Waarden beslissend voor transitie naar duurzame economie

In de leer bij amish, franciscanen en trappisten

Op het Nationaal Sustainability Congres afgelopen november vond op het podium een geanimeerd gesprek plaats tussen de heren Herman Wijffels (USI), Bernard Wientjes (VNO-NCW) en Peter Bakker (CSD) over duurzaamheid. Na een gesprek over emissierechten, koopkracht en of de bal nu bij het bedrijfsleven of de internationale overheid lag, verzuchtten de heren Wijffels en Bakker: ‘Het gaat natuurlijk uiteindelijk om waarden, om wat ons werkelijk drijft. Wat voor wereld willen we achterlaten aan onze kinderen?’ Niet alles is maakbaar, maar als we niet verder en dieper willen kijken dan de volgende kwartaalcijfers, zal een echte duurzame transitie niet van de grond komen.

Die transitie is wel nodig, op korte termijn. De huidige milieudruk en ongelijke verdeling van welvaart leiden tot klimaatverandering, afname van biodiversiteit en structurele armoede. Dat vraagt om een ingrijpende verandering van onze consumptie en productie. Deze transitie is urgent en vraagt ook om meer dan enkel wat eenvoudige technische maatregelen. Met alleen overgaan op led-verlichting komen we er niet, hoe massaal dat ook gebeurt. We zullen dieper moeten kijken naar oorzaken van de hoge milieudruk en tegelijkertijd moeten zoeken naar waarden en drijfveren die ons kunnen motiveren tot andere gedrags- en beleidskeuzes.

Wortels van milieuproblemen
Met zijn artikel ‘The Historical Roots of our Ecologic Crisis’ bracht Lynn White Jr (1967) een grondige discussie op gang over de relatie tussen religie en de oorzaak van de milieuproblematiek [1]. Hij legt een directe relatie tussen het westerse geloof in vooruitgang en de christelijke visie op mens, natuur en ontwikkeling. Volgens White gaat het christendom ervan uit dat God de hele schepping expliciet heeft gemaakt ten behoeve van de mens. Het scheppingsverhaal benadrukt een dualisme tussen mens en dier, waarbij de mens, gemaakt naar Gods beeld, is aangesteld als heerser over de natuur. Dit zou christenen een vrijbrief geven voor uitputting van de natuur met als uiteindelijk resultaat de milieucrisis zoals die in de jaren zestig al zichtbaar werd.

Deze dualistische houding, gebaseerd op de idee van een hiërarchische relatie tussen mens en natuur en de gedachte dat de aarde geschapen is voor de mensheid, vinden we ook terug in het Griekse denken. Aristoteles schreef bijvoorbeeld al dat de natuur dient voor menselijke doeleinden en het verschijnt later als een basisprincipe van het stoïcisme [2]. Dit  antropocentrische standpunt sloot gemakkelijk aan op de Bijbelse idee van de mens als heerser over alle levende wezens. In tegenstelling tot deze lineaire hiërarchie kunnen we echter beter vertrekken van de kosmologie van de oude Israëlieten, weergegeven als driehoek, met God, de mens en de natuur als hoeken [3]. Deze kosmologie benadrukt de eigen waarde van de natuur en het bestaan van een directe relatie tussen de natuur en de Schepper, waardoor de mens en zijn heersopdracht een bescheidener plek krijgen.

White stopte niet bij de constatering dat het christelijk denken een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan dit dualistische denken. Zijn stelling is dat als de oorzaak op een spiritueel niveau ligt, daar ook de oplossing gezocht dient te worden Als de oorzaak op een spiritueel niveau ligt, moet daar ook de oplossing worden gezocht. White stelt expliciet dat religie en waarden een essentiële rol moeten spelen in het ombuigen van de ‘ecologische crisis’ en hij pleit ervoor om daarvoor niet buiten onze cultuur te kijken, maar deze te zoeken in onze christelijke traditie. Daar liggen voldoende aanknopingspunten voor een andere visie op de relatie tussen mens en natuur en voor ideeën over wat ‘een goed leven’ is. Dit belangrijke deel uit zijn invloedrijke artikel wordt vaak over het hoofd gezien.

Waarden en duurzaamheid
De vraag of we in de christelijke traditie waarden kunnen vinden die, bedoeld of onbedoeld, leiden tot duurzame keuzes, bracht me de afgelopen jaren bij lang bestaande gemeenschappen met een relatieve lage milieudruk, onder andere de amish, de franciscanen en de trappisten. Ik heb onderzoek gedaan vanuit de gedachte dat wanneer keuzes met een lage milieudruk aansluiten bij waarden, geworteld in een levensbeschouwing, deze langer zullen beklijven. Bij de christelijke gemeenschappen heb ik participerend onderzoek gedaan naar hun keuzes omtrent voedsel, energie, landbouw en transport, maar ook het geestelijke en economische voortbestaan van hun gemeenschap. Daarnaast onderzocht ik hun ideeën over kwaliteit van leven en de waarden die een rol spelen in keuzeprocessen. Omdat deze waarden veelal geworteld zijn in de christelijke traditie, verwacht ik dat deze waarden kunnen aansluiten bij de bredere christelijke gemeenschap en mogelijk ook inspirerend kunnen zijn voor de bredere samenleving voor duurzame keuzes. Ik zal de meest belangrijkste waarden bespreken.           

De waarde van matiging legt het accent op een andere manier van consumeren, gebaseerd op werkelijke behoeften. Eenvoud en matiging speelt bij alle groepen een belangrijke rol. Zij proberen hun behoeften te beperken tot het essentiële, omdat zij ervan overtuigd zijn dat te veel bezit mensen kan afhouden van een spiritueel en sociaal leven. In de gemeenschappen wordt veel gedeeld, waardoor niemand tekort heeft. Vooral de franciscanen benadrukken dat alles een gave is van God. Dat leidt tot dankbaarheid en tevredenheid. Gegeven het feit dat veel armen in deze wereld niet eens kunnen voorzien in hun basisbehoeften, is een grondige verandering van ons consumptiepatroon nodig, die niet is gebaseerd op oneindige behoeften, maar op wat nodig is.

De benedictijnse gelofte van stabiliteit betekent commitment, niet alleen aan de orde, maar ook aan een bepaalde fysieke plaats. Het stimuleert verantwoordelijkheid voor mensen en spullen en een duurzaam gebruik van gebouwen en gronden, zodat deze ook voor de volgende generaties beschikbaar blijven. Milieueffecten worden niet afgeschoven naar anderen, de natuur, of de toekomst, maar worden onder ogen gezien en voor zover mogelijk ondervangen. De trappisten in Echt hebben bijvoorbeeld besloten scharrelvarkens te fokken, gevoed met biologisch graan van de kloostergronden. Het water wordt gezuiverd met een helofytenfilter en er zijn plannen gemaakt voor het opwekken van bio-energie.       

De waarde van nederigheid of bescheidenheid verschuift de aandacht van het individu naar de bredere gemeenschap. De gemeenschap speelt een belangrijke rol om de waarden te blijven benoemen en te kunnen realiseren. Het is heel lastig om dit in je eentje vol te houden. Individuen, maar ook bedrijven, lopen op tegen het sociale dilemma. Gemeenschapsvorming is een uitdaging voor ons Gemeenschapsvorming is een uitdaging voor ons, omdat sociale contexten en gemeenschappen aan erosie onderhevig zijn. Wij willen onze persoonlijke vrijheid en autonomie niet snel opgeven en zijn terughoudend geworden in het aangaan van langetermijnverplichtingen. Het gemeenschappelijk leven zelf biedt daarnaast ook veel mogelijkheden voor het verlagen van de impact op het milieu, omdat materiële zaken kunnen worden gedeeld en de schaalgrootte bepaalde investeringen rendabel maakt.

Reflectie helpt mensen om zich steeds weer te richten op dat wat belangrijk is in het leven. De gemeenschappen hebben hun gemeenschappelijke waarden helder benoemd, ze nemen ze serieus en koppelen er gedragskeuzes aan. Dit vraagt een voortdurende reflectie en zo nodig bijstelling van hun keuzes. De focus is behoud van kwaliteit van leven op lange termijn. Amish hebben daarom bijvoorbeeld het bezit van auto’s afgewezen. Ze zien wel de voordelen en maken ook gebruik van taxi’s en openbaar vervoer, maar beseffen ook dat autobezit kan leiden tot individualisme, jaloezie en een verwijdering van de lokale gemeenschap. Deze weloverwogen keuzes kunnen ons spiegelen en prikkelen tot reflectie. Wat vinden wij echt belangrijk in het leven? Waar kunnen we grenzen stellen om dat te kunnen behouden? Hoe besteden we onze tijd en ons geld en geeft dat op de lange termijn voldoening? Interessante vragen om te blijven bespreken.

Reflectie vraagt tijd. De gemeenschappen hebben nadrukkelijk tijd vrijgemaakt voor verdieping. De kloosters kennen hun dagritme, met afwisseling van werk, gebed en bezinning. De amish kennen hun bijeenkomsten voorafgaand aan het avondmaal, waarbij ze hun waarden en keuzes herbenoemen. Binnen onze 24-uurs economie die steeds meer druk legt op de samenleving, is het belangrijk te zoeken naar een goede balans tussen enerzijds werk en anderzijds tijd voor ontspanning en reflectie. Soms lijkt het onmogelijk met onze volle agenda’s. Toch is het belangrijk om hier regelmatig tijd voor in te plannen, alleen of met anderen. Dit vraagt keuzes en goede organisatie.

In de bestudeerde gemeenschappen leiden deze waarden in veel gevallen tot een lagere milieudruk, maar de gemeenschappen zijn niet in alle opzichten een voorbeeld op milieugebied. Wanneer het wereldwijde gemiddeld aantal kinderen in een gezin zou overeenkomen met het amish gemiddelde, zou dat tot aanzienlijke problemen leiden. Of neem het hoge energiegebruik per persoon in de oude, vaak tochtige kloosters. Wat deze gemeenschappen wel laten zien is dat kiezen voor kwaliteit van leven niet ligt in een groeiend materialisme Kwaliteit van leven ligt niet in een groeiend materialisme, maar in het realiseren van waarden die dieper gaan. In veel gevallen blijkt dat ook te leiden tot een lagere milieudruk en eerlijkere verdeling van goederen.

Aansluiting bij onze samenleving
Interessante vragen zijn nu hoe deze gemeenschappen die waarden blijven vasthouden en hoe dit aansluit bij de bredere westerse samenleving. De genoemde gemeenschappen hebben een samenhangende en gedeelde levensbeschouwing. De waarden liggen verankerd in deze levensbeschouwing en worden vertaald in daaruit volgende gedragskeuzes. De gemeenschappen nemen hun waarden serieus en doen wat ze geloven. In onze samenleving zien we een zekere discrepantie tussen wat mensen omschrijven als kwaliteit van leven en de keuzes die ze maken in de praktijk. Daarbij zijn geloofssystemen gefragmenteerd geraakt, wat is versneld door het proces van secularisatie sinds het midden van de twintigste eeuw. De gemeenschappen blijven dicht bij hun waarden en accepteren de consequenties van hun overtuiging. Dit daagt ons uit tot bezinning over onze waarden, over wat we nu precies verstaan onder kwaliteit van leven en hoe we die kunnen realiseren, kunnen vertalen naar onze dagelijkse praktijk.

Daarbij kennen de gemeenschapen een sterk sociaal kapitaal. Ze hebben een sociaal systeem georganiseerd waarmee waarden en gedrag kunnen worden gerealiseerd. Daarbij zijn overigens tussen de gemeenschappen grote verschillen waar te nemen in de balans tussen conformisme aan de gemeenschap en ruimte voor persoonlijke identiteit. Maar een goed functionerende sociale context kan een kader bieden om waarden te onderzoeken en te behouden en ook om bepaalde gedragskeuzes te blijven realiseren. Dit is een uitdaging voor onze maatschappij, waarin duidelijke sociale contexten en sociaal kapitaal aan erosie onderhevig zijn en vragen om nieuwe invulling. In onze samenleving zien we dat mensen terughoudend zijn in het opgeven van persoonlijke vrijheid en autonomie en het aangaan van langetermijnverplichtingen. De gemeenschappen maken persoonlijke verlangens ondergeschikt aan de gemeenschap, wat in veel gevallen leidt tot een gedeelde welvaart en het ervaren van kwaliteit van leven. Dat is nog wel een uitdaging voor onze individualistische samenleving.

In onze 24-uurs economie, die steeds meer druk legt op de samenleving, is het belangrijk te zoeken naar een goede balans tussen werk en tijd voor ontspanning en reflectie. Bij de gemeenschappen dienen waarden als uitgangspunt in veranderingsprocessen. Ze nemen de tijd om waarden te wegen en te zoeken naar keuzes die bijdragen aan kwaliteit van leven op de lange termijn. Geluk wordt voornamelijk gezocht in immateriële waarden. Juist beperking kan leiden tot geestelijke rijkdom Juist beperking kan leiden tot geestelijke rijkdom. Waarden als eenvoud en matiging botsen met de groeiende consumptie in de westerse samenleving. Toch ligt hier een kans. Eenvoud daagt uit tot een hernieuwde visie op consumptie, die niet is gebaseerd op oneindige behoeften, maar op wat werkelijk nodig is.

Drie lessen voor duurzaamheid en kwaliteit
Er zijn drie concrete lessen die we kunnen leren van de gemeenschappen als het gaat om het realiseren van duurzaamheid en kwaliteit van leven.

  1. Focus op kwaliteit. De gemeenschappen verdiepen hun spiritualiteit en kwaliteit van leven door hun behoeften te beperken tot het essentiële. Gegeven het feit dat veel armen in deze wereld niet eens kunnen voorzien in hun basisbehoeften, moeten we onze consumptie laten leiden door kwaliteit in plaats van kwantiteit, om wereldwijd kwaliteit van leven mogelijk te kunnen maken. Wat nodig is, is een grondige wijziging van ons consumptiepatroon naar een minder materialistische en meer kwalitatieve levensstijl. Dit zal ook een positief effect hebben op het milieu op de lange termijn.

  2. Zoek nieuwe vormen van gemeenschap. Milieuproblemen worden vaak ervaren als een sociaal dilemma, waarbij individuele keuzes als zinloos worden gezien zolang anderen doorgaan met hun verspillend en vervuilend gedrag. Om dit sociale dilemma op te lossen, is gemeenschap in welke vorm dan ook nodig, om het probleem te herkennen, oplossingen te formuleren en elkaar te stimuleren gewenst gedrag te handhaven.

  3. Waarden wegen, meer tijd nemen voor reflectie. Om duurzaamheid te realiseren, moeten waarden op lange termijn expliciet worden gemaakt en dienen individuele, maar ook beleidskeuzes, aan te sluiten bij ideeën over kwaliteit van het leven. Zolang vooruitgang wordt gedefinieerd als economische groei, zal kortetermijnwinst het winnen van duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en algemeen welzijn. De huidige complexe milieuproblemen vereisen weloverwogen keuzes, omdat keuzes onomkeerbare gevolgen kunnen hebben voor natuur en mensen wereldwijd.

In de zoektocht naar dragers voor een transitie richting duurzaamheid is bezinning op levensbeschouwing en waarden van groot belang. Ook de christelijke traditie biedt volop aanknopingspunten voor een meer duurzame ontwikkeling met kwaliteit van leven voor mensen, gemeenschappen en de natuur. De waarden en principes van de onderzochte oude religieuze gemeenschappen bieden inspirerende stappen naar een duurzame toekomst.

  1. L. White Jr, ‘The Historical Roots of Our Ecologic Crisis’, in: Science, Volume 155, Issue 3767, 1967, p. 1203-1207.
  2. P. Harrison, The Bible, Protestantism, and the rise of natural science, Cambridge University Press, UK, 1998, p. 177.
  3. J.J. Boersema, Thora en Stoa over mens en natuur. Een bijdrage aan het milieudebat over duurzaamheid en kwaliteit, Baarn, Callenbach, 1997, p. 209.