en redding in onze cultuur precies zijn, raakt aan de kern van het evangelie. Herman Oevermans deelt de piëtistische afkomst van Paas, en herkent zich in de vragen die daarbij te stellen zijn. Zijn kritiek verwoordt hij in drie aanzetten tot verder gesprek.  

Stefan Paas (1969) groeide op onder de verkondiging van dominee R. Kok (1892 – 1982) die toen al in de tachtig was.[1] Als het aan mijn moeder had gelegen was het niet zover gekomen. Verslagen was ze toen Kok in 1968 het beroep naar de Christelijke Gereformeerde Kerk van Nijkerk aanvaardde en al na 2 jaar Ameide verliet. ‘Ik had hem liever ten grave gedragen dan hem aan een andere gemeente af te staan’, noteerde ze in haar dagboek, dat ik 10 jaar na haar overlijden in 2007 las. Verknocht was ze aan de prediking van Kok, die ze als een verademing ervoer. Waarom? Omdat hij het evangelie verkondigde en niet bevindelijk-rationeel alle standen van het geestelijk leven ‘uitklaarde’. Daar had ze intuïtief een afkeer van. Het ging haar om het hart, dat geraakt wilde worden.

In 2023 bestond de Ameidese kerk honderd jaar. In het herdenkingsboekje is kernachtig beschreven hoe een jongen, die later evangelist werd, zich de avond na de viering van het heilig avondmaal herinnerde. Dan werd er bij zijn ouders – de vader ouderling, de moeder lange tijd de geestelijke spil van de gemeente – nagepraat over de ervaringen van die zondag. Een soort ‘derde helft’. ‘Die avond werden de lofzangen gezongen en voelde je de vrede en de liefde’.

Uit deze inleiding komt alvast mijn eerste punt van kritiek op. Het spannende van Paas’ nieuwe boek is wat mij betreft niet direct zijn voorstel om het woord ‘heil’ te vervangen voor ‘vrede’.  Dat ken ik van huis uit al. Ik herinner me het woord ‘heil’ alleen uit de discussies over de ‘toe-eigening van het heil’, dat waren meer theologische disputen met vooral de ‘vrijgemaakten’. Maar de diepe ervaring van ‘vrede’ associeer ik met andere woorden die ik oppikte. Dat het ‘vlak ligt tussen God en mij’, dat ik ‘tot ruimte kom’. Vrede hangt zo samen met ‘rust’. Dat had zeker zijn uitwerking op het gewone leven, maar maatschappijkritisch, nee, dat waren de vromen uit Ameide niet. Paas pleit voor wat hij een ‘dikke soteriologie’ noemt, die hij onderscheidt van een ‘reddingbootsoteriologie’. Mijns inziens terecht, maar de aandacht voor vrede in het geheel van de schepping kan wat mij betreft niet zonder de aandacht voor de ‘ziel’, een woord dat Paas een beetje laat lopen. Terwijl dit begrip zich, net als ‘heil’, kan vernieuwen. Ik kom op het thema van de ziel aan het slot nog terug.

Dit artikel komt een jaar na publicatie beschikbaar. Neem een abonnement als je het hele artikel nu al wil lezen.