Redactioneel
Het schijnt dat Amerikanen weleens grapjes maken over Europa. Wie moet je bellen als je Europa nodig hebt? De Europese Unie (wie dan?) of gewoon Frankrijk en Duitsland om snel zaken te doen? Ook de Russische piloten die af en toe het NAVO-luchtruim invliegen zullen er wel om kunnen lachen. De straaljagers die meevliegen wisselen elkaar regelmatig af. Europa is telkens een ander land. Maar de tijd om grapjes te maken over Europa is aan het voorbijgaan. Bij Europa hoort een gevoel van urgentie. In Polen schijnen ze het trouwens altijd al bloedserieus te hebben genomen: lidmaatschap van de NAVO is de enige manier om herhaling van de twintigste eeuw te voorkomen. In Nederland bleek bij de laatste verkiezingen dat de euroscepsis wat minder wijdverbreid is dan verwacht. Bij de christelijke partijen klinkt kritiek op Europa inmiddels ook gedempter dan voorheen. Naar verluidt was zelfs de founding father van de christelijke politiek in ons land, Groen van Prinsterer, een warm voorstander van een verbroederd Europa. Ook de Belg Jonathan Holslag probeert het tij te keren in zijn recente boek De kracht van het paradijs. Holslag bepleit meer in plaats van minder Europa. Bart van Horck plaatst bij dit boek in dit nummer van Wapenveld bedachtzame kanttekeningen. Hij ziet meer in een compacte unie, die niettemin slagvaardig is als het erop aankomt.
We gaan verder met ons jaarthema over geloofsopvoeding Geheimen openleggen. Harmen van Wijnen voert een pleidooi voor het levenslang inwijden van jongeren. Hij neemt afscheid van al te doenerige en dichtgetimmerde vormen van kerkelijk jeugdwerk. Inwijden kan overal gebeuren, ook als het niet wordt georganiseerd. Inwijden heeft bovendien niet in de eerste plaats met kennisoverdracht te maken, maar met het vertellen van verhalen van ‘redding, bevrijding, geloof, hoop en liefde’.
Psychiater Arthur Hegger analyseert het seksuele misbruik in de rooms-katholieke kerk dat recent veel aandacht heeft getrokken. Hegger meent dat zolang het verplichte celibaat blijft voortbestaan de risico’s op herhaling groot zijn. Zijn conclusie is vlijmscherp: ‘Het besef dat de kern van het systeem van de kerk haar geestelijken kwetsbaar maakt voor misbruik en dat dit niet ter discussie staat, maakt dat de kritiek aanhoudt en dat de reacties uit de kerk als onwaarachtig worden ervaren’.
Herman Paul ontsluit opnieuw een belangrijk thema uit de Angelsaksische theologie dat in ons land nog niet zo is aangekomen. Hij vraagt zich af wat de kerk te zeggen heeft over verlangen. Ons verlangen wordt in het dagelijks leven constant aangesproken, en lang niet altijd in positieve zin. Op hoge toon hiertegen waarschuwen is niet de eerste taak van de kerk. De theologen die Paul bespreekt laten zien dat juist de liturgie van de kerk – door stilte, muziek, lofprijzing en gebed – de menselijke verlangens kan vormen.
Het recente proefschrift over de schorsing van ds. Kok in de Gereformeerde Gemeenten in 1950 wordt besproken door Klaas van der Zwaag. De schorsing van ds. Kok is een gebeurtenis uit de kleine kerkgeschiedenis met nog steeds grote impact. Volgens Van der Zwaag was de schorsing gezien de leerstellige uitgangspunten van de Gereformeerde Gemeenten theologisch rechtmatig. In zijn irenische bijdrage drijft Van der Zwaag de zaken niet op de spits. De goede verstaander zal het niet ontgaan dat de schorsing ook gevolg is van theologisch smalspoor.
In dit nummer nemen we afscheid van redacteur Ella Lobregt-van Buuren. Ruim tien jaar is ze lid van de redactie geweest; nu zag ze zich genoodzaakt wegens het volgen van een opleiding andere keuzes te maken. Haar artikelen en columns vormen op onze website een klein monument van verzet tegen een reducerende visie op mens-zijn in de psychiatrie. We zijn haar als redactie dankbaar voor haar inzet, die juist ook naar voren kwam tijdens de discussies binnen de redactie.