Wilde schoonheid [5]

Jacques Frenken – Crucifix / the target

Enige eeuwen geleden werd uit kerken inspirerende kunst gegooid die leken en andere gelovigen bijzonder kon inspireren. In Wilde schoonheid gebeurt precies het tegenovergestelde. Er wordt nog steeds veel kunst gemaakt met door God gegeven talent, die zeer wel leken en kerkgangers kan inspireren in hun dagelijkse zoektocht. Deze kunst bereikt de kerken of de individuele christen meestal niet. Ook is er voldoende kunst die door christenen niet als inspirerend voor hun geloof gezien wordt. Iedere aflevering van Wilde schoonheid zoomt in op een werk (van film tot beeldende kunst tot poëzie) dat te mooi is om links te laten liggen. Ieder nummer bespreken we werk dat – gemaakt door een niet-christen of christen, gelovige of ongelovige – herkenning op kan roepen, en instemming bij de christen die van harte Jezus wil zoeken en vinden.

Er zijn natuurlijk foto’s of beelden zat die op de kijker een totaal ander effect hebben dan door de maker ooit bedoeld kan zijn.
Het Vrijheidsbeeld in New York is voor de een het absolute beeld van de vrijheid, terwijl het voor de ander het beeld van de arrogantie is, en een reden om de stad te mijden, of aan te vallen…
Zo is dat zeker met beelden die gemaakt zijn naar Christus. Hoe vaak heeft een schilder of theatermaker of dichter al niet geprobeerd om een beeld te maken van de man die hij mateloos bewondert, en er dan achter moet komen dat de kijker of luisteraar met een totaal ander gevoel zijn kunstwerk aanschouwt?

Bij Jacques Frenkens beelden werkte dat voor mij andersom. Ik werkte destijds bij een uitgever waar we het boek Kunst zonder kerk mochten uitgeven. Ik was verantwoordelijk voor het beeldmateriaal van het boek, en was danig geïnteresseerd in het onderwerp en vond dat de auteur echt prachtige vondsten had gedaan en gedocumenteerd. Op het omslag wilde hij graag ‘Crucifix / the target’ van Jacques Frenken hebben. Mijn collega, die regelmatig zijn best deed om rekening te houden met mijn christen-zijn, durfde me haast het omslag niet te laten zien. Zo bang was hij voor een reactie van me. Hij verwachtte dat ik boos zou worden, of misschien wel erger – zo zei hij me later – dat ik niet bij een uitgeverij zou willen blijven die dit op het omslag toe zou staan.

Maar toen ik het zag, werd ik direct getroffen.
Zeker niet door afgunst, of woede, of teleurstelling.
Zeker niet.

Ik had nog niet vaak een schilderij gezien dat Jezus en zijn Levenswerk, of beter, dat Jezus en onze reactie op hem, zo sterk en zo raak had uitgebeeld.
Jezus is geplaatst op onze schietschijf. Hij is niet maar opgehangen aan een kruis, dat beeld ken ik, dat weet ik nou wel, daar – hoe erg is dit zinnetje… – voel ik al haast niets meer bij. Maar dit beeld van de schietschijf, waarin Jezus de ‘target’ is. Om steeds weer een pijltje naar te gooien, om steeds opnieuw op te schieten. Om hem steeds weer opnieuw pijn te doen. Raak.

Toen ik opkeek naar mijn collega zag hij dat ik iets heel anders had gezien dan waar hij op had gewacht. En we hebben daarna een buitengewoon goed en lang gesprek gehad over wat ik in het werk zag, en wat hij dacht dat de kunstenaar erin had gestopt. Ik heb toen bij hoog en bij laag verdedigd dat het niet anders kon of deze kunstenaar moest wel zelf christen zijn.

Hoe anders was dat, bleek later.
Bij stom toeval kwam ik later in goed contact met een familielid van de kunstenaar. Pas bij onze derde ontmoeting viel me haar achternaam op, en flapte ik de vraag er direct uit:
‘Is hij christen?’
Ze keek me buitengewoon verwonderd aan. Ik geef toe. Het is niet de eerste vraag die je stelt over ouders.
‘Nee, niet echt. Ik zou eerder zeggen dat hij er grote moeite mee heeft.’
En ik vertelde hoe het kwam dat ik die vraag stelde en vroeg haar natuurlijk meteen hoe hij het werk bedoeld had.
Dat bleek wel degelijk blasfemisch te zijn. Het was vooral komisch bedoeld, en treiterig en ‘passend’ in de Nederlandse pop-art van die tijd, die vooral wilde schoppen tegen de Nederlandse truttigheid.

Welaan. Wat mij betreft is hem dat geenszins gelukt. En ik heb gevraagd of ze mijn bewondering en dank over wilde brengen aan de kunstenaar voor dit mooie schilderij.
Zo ben ik dan ook wel weer.