Redactioneel

‘Eindelijk kerstvakantie, eindelijk weer eens wat boeken lezen’ – het is een zin die ik in mijn omgeving op dit moment veel hoor. Zo’n korte periode van afstand tot het werk biedt de ruimte om weer eens heerlijk te genieten van een goede roman, te herbronnen met een stevig boek of te mediteren over een klassieke tekst. Om eerlijk te zijn, ik durf begin januari nauwelijks te vragen of het ook een beetje is gelukt. Want hoeveel ruimte laten de familiefeesten die Kerst en Oud en Nieuw ook zijn, voor rustig lezen?

Precies daar ligt de functie van een tijdschrift als Wapenveld. Gelukkig maken we ons blad voor lezers die nog volop in een leescultuur participeren, die gewend zijn om met enige regelmaat een boek ter hand te nemen. Wapenveld wil niet de plaats van het boek innemen, maar heeft daarnaast zijn eigen functie. In korte, toegankelijke en tegelijkertijd diepgravende artikelen bieden we stof tot bezinning en reflectie voor ‘tussendoor’: voor een rustige zondagmiddag of een wat langere treinreis. Daarbij wordt in veel gevallen verwezen naar boeken. Daarmee is de band tussen blad en boek gemarkeerd. Beide met een eigen functie, maar nauw verbonden.

Dat wordt ook in dit kerstnummer van Wapenveld weer volop zichtbaar. In de afsluiting van de jaarserie over duurzaamheid komt de filosoof Ad Verbrugge aan het woord, waarbij hij de grote lijnen prijsgeeft van zijn nieuwe boek dat volgend jaar zal verschijnen. Verbrugge gaat in gesprek met de middeleeuwse Parzival, met Jung en Spengler op zoek naar een duiding van de moderne samenleving. Het leidt hem tot het inzicht dat er tussen mens en natuur sprake is van een vormverwantschap, waardoor hij de huidige tijd als een overgangsfase typeert: een tijd van verval, met de mogelijkheid in zich tot iets nieuws. Daarmee pakt Verbrugge de rol op van de ouderwetse profeet, die mensen los wil maken uit hun comfortabele zekerheden en voor wil bereiden op een nieuwe toekomst.

Een andere insteek kiest Martine Vonk. Zij is juist op zoek naar praktische voorbeelden van hoe we kunnen omschakelen naar een duurzaam levenspatroon. Daarbij stelt zij terecht dat zo’n verandering in onze waarden verankerd moet zijn. Vonk wijst op een drietal inspirerende christelijke gemeenschappen, de amish, franciscanen en trappisten, die door een levensstijl van matiging, reflectie, gemeenschap en een goede tijdsindeling tot een goede balans komen waarbij rekening wordt gehouden met het milieu en de toekomst van de aarde. In één woord: inspirerend en uitdagend tot navolging!

Kent Nederland een dionysische seksuele cultuur of valt het eigenlijk allemaal wel mee? Die vraag stelt Wim Dekker centraal in zijn weging van de erfenis van de seksuele revolutie van de jaren zestig. Daarbij brengt hij, aan de hand van een nieuw boek van Cas Wouters, de huidige patronen in kaart – en stelt daar vervolgens een serie vragen bij, die een wijder publiek verdienen dan louter de trouwe Wapenveld-lezers.

Een discussie die enige jaren geleden in ons blad heeft gespeeld, over de rol van geweld in de Bijbel, wordt door Daniël Drost opnieuw opgepakt. Hij confronteert de dissertatie van Arie Versluis over Deuteronomium 7 met het gedachtegoed van de Amerikaanse theoloog Yoder. Dat laat zien dat we om deze lastige vragen vooral niet met een grote boog heen moeten lopen.

Het volgende nummer dat bij u op de mat rolt, zal een nieuwe jaargang openen. Ditmaal ook met een nieuwe hoofdredacteur: Aart Nederveen. De afgelopen zeven jaar heb ik met veel plezier en overtuiging de kar getrokken. Daarbij heb ik me er sterk voor gemaakt dat naast ons sterke cultuurfilosofische profiel ook de ontmoeting met de Angelsaksische theologie een plaats in Wapenveld zou krijgen. Tot mijn vreugde zie ik dat in toenemende mate deze gesprekspartners op een natuurlijke wijze bij de bezinning in christelijk Nederland worden betrokken. Het is goed om nu weer wat gas terug te nemen en de bezinning op andere manieren te blijven stimuleren. Wapenveld zal onder Nederveen zonder enige twijfel het blad blijven dat prikkelt en uitdaagt, voor moeilijke vragen niet wegloopt en met snelle antwoorden geen genoegen neemt.