De vernietigende kracht van het kwaad
Daarmee komen we direct tot de kern van de film Chinatown: de diepte, alomtegenwoordigheid en de vernietigende kracht van het kwaad. Niet alleen in menselijke relaties maar ook in relatie tot onze natuurlijke werkelijkheid. Chinatown, waarin de detective Gittes (Jack Nicholson) de hoofdrol speelt, is een van de beste milieu- of duurzaamheidsfilms.
Dood en verderf
Het thema milieu, milieuvervuiling en duurzaamheid wordt in meerdere films uitgewerkt. In sciencefictionfilms krijgt dit thema zelfs apocalyptische trekken. In de bekende trilogie The Matrix (1999-2003) is de aarde vernietigd als gevolg van een oorlog tussen mensen en intelligente machines. In Waterworld (1995) zijn de poolkappen door het broeikaseffect gesmolten waardoor de gehele aarde, op enkele eilandjes na, door water is overstroomd. In The Postman (1997) is vrijwel de gehele aarde uitgedroogd door een nucleaire oorlog. In het meer recente The Day after Tomorrow (2004) gaat het over een plotselinge klimaatomslag die wordt veroorzaakt door het feit dat de opwarming van de aarde leidt tot een verstoring van de Golfstroom. De meeste sciencefictionfilms schetsen een dystopie: onder invloed van het handelen van de mens wordt de wereld geheel of gedeeltelijk vernietigd. Daarmee wordt – bewust of onbewust – een existentiële angst onder woorden gebracht: het zou toch niet zo zijn dat we onze eigen woonplaats vernietigen? In dit verband geeft The Matrix een uitdagend antwoord: alleen het geloof kan de angst overwinnen. En toch, dit antwoord bevredigt niet omdat The Matrix de kijker in verwarring achterlaat. Het derde deel van de trilogie eindigt met een nieuwe wereld waarvan we niet weten of die echt of virtueel is en waarvan we niet weten of de vrede eeuwigdurend is.
In speelfilms wordt het thema duurzaamheid ook van diverse kanten belicht. Ik geef twee voorbeelden: milieuvervuiling en kernenergie. De speelfilms A Civil Action (1998) en Erin Brockovich (2000) zijn beide gebaseerd op een waargebeurd verhaal over de vervuiling van het milieu met kankerverwekkende afvalstoffen waardoor omwonenden ernstige gezondheidsproblemen krijgen. In beide films gaan advocaten het gevecht met de vervuiler aan. Het blijkt niet vanzelfsprekend te zijn dat het recht zegeviert.
De film Silkwood (1983) gaat over de productie van plutoniumstaven voor kerncentrales. Karin Silkwood, een medewerkster van de fabriek, komt tot de ontdekking dat de veiligheidsregels fors worden overtreden en dat veiligheidsrapporten vervalst worden. Als ze met deze gegevens naar buiten wil komen, ‘verongelukt’ ze op mysterieuze wijze. Ook deze film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. The China Syndrome (1979) gaat over een onveilige kerncentrale waar een complete meltdown dreigt. Op het laatste moment weten de technici de centrale weer onder controle te krijgen. Een van de ingenieurs gaat op zoek naar de oorzaak van dit bijna-ongeluk en ontdekt dat van verschillende onderdelen de veiligheidsrapporten vervalst te zijn. Om economische redenen besluiten de eigenaren om de centrale toch weer te starten. Ook deze film laat de kijker verward achter: de klokkenluider wordt neergeschoten en het is niet duidelijk of de echte oorzaak naar buiten zal komen. The China Syndrome kwam twaalf dagen voor het nucleaire ongeluk met de kerncentrale Three Mile Island in Pennsylvania uit!
Al met al, films over duurzaamheid laten geen vrolijk beeld zien. Films over duurzaamheid laten geen vrolijk beeld zien Het algemene beeld is dat de natuur wordt bedreigd en dat de economie het maar al te vaak wint van de zorg voor natuur, dier en mens. Maar ook de boodschap dat er altijd weer mensen zijn die vechten voor een duurzame wereld en dat ze soms winnen.
Film noir
We keren naar Chinatown, een film noir. De uitdrukking ‘film noir’ werd in eerste instantie gebruikt voor de zwart-wit misdaad films die in de jaren veertig van de vorige eeuw uit Hollywood kwamen. De films uit deze setting verbeeldden een stedelijke wereld vol misdaad en corruptie. In de meeste gevallen is de setting deprimerend en houden de hoofdrolspelers zich voornamelijk op in troosteloze bars en nachtclubs. De vrouwen uit deze films zijn femmes fatales die de hoofdpersoon in hun web verstrikken. Film noirs laten niet alleen de zwarte zijden van het leven zien maar drukken ook een diepe waarheid uit, namelijk dat het kwaad onuitroeibaar is en dat het kwaad vaak triomfeert over het goede.
Chinatown gaat over één aspect van duurzaamheid: water voor de stad en voor de landbouw. Jake Gittes heeft jarenlang als agent gewerkt in het district Chinatown van Los Angeles. Na zijn ontslag is hij als privédetective begonnen. Hij krijgt bezoek van een vrouw die hem vraagt om te onderzoeken met wie haar man, Hollis Mulwray, een directeur van een waterbedrijf, een affaire heeft. Al gauw blijkt echter dat de opdrachtgever niet de vrouw van Hollis is, maar een onbekende dame. Later wordt Hollis dood aangetroffen. Mulwray's vrouw Evelyn huurt Gittes vervolgens in om te onderzoeken hoe haar man om het leven is gekomen. Gittes komt tot de ontdekking dat er vreemde dingen gebeuren. ’s Nachts worden grote hoeveelheden schaars water geloosd. Ook komt hij tot de ontdekking dat er grote stukken grond voor lage prijzen verkocht zijn door mensen die al overleden zijn. Daar komt bij dat Hollis tegenstander was van een nieuwe dam die Los Angeles van het broodnodige water zou moeten voorzien. Het blijken allemaal puzzelstukjes te zijn van de lokale ‘maffia’ die veel geld wil verdienen aan schaars water en de goedkoop gekochte grond kan voor veel geld verkocht worden als het bevloeid kan worden. Noah Cross, voormalig zakenpartner van Hollis en vader van Evelyn, is het grote brein achter al deze malversaties en heeft grote financiële belangen in dit project en die belangen moeten koste wat het kost beschermd worden.
Chinatown is een prachtige film. Het verhaal is goed opgebouwd, het camerawerk is perfect, het acteerwerk van hoog niveau en de humor is onderkoeld. Al met al een aanrader voor een rustig avondje film.
Het gezicht van het kwaad
Veel films noir drukken nog een zekere hoop uit. De hoop dat het kwaad uiteindelijk binnen de perken gehouden kan worden, dat de bron van de ellende vernietigd zal worden, en dat het goede uiteindelijk zal zegevieren. In Chinatown vinden we niets van dit alles. Polanski, de regisseur van de film, geeft de kijker geen enkele hoop: aan het einde van de film sterft de good guy (Evelyn Mulwray) en de bad guy blijft in leven (Noah Cross). Polanski wil de kijker laten ervaren dat uiteindelijk het kwaad triomfeert. En dat tegen dat kwaad geen kruid is opgewassen. Maar deze boodschap wordt pas in de loop van de film stukje bij beetje duidelijk. Met Jake Gittes krijgt de kijker steeds het gevoel dat hij of zij het nu wel weet. Maar dan vindt er weer een onverwachte wending plaats waardoor je weer onzeker wordt. En weer even later denkt Gittes – en de kijker met hem – het nu wel echt te weten. Maar ook dan vindt er weer een onverwachte gebeurtenis plaats die nieuw licht op de dood van Hollis werpt. Ergens in de film zegt Noah Cross tegen Gittes: ‘You may think you know what you’re dealing with, but, believe me, you don’t’. En dit blijkt in de loop van de film een bittere waarheid te worden. Het antwoord van Gittes is niet alleen veelzeggend maar verklaart tegelijkertijd ook de titel van de film: ‘That’s what the district attorney used to tell me in Chinatown’. Elke wending in de film betekent ook een nieuw gezicht van het kwaad. En dat gaat door tot vrijwel de laatste scène waarin de relaties worden onthuld tussen Evelyn, Cross, Hollis en de vrouw met wie Hollis overspel zou bedrijven. Een onthulling die de kijker doet huiveren.
Chinatown, het district in Los Angeles, als metafoor van het kwaad, het onuitroeibare kwaad, het onvoorspelbare kwaad, het allesdoordringende kwaad, en het alomtegenwoordige kwaad. Het kwaad als metafysisch fenomeen. Het kwaad waartegen we eigenlijk machteloos zijn. Alleen in je naïviteit – zoals we die bij Jake zien en waar we als kijker zelf ook aan ‘ontdekt’ worden – kun je dat kwaad ontkennen, bagatelliseren of een verloren strijd mee aangaan. Chinatown laat zien hoe het kwaad een inversie van het evangelie is. Het kwaad is een inversie van het evangelie We zien dat zowel in de voornaam (Noah) als in de achternaam (Cross) van de bron van het kwaad, Noah Cross. Inversie: alles wat mooi is wordt kapot gemaakt.
De strijd voor duurzaamheid
Chinatown laat zien dat de strijd voor duurzaamheid een strijd tegen het kwaad is. Het kwaad van de menselijke hoogmoed, menselijke hebzucht en menselijke ik-gerichtheid. Het kwaad dat geen recht doet aan de ander als medemens en het kwaad dat de natuur exploiteert op brute en grove wijze. Chinatown laat ook zien dat het kwaad ingebed is in maatschappelijke structuren. Op een gegeven ogenblik zegt Gittes tegen Evelyn dat de politie zich wel over Noah Cross zal ontfermen, die, zoals aan het einde van de film duidelijk wordt, de moordenaar van Hollis blijkt te zijn. Maar het antwoord van Evelyn is veelzeggend: ‘he [Cross] owns the police’. Met andere woorden, ook het politieapparaat is vergiftigd.
De boodschap van Chinatown komt ook duidelijk naar voren in films als A Civil Action en Erin Brockovich. Economisch gewin gaat boven elk respect voor mens en natuur. De meest ‘smerige’ streken worden uitgehaald om het economisch gewin te beschermen en elke aansprakelijkheid te ontlopen. Ook in Silkwood en The China Syndrome draait alles om economisch gewin. Silkwood suggereert zelfs dat men er niet voor terugschrikt om mensen te vermoorden om dit gewin veilig te stellen.
Chinatown en al die andere films laten een bittere waarheid zien: het kwaad met betrekking tot mens en natuur valt niet te bevechten. Het komt steeds weer in allerlei nieuwe gedaanten naar voren. Steeds staan we er verbaasd over ‘hoe creatief’ mens en natuur worden uitgebuit. Met de privédetective Jake ontdekt Chinatown ons aan onze grenzeloze naïviteit met betrekking tot de goedheid van onszelf en onze medemens. Ook als christenen hebben we een geweldige tik meegekregen van het optimisme van de Verlichting. Ook als christenen geloven we in beheersing door middel van cultuur, zedenprekerij, wetgeving en justitiële macht. De neoliberalen doen ons geloven dat een minimale overheid mogelijk is omdat de markt zichzelf wel reguleert. Maar alle genoemde films laten zien dat dit een idee fixe is en dat zelfs een krachtige overheid vaak nog het moet afleggen tegen het kwaad.
Zwart krijt
Hoe komt regisseur Polanski tot zo’n zwarte film? Misschien speelt zijn achtergrond een belangrijke rol. Hij is van Joodse afkomst en heeft als kind in Polen de Holocaust heeft kunnen overleven door onder te duiken bij een katholiek gezin op het platteland. Die ervaring zou hem geleerd kunnen hebben hoe diep en alomtegenwoordig het kwaad is. Je kunt het gewoonweg niet ontlopen Je kunt het kwaad gewoonweg niet ontlopen en je komt het steeds weer in een andere gedaante tegen. Deze ervaring zien we bij Jake Gittes. Hij is uit Chinatown vertrokken en komt als privédetective weer in een nieuw Chinatown terug. Hij wilde het allesdoordringende kwaad ontvluchten en liep er weer hard tegenaan. Hij wilde iets goeds doen maar werd overweldigd door het kwaad. Mijns inziens is er nog een tweede les. Je kunt je als kijker niet aan de indruk onttrekken dat Polanski iets heeft met de naïeve Jake Gittes die het kwaad bevecht en de strijd verliest. Hij lijkt te willen zeggen dat het zinvol is om het kwaad te bevechten maar dat je zult ervaren dat je veel zult verliezen. Een diepe Bijbelse waarheid. Zei de Prediker al niet dat alles ‘lucht en leegte’ is? Dat niets van onze arbeid duurzaam is?
De strijd voor een duurzame en rechtvaardige wereld is waard gestreden te worden. Sterker nog, we worden als christenen opgeroepen om die strijd te strijden. Het gaat om duurzaamheid en rechtvaardigheid in alle sectoren van onze globaliserende wereld: politiek, economie, technologie, samenleving, natuur et cetera. Maar we hebben geen enkele garantie dat we die strijd zullen winnen. Misschien keert het zich wel tegen ons. Chinatown ontdekt ons als moderne christenen aan ons naïef geloof dat onze strijd ‘verschil zal maken’. Eerlijk gezegd: ik geloof daar niet in. Als filosoof voel ik me veel beter thuis bij de observaties van de Prediker over de tranen van de onderdrukten, het onrecht in de gerechtshoven en het niet-duurzame van onze inspanningen. Tegelijkertijd sluit ik me ook bij Prediker aan met zijn oproep om te handelen, je niet steeds af te vragen wat het effect van je handelen zal zijn en te genieten van brokken geluk of rechtvaardigheid die ons soms in deze verrotte wereld toevallen. Wat uiteindelijk overblijft is het visioen van Johannes: de nieuwe aarde wordt niet door mensenhanden gemaakt maar daalt neer uit de hemel!
Literatuur
R.M. Anker, Catching Light. Looking for God in the Movies, Grand Rapids (Eerdmans), 2004.
Bart Cusveller, Maarten Verkerk en Marc de Vries, De Matrix Code. Sciencefictionfilms als spiegel van de technologische cultuur, Amsterdam (Buijten & Schipperheijn), 2007.
M.J. Verkerk (red.), Scherp gezien. Film en christelijke filosofie, Amsterdam (Buijten & Schipperheijn), 2011.